In september 2000 ondertekenden de regeringsleiders van 189 landen de United Nations Millennium Declaration. De leiders committeerden zich aan acht doelstellingen. Zo moet het aantal mensen dat honger lijdt voor 2015 worden gehalveerd. Alle kinderen moeten hun basisschool afmaken, de verspreiding van HIV/AIDS moet worden gestopt en de economieën van de minst ontwikkelde landen moeten worden gestimuleerd. Dat is slechts een greep uit het bijzonder ambitieuze lijstje van Milennium Development Goals (MDG’s).
De millenniumdoelen zijn niet alleen een uitdaging voor de regeringsleiders, maar ook voor het bedrijfsleven. Woensdag 22 april kwamen dertig jonge managers en ondernemers, allen alumni van de internationale studentenvereniging AIESEC, in Den Haag bijeen om te brainstormen over manieren waarop het bedrijfsleven een steentje bij kan dragen. Niet uit altruïsme, maar uit eigenbelang. In een gemondialiseerde economie is de ontwikkeling van achtergebleven gebieden ook in het belang van multinationals. Bovendien valt aan arme mensen best geld te verdienen, zoals C.K. Prahalad al betoogde in The Fortune at the Bottom of the Pyramid.
De plannen van de oud-AIESEC’ers werden beoordeeld door een panel van ‘Dragons’, bestaande uit topmanagers, een hoge VN-functionaris en minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking. Anders dan bij het televisieprogramma Dragons’ Den zetten deze Dragons geen eigen geld in. Ze beoordeelden de plannen slechts op hun uitvoerbaarheid.
De meeste bijval kreeg een plan om verpakkingen te gebruiken voor educatieve boodschappen. Waarom geen lees- en rekenlessen afrukken op de binnenkant van een doos cornflakes? Aidsvoorlichting op een pak melk? Dragon en Douwe Egberts-directeur Piet Hein Merckens was razend enthousiast: ‘Dit is heel goed uitvoerbaar en zeer efficiënt. Hier ga ik over nadenken.’ Andere ideeën konden op een minder warm ontvangst rekenen, zoals het vage voorstel om medewerkers te belonen als zij minder vaak ziek zijn en dat geld te investeren in gezondheidsprojecten in Afrika. VN-topvrouw Flavia Pansieri was ronduit gechoqueerd: ‘Zo discrimineer je mensen die echt ziek zijn!’
Goed doen en goed verdienen gaan best samen, maar eenvoudig is het niet. De meeste ideeën die werden gepresenteerd, waren geen echte business plannen, maar verkapte vormen van liefdadigheid. Organisator Jop Blom van EsteamWork, dat bedrijven adviseert over hun mvo-beleid, blijft geloven in duurzame business cases. Hij constateert dat mvo binnen organisaties een andere rol heeft gekregen: ‘Eerst was het vooral liefdadigheid, toen werd het van belang voor het imago en nu is het steeds vaker core business. Minder ontwikkelde markten zijn nog lang niet verzadigd. Ik geloof in het belang van de bottom of the pyramid.’ Dragons’ Den-deelnemer Ingeborg Biesterbos (consultant bij VODW Marketing) sluit zich daarbij aan: ‘Met filantropie worden de millenniumdoelstellingen niet gehaald. Ik denk dat de sleutel bij de private sector ligt, maar dan zal mvo wel onderdeel moeten worden van de core business.’ Koenders zegt vooral kansen te zien in samenwerkingsverbanden tussen bedrijven, ngo’s en overheden: ‘Publiek-private samenwerkingen kunnen een katalysator zijn voor economische ontwikkeling. Het zou mooi zijn als we onszelf overbodig maken.’
Aan goede bedoelingen geen gebrek tijdens de Dragons’ Den. Is het de jongste generatie managers menens, of is mvo een bevlieging? Feit is dat veel van de duurzaamheids- en mvo-programma’s in bedrijven worden getrokken door jonge managers. Nanno Kleiterp, CEO van ontwikkelingsbank FMO en als Dragon aanwezig in Den Haag, signaleert een trend: ‘Als wij nieuwe medewerkers zoeken hebben we de keuze uit absolute toppers. Onze maatschappelijke doelstelling zien zij als een grote meerwaarde.’ Koenders is wat voorzichtiger: ‘Ontwikkelingssamenwerking is populair bij jongeren tussen de achttien en dertig en bij mensen van boven de vijftig. Daartussen zit de cynische generatie.’
Over Rob Hartgers
Rob Hartgers is freelance journalist.