Ik moet bekennen dat ik nog niet eerder had gehoord van Marinka Lipsius. Vertel?
Ik ben ooit begonnen met sociale wetenschappen, toen het bedrijfsleven ingestroomd, twintig jaar leidinggegeven, vertrouwenspersoon geweest. Daardoor veel mensenkennis opgedaan en gedragspatronen leren doorgronden. Niet alleen van individuen maar ook van organisaties. Dat komt me van pas in de veranderingstrajecten die ik begeleid. Daarbij maak ik zowel gebruik van het bewuste als van het onderbewuste, de onderstroom. Ik denk dat ik energiek en onconventioneel werk, en dat krijg ik ook terug.
U heeft eerder het boek Factor MOED! geschreven. Nu hebben we Factor DOEN! Hoe verhoudt dat tweede boek zich tot het eerste?
Factor MOED! was een verkenning naar het fenomeen moed: waar zit dat nou en wat komt erbij kijken? Aan de reacties die ik erop kreeg merkte ik dat het thema heel erg leefde. En mensen stelden ook de vervolgvraag: 'Hoe doe je dat dan, moed?' Er is een bepaald arsenaal aan effectief en impactvol gedrag dat maakt dat je niet alleen moed hebt maar het ook kunt toepassen. Als je een pianoconcert wilt spelen maar je kunt niet pianospelen, ga je er nooit aan beginnen. Als je moedig wilt zijn maar je hebt geen idee met welk gedrag je dat tot een goed einde brengt, ga je dat niet doen. De vraag is natuurlijk: als je die droom hebt of dat voornemen, hoe kom je dan van A naar B? Welk gedrag is dan het effectiefst? Daarover gaat Factor DOEN!
Leiderschap, moed, lef... hoe bent u op dat onderwerp gekomen?
In de teams waar ik leiding aan gaf zag ik vaak dat mensen in een-op-een situaties wel van alles durfden te zeggen maar aan tafel met elkaar niet. Dat vond ik fascinerend. Datzelfde zag ik in besturen en directies waar ik voor werkte. Dat waren toch allemaal intelligente en ook wel moedige mensen - ik kan niet zeggen dat ze bang waren of zo. Maar in een groep was er een totaal andere dynamiek dan een op een. Tegelijkertijd zag ik in mijn werk als vertrouwenspersoon dat mensen soms door zware en ingewikkelde omstandigheden heengaan en het toch opbrengen om weer op te staan en door te gaan.
Maar niet iedereen die zo'n ervaring heeft, gaat daarop studeren en daarover schrijven.
Het thema intrigeert me om meerdere redenen. Niet in de laatste plaats de impact die moedig cq niet-moedig gedrag heeft op persoonlijk geluk, in organisaties en in onze samenleving. Als iets me intrigeert ga ik op onderzoek. En tja, als je dan toch al altijd wilde schrijven….
U heeft het ergens in Factor MOED! over 'leiderschap met lef'. Dat is natuurlijk heel mooi, die combinatie, maar zit er niet ook een risico aan om het zo te noemen? In de zin dat mensen met een grote mond er een aanmoediging in zouden kunnen zien om met grote stappen snel thuis te willen komen?
Dat is een van de redenen waarom ik in Factor DOEN! al vrij uitgebreid en in Factor MOED! samengevat aandacht besteed aan wat ik noem de 'ego-balans'. Om te voorkomen dat je het hebt over moed in de zin van lef en stoer en een beetje rouwdouwen. Want dat lijkt wel moedig maar dat is het niet, want het is niet effectief. Ik heb nadrukkelijk gezocht naar effectieve moed, dat wil zeggen naar moed die zowel jou als je omgeving verder helpt. Een gezonde ego-balans is nodig om niet in de rol van angsthaas te schieten of juist in die van brokkenpiloot. Dat moet je echt bewaken voor jezelf, anders maak je er een potje van.
In uw boek komen heel veel voorbeelden voorbij van mensen die op een succesvolle manier dat soort uitgebalanceerde moed aan de dag hebben gelegd. Is er daar een bij waarvan u zegt: 'Die vat echt precies samen waar het hier om gaat'?
