Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Interview

Mark Mobach

‘Er blijven rafelranden op de werkplek’

In 2009 verscheen het verrassende boek Een organisatie van vlees en steen van Mark Mobach. Verrassend want de auteur betoogt zeer overtuigend dat simpele maar ook noodzakelijke kantoren, bedrijfsruimtes, fabriekshallen meer zijn dan een stapel stenen of ruimtes waarin wordt geproduceerd. Nu, 10 jaar later, ontvangt Mobach de eerste Deltapremie.

Pierre Pieterse | 30 december 2019 | 7-10 minuten leestijd

Kantoren, bedrijfsruimtes en fabriekshallen zijn niet minder dan instrumenten voor organisatieverandering en -verbetering. In een zin: een goede werkomgeving inspireert, een slecht ontworpen werkomgeving demotiveert. Een doorwrocht boek ook, en dat is ongetwijfeld een van de redenen waarom tien jaar later aan Mobach de eerste ‘Deltapremie' is toegekend, een prijs van 500.000 euro ter ondersteuning van eigen onderzoek naar direct toepasbare oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen.

´De Deltapremie is een enorme aanmoediging om samen met onze praktijk- en kennispartners door te gaan met ons onderzoek naar ruimte en organisatie in zorg, onderwijs, kantoren en steden. >Ook daar waar er misschien minder financiële mogelijkheden zijn, zoals onderzoek met de kunsten en goede gebouwen voor kwetsbare groepen in de samenleving,' licht Mobach desgevraagd toe.

‘Managers, word wakker! De architect ontwerpt niet alleen uw gebouw, maar ook uw organisatie.' Zo begint het interview dat we tien jaar geleden hadden met Mark Mobach. Zijn boek is dan ook een pleidooi om inzichten uit de bedrijfs- en organisatiekunde, de architectuur, en de organisatiepsychologie te combineren om zo de werkomgeving te verbeteren. ‘Architectuur beïnvloedt het gedrag, het gemoed en de gezondheid van mensen in een organisatie. Iedere streep die een architect op papier zet, is van invloed op het functioneren van een organisatie. Het is bijvoorbeeld wetenschappelijk bewezen dat patiënten die uitkijken op een boom sneller herstellen dan patiënten die uitkijken op een muur. Een mooi trapportaal, met een lift die enigszins is weggestopt, kan helpen om obesitas te bestrijden. Architecten zijn zich daar vaak niet van bewust. Daarom moeten opdrachtgevers op een bedrijfskundige manier nadenken over huisvesting, zonder zelf architect te worden.' Dixit Mobach.

Maar Mobach gaat nog een stap verder, en dan wordt het echt spannend. Naast een handige gids vol do's & don'ts voor het bouwen van een nieuw kantoor, is Een organisaties van vlees en steen ook een ‘checklist cultuurverandering'. ‘De herinrichting van de omgeving ondersteunt de herinrichting van de organisatie. Met kleine ingrepen kun je meer openheid creëren. Je kunt bijvoorbeeld toevallige ontmoetingen regisseren door de postvakjes naast elkaar te plaatsen. Als er slecht wordt gecommuniceerd tussen afdelingen kan het helpen om alle medewerkers in één gebouw te plaatsen.' Kantoren, zo gaat Mobach verder, ‘zijn dragers van betekenis'. Zo lijkt het nogal vreemd dat bij de bouw van het Groningse combikantoor van DUO en de Belastingdienst rekening is gehouden met de aanvliegroutes van de rosse vleermuis, maar dat is het dus niet. ‘Medewerkers hebben daar een goed gevoel bij. Het zegt iets over de identiteit van de organisatie als er zorgvuldig wordt omgegaan met de omgeving.' Bedrijven zijn zich terdege bewust van de symboolfunctie en de statussymboliek van een kantoor wil Mobach maar zeggen. ‘Niet voor niets weigerde toenmalig Shell-topman Jeroen van der Veer een versleten tapijt te vervangen omdat hij moest reorganiseren. Hij vond het een verkeerd signaal.'

Sneller herstellen

Tot zover 2009, nu fast forward naar 2019. Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen in zijn vakgebied? Heeft zijn denken postgevat? ‘Het boek is tot aan de dag vandaag een belangrijk fundament waar ik mijn lectoraat op bouw. Het fungeert als roadmap en naslagwerk voor alles wat met ruimte, mensen en organisaties te maken heeft. Met nog steeds als belangrijkste vraag wat de toegevoegde waarde is van de gebouwde omgeving voor mensen in organisaties en hoe je die kunt gebruiken om positief te veranderen? Welke architectuur draagt bijvoorbeeld bij aan positieve organisatieverandering? En welke effecten hebben natuur en technologie op mensen?' Daarvoor doet Mobach onderzoek in de gezondheidszorg, kantoren, het onderwijs, gevangenissen en bij de spoorwegen. Mobach: ‘We staan nog maar aan begin van ons werk maar de eerste signalen laten zien dat de gebouwde omgeving veel impact heeft op mensen. We leren bijvoorbeeld waar het misgaat. Leslokalen die maar steeds niet willen lukken, kantoorconcepten die tot grote ontevredenheid leiden, gebouwcomplexiteit waarin mensen verdwalen, ziekenhuisafdelingen die ongeschikt zijn voor een waardig afscheid. We willen dat keren. De denklijn van ruimte en organisatie naar processen en prestaties is daarbij steeds het uitgangspunt. Door de uitkomsten van ons onderzoek terug te leiden naar het onderwijs komt er een nieuwe generatie beslissers en ontwerpers organisaties binnen. Jonge mensen die begrijpen welke impact ruimte kan hebben en dat een integrale aanpak vaak heel goed werkt. Maar het zit natuurlijk niet alleen in de ruimte. Denk bijvoorbeeld aan een mismatch met persoonlijkheidskenmerken. Werknemers met een grote behoefte aan privacy zijn bijvoorbeeld negatiever over activiteit gerelateerd werken, terwijl het concept beter past bij mensen met behoefte aan verbondenheid. Waarbij aangetekend dat de oplossing niet alleen in architectuur en technologie is te vinden. De architect is dus geen wonderdokter. Je moet als manager wel weten wat je nodig hebt, wat de behoeften van mensen zijn. Zo wordt bij nieuwe kantoorconcepten ook wel gezegd dat de mensen het niet goed gebruiken, dat je daar veel tijd in moet stoppen. Dat klopt, het is ook zo dat gedragsverandering veel tijd kost. Als het al lukt. Maar het is tegelijk grote onzin, want ontwerpers zijn natuurlijk wel degelijk in staat om ruimte te ontwerpen waar mensen meteen de juiste keuzes maken. En die managers dus ook helpen. Denk maar even aan de nachttreinen waarin de NS de temperatuur wat hoger draaide om raddraaiers in slaap te dommelen. De creativiteit van ontwerpers kunnen we veel beter benutten om dat te doen wat werknemers van ons vragen: ruimte die werkt!'

