Is tien jaar wel lang genoeg voor een terugblik op zo'n ingrijpende gebeurtenis?
Een decennium verschaft uiteraard niet het lange termijnperspectief die onderzoekers van bijvoorbeeld de Franse Revolutie wel hebben. Maar het voordeel van contemporaine geschiedschrijving is dat je de gebeurtenissen in real time kunt duiden, zonder de ruis van latere ontwikkelingen. Ironisch genoeg was het in dat opzicht misschien makkelijker geweest als ik het boek vijf jaar geleden had afgerond. In 2013 wisten we wat er was gebeurd en hoe de crisis zich had gestabiliseerd. Het voelde alsof het verhaal op een passende manier was afgesloten: president Obama werd herkozen, ECB-voorzitter Mario Draghi voerde voorzichtig hervormingen door op Amerikaanse leest, en de Verenigde Staten leken voldoende moreel overwicht te hebben om hun gidsfunctie weer op te pakken. Terwijl op dat moment de politieke terugslag nog moest komen, van Brexit en de opkomst van Trump tot de crisis in Griekenland en de oorlog in Oekraïne.
Wat zijn uw meest opvallende conclusies?
Wat me in hoge mate verraste is hoezeer de crisis zich manifesteerde in de geopolitieke breuklijnen van de Koude Oorlog. De vijftien landen die het hardst zijn getroffen, bevinden zich allemaal in Oost-Europa of de voormalige Sovjet-Unie: Rusland, de Baltische staten, Hongarije, Oekraïne. Het is waarschijnlijk toeval dat de kredietcrisis bijna gelijktijdig plaatsvond met de Russische inval in Georgië, de eerste oorlog in Europa sinds het uiteenvallen van Joegoslavië. Maar dat een-tweetje legde wel de basis voor de economische destabilisatie van een hele regio. Daarnaast was het schokkend om te zien hoe onderling verstrengeld de nationale crises in het westen waren. Helemaal als je beseft dat de oplossing voornamelijk op het conto kwam van de Verenigde Staten, die de wil en mogelijkheid hadden om dollars in het mondiale banksysteem te blijven pompen. Van de liquiditeitsprogramma's die de Federal Reserve in de herfst van 2008 ter beschikking stelde, kwam het merendeel ten goede aan Europese banken die in de Verenigde Staten actief waren.
En dat terwijl de kredietcrisis in eerste instantie door Europa, Nederland incluis, werd weggezet als een puur Amerikaanse aangelegenheid.
Dat is de mythe die ik in mijn boek probeer door te prikken: het idee dat Europese bankiers minder risico's namen dan hun collega’s op Wall Street. Dat misplaatste superioriteitsgevoel werd voor een deel gevoed door de Amerikaanse invasie van Irak in 2003. Veel Europese leiders meenden dat president Bush en zijn evangelische achterban hun verdiende loon hadden gekregen. Maar als de financiële crisis één ding duidelijk heeft gemaakt, dan is het wel dat de Europese bankensector minstens zo kwetsbaar was als de Amerikaanse.
Toch was het wel degelijk Washington die de lont in het kruitvat stak. Was het een vergissing om zakenbank Lehman Brothers ten onder te laten gaan?
De tragiek van dit verhaal is dat er geen helden in voorkomen. Alle betrokkenen stonden voor de ondankbare taak om een machine te repareren waarvan de problemen voorkomen hadden kunnen en móeten worden. De beslissing om Lehman ten onder te laten gaan was wellicht niet de meest gelukkige. Aan de andere kant leidde het sneeuwbaleffect van deze blunder tot de politieke wil in Washington om de bankensector al in een relatief vroeg stadium van nieuw kapitaal te voorzien. In Brussel was die bereidheid er niet. Met als gevolg dat Europa nauwelijks een stap heeft gezet in de richting van wat naar mijn mening de enige mogelijke langetermijnoplossing is: de federalisering van haar instituten gekoppeld aan een stabiliteitsfonds van minstens enkele biljoenen euros. De dollar is daarom nog steeds oppermachtig.
Europa lijkt echter alleen te kunnen veranderen als er sprake is van enorme druk. Was de crisis in dat opzicht wel ernstig genoeg?
Haha, dat is de wereld waarin we leven, is het niet? We zijn nét goed genoeg in het bedwingen van een crisis om een ramp te voorkomen die ons dwingt tot radicale hervormingen. Gelukkig maar, zou ik zeggen, want de wereldorde balanceerde even echt op het randje van de afgrond. Wie weet wat voor verschrikkelijke krachten een worst-case scenario zou hebben ontketend. Maar fundamenteel is er inderdaad weinig veranderd. Wat dat betreft heeft de financiële crash parallellen met de Cubaanse rakettencrisis uit 1962. De Sovjet-Unie en de Verenigde Staten wisten destijds een nucleair Armageddon te voorkomen, maar kernwapens zijn nog steeds de wereld niet uit. Zolang we genoegen nemen met lapmiddelen is een nieuwe crisis niet uit te sluiten.
Welke vorm zal die aannemen?
Het zal eerder een griep dan een hartaanval zijn. 2008 was een bijna-doodervaring, waarbij de twee belangrijkste financiële centra in de wereld, Wall Street en de City van London, gelijktijdig onderuit gingen. Dat risico is sindsdien flink verminderd. Amerikaanse toezichthouders eisen inmiddels dat buitenlandse banken die op hun grondgebied opereren een belangrijk deel van hun kapitaal in dollars aanhouden, terwijl ze voorheen met euros en ponden konden schuiven. Amerikaanse en Europese banken zijn daardoor lang niet meer zo verstrengeld als voorheen. Het echte risico bevindt zich momenteel in opkomende markten als Turkije en Oost-Azië die dollars hebben geleend, maar zakendoen in de lokale valuta. De vraag is wat de Amerikanen gaan doen als bijvoorbeeld de Chinese munt keldert. Zal de Federal Reserve, net als tijdens de kredietcrisis, een laatste toevlucht zijn, of zal Trump besluiten om het land aan zijn lot over te laten?
Welke financiële voorzorgsmaatregelen heeft u inmiddels zelf genomen? Houdt u uw spaargeld aan in bijvoorbeeld goud, grond of cash?
Als academicus ben ik een belabberde belegger, haha. En mijn pensioen wordt gewoon gemanaged door een groot Amerikaans fonds. Ik heb dus inderdaad nog vertrouwen in de financiële wereld. Al heb ik moeten accepteren dat complexe en interdependente systemen als de onze zo nu en dan spectaculair kunnen falen.
Over Jeroen Ansink
Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.