Moeilijk... Als ik er per se een moet kiezen, denk ik aan die dame die in een groot concern een coördinerende rol had met weinig mandaat. Dat zijn hele lastige posities. Je bent verantwoordelijk voor het hele traject maar hiërarchisch heb je geen positie. Bovendien is het een rol waar vaak de zwartepiet heen wordt gespeeld als het misgaat. Ze stond onder zware druk maar slaagde er toch in om proactief te blijven en de regie te houden. Dat is een van de sleutels tot het succesvol toepassen van moed: dat je je gaat realiseren dat wat de omstandigheden ook zijn, er altijd ruimte is voor regie op jouw stuk. In plaats van de machteloosheidspositie in te nemen, wat dan veel wordt gedaan.
Zulk leiderschap, is dat nou een kwestie van karakter, dus iets dat je in je moet hebben, of is het iets dat je kunt leren? Hoe verhoudt dat zich tot elkaar?
Misschien heeft de een het wat meer in zich om stevig in z’n schoenen te staan en met kracht naar buiten te treden dan de ander, maar iedereen is in staat om binnen zijn of haar competenties moedig gedrag te vertonen. Je kunt binnen jouw persoonlijkheid en binnen jouw omstandigheden vaak meer dan je denkt. Ik heb introverte, bescheiden persoon in kritieke situaties zien opstaan en op een rustige manier hun punt zien maken, hen dingen zien doen die ze eerder niet deden. Als je daarmee gaat oefenen, kun je heel veel bereiken zonder dat je daarvoor je karakter hoeft te verloochenen.
Een ander begrippenpaar in dit verband is dat van structuur en cultuur. Als ik u goed begrijp zegt u: 'Als het over leiderschapsontwikkeling gaat moeten die twee hand in hand gaan.' Maar hoe zit dat precies, hoe verhouden die twee zich tot elkaar?
Je hebt structuur nodig om te ordenen, om dingen te faciliteren. Je kunt niet zonder. Maar structuren worden te vaak als dé oplossing gezien. Dan willen we gedrag sturen en dan passen we de structuur aan. Maar dat is te weinig, want gedrag past zich niet automatisch aan als je de structuur aanpast. Als je wilt dat die structuren ook echt gaan werken, moet je minstens zo veel aandacht hebben voor het gedrag en voor de verandering van het gedrag. Andersom is het ook zo: alleen het gedrag beïnvloeden is niet effectief. Pas als je een structuur creëert waarin dat gedrag ook wordt aangemoedigd en wordt beloond, helpt dat om het gedrag te veranderen. Het werkt op elkaar in, het kan niet zonder elkaar.
En als we dan toch ergens moeten beginnen omdat we niet alles tegelijk kunnen?
Ik denk dat we als het over moed gaat, over moed die je doet, dat je dan wél bij beide tegelijk kunt beginnen. Nooit alles in een keer, maar wel stapje voor stapje. Dan kun je cultuur en structuur prima bij elkaar houden. Sterker nog, je kunt die twee misschien analytisch van elkaar onderscheiden maar voor mij zijn ze een geheel. Als de twee kanten van je hand.
Met dit verhaal, met uw visie, met uw tips - wie hoopt u daar vooral mee te bereiken?
Mijn gedroomde lezer is iedereen die het gevoel heeft van: 'Ik wil vaak wel van alles maar het komt er niet van.' Of 'Ik zou willen dat ik de moed kon opbrengen, maar het lukt me niet.' Ik denk dat heel veel mensen die kloof ervaren tussen droom en daad. Als die mijn boek lezen en daarna denken: 'Hee, zo groot hoeft die kloof dus niet te zijn; als ik wat ga oefenen met wat ik hier heb gelezen dan kan ik daar misschien wel overheen', dan ben ik een tevreden mens.
Marinka Lipsius is een veel gevraagde spreker. Zij spreekt bij Managementboek o.a. in het incompany-programma 'Moed'.
Over Pierre Spaninks
Pierre Spaninks (Eindhoven, 1955) was tot zijn pensionering in 2021 zelfstandig professional in journalistiek en communicatie. Hij kreeg landelijk bekendheid als ZZP-expert. Voordien had hij gewerkt in het hoger onderwijs en de consultancy. Hij studeerde Tekstwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en volgde op Harvard het Senior Manager in Government Program. Tegenwoordig legt hij zich toe op de Egyptologie.