Bewegingssensoren

Indertijd was ICT niet meer dan een enabler. ‘ICT maakt taken en werkplekken dus lenig en soepel en geeft organisaties daarmee meer mogelijkheden om zich te bewegen in een gebouw', schrijft Mobach ergens. Dat is nu even anders, ICT is nu de aanjager. Wat zijn de consequenties van deze ontwikkeling voor de bouw van kantoren? Mobach: ‘In dat licht bezien is The Edge natuurlijk een prachtig voorbeeld van een gebouw waarmee organisaties gebruikersdata kunnen ontsluiten die tot voor kort ondenkbaar waren. Identificatie en personalisatie (eigen werkhoogte, eigen temperatuur, eigen licht, eigen ventilatie, enzovoort), detectie van binnenklimaat, aanwezigheid, bezetting, benutting en onderhoud om maar enkele te noemen. Maar ook gezichtsherkenning, gelaatsuitdrukkingen (blij, moe, somber) en bewegingsensoren. Data waarvan we eerst nog moeten leren hoe we die precies gaan analyseren, interpreteren en gebruiken. Facility managers worden overspoeld met data, een deel ook totaal irrelevant. Maar als je weet waar mensen werken en waar niet, kun je ze verleiden om daar te gaan werken waar traffic is en lege gebouwdelen afsluiten. Datzelfde geldt natuurlijk voor de dienstverlening. Op drukke dagen wanneer het gebouw intensief gebruikt wordt gooi je, om met Wim Sonneveld te spreken, meer kroketten in het vet dan op luwe dagen. En als je weet hoeveel mensen een toilet gebruiken, weet je ook meteen waar, wanneer en hoe vaak je het moet schoonmaken en waar niet. Die interacties tussen technologie, spaces en services is nieuw en daar kunnen werknemers nog veel plezier van hebben. En als we dat concept van smart buildings eenmaal in de vingers hebben, gaan organisaties ook om harde resultaten vragen. Maar voor het zover is, valt er nog veel te leren. Aan welke knoppen moet je draaien om de doelgroep van de opdrachtgever beter te laten presteren? En hoe werkt dat dan precies? Dat is een kleine revolutie in het huidige denken, het onderzoek en de innovatie van sectoren als architectuur, bouw, facility management, vastgoed, beveiliging, catering, hospitality, en events, om er maar een paar te noemen. Maar vooralsnog is het allemaal basic. Maar liefst 70% van de technische installaties in gebouwen functioneert niet naar behoren. Laten we dat eerst maar eens onder de knie zien te krijgen.'

Rafelranden

Ten tijde van verschijning was er nogal wat aandacht voor wat toen nog nieuw was: het nieuwe werken. Werken waar en wanneer je wilt. Organisaties transformeren van ‘bricks' naar ‘clicks'. Maar ook naar een ongezonde verstoring van de balans tussen werk en privé, minder binding met de organisatie, en een schimmige rol voor leidinggevenden. Zaken waarop Mobach indertijd nog geen antwoorden op had. Hoe is dat nu, nu het nieuwe werken het nieuwe normaal is? Mobach: ‘Er heeft een grote verandering plaatsgehad. Waar het aanvankelijk nog ging om productiviteit van medewerkers, lijken we dat pad te hebben verlaten. Gebouwen voor organisaties zijn er vaak op gericht om de gezondheid en het welzijn van medewerkers te bevorderen. De WELL-certificering is daar een mooi voorbeeld van. Prachtige ontwikkeling, zeer terecht ook dat daar meer aandacht voor is gekomen. Het gaat immers altijd om de mensen die er werken, dat zij goed gefaciliteerd worden om het werk te doen. Maar er blijven ook nog rafelranden op de werkplek waar we maar niet in slagen om die voor een grote en brede groep op te lossen. Zaken als geluidsoverlast, privacy, werkplekken voor deep focus, en binnenklimaat. En dat speelt op allerlei aggregatieniveaus. Ik blijf optimistisch, daar moeten we doorheen kunnen breken. We moeten er meer energie in steken om dat nu eens écht op te lossen. Ik verwacht op dat punt veel van een ontmoeting met de kunsten. Dat verrijkt de aanpak van architectuur, techniek en organisatiekunde. Daar zit veel creativiteit, waarmee we problemen anders gaan zien en anders te lijf kunnen gaan. Ik zet daar in elk geval op in de komende jaren. De Deltapremie gaat ons daar zeker bij helpen.'

Over Pierre Pieterse

Pierre Pieterse was tot februari 2022 hoofdredacteur van Managementboek Magazine.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden