Hoe hij uit de val wil geraken? ‘Ik heb de directie verteld dat we alle fouten elke dag gaan melden, standaard.’ Tja, als het zo makkelijk zou zijn.
Wat Wiebes signaleert is een probleem dat in veel organisaties woedt: fouten worden niet gemeld maar verdoezeld. Met alle ernstige gevolgen van dien – in het geval van Wiebes: een staatssecretaris die niet precies weet wat er gaande is en een Tweede Kamer die achterdochtig is geworden. Mooie woorden helpen dan vaak niet, er is een cultuuromslag gewenst. Wiebes realiseert zich dat als geen ander. ‘Het is niet even aan een knop draaien. Ik ben ook door mijn ambtenaren gewaarschuwd. Als je alles vertelt, zeiden ze, ben je kwetsbaar, omdat mensen zien dat je fouten maakt. Mijn antwoord was: maar dat is precies wat we willen.’
Wat kan de staatssecretaris doen – en andere leidinggevenden die in dezelfde val zitten? Daniel Dennett geeft misschien wel de mooist verwoorde adviezen in zijn boek Gereedschapskist voor het denken, zoals ook beschreven in dit artikel. ‘Probeer de rare vaardigheid te ontwikkelen om te genieten van je fouten, om verrukt te raken van de eigenaardigheden die je op een dwaalspoor zetten.’
Of Wiebes kan inspiratie opdoen bij mensen die ervaring hebben met mislukkingen. In Sillicon Valley, waar de ene start-up na de andere kapot gaat, zijn er verschillende initiatieven waar mensen oefenen met het vieren van hun fouten. Dichter bij huis: hij kan gaan kijken bij het Instituut voor Briljante Mislukkingen, dat jaarlijks prijzen uitreikt aan de grootste blunders in bijvoorbeeld de gezondheidzorg en ontwikkelingssamenwerking.
De oplossing die op de lange termijn het meeste effect heeft, ligt waarschijnlijk bij een ander ministerie, dat van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Althans in het boek We worden steeds slimmer betoogt Clive Thompson dat programmeren onderdeel moet worden van het lescurriculum. ‘Computers programmeren is een kwestie van trial-and-error: er zijn maar weinig programma’s die meteen werken. Het proces van uitzoeken wat er mis is en het vervolgens oplossen is opwindend – hoera, het werkt! Het is ook een krachtige boodschap: het laat zien dat je leert door te experimenteren en fouten te maken, niet door het in één keer goed te doen.’
In het boek komt ook wiskundige en computerwetenschapper Seymour Papert aan het woord. ‘Veel kinderen worden in hun leren geremd doordat ze een leermodel hanteren waarin het je het ofwel in één keer goed hebt of het fout hebt. Maar als je leert hoe je een computer programmeert heb je het vrijwel nooit de eerste keer goed (...) Als deze manier van kijken naar intellectueel resultaat zou worden gegeneraliseerd naar hoe de bredere cultuur denkt over kennis en kennisverwerving, zouden we ons met zijn allen mogelijk minder aantrekken van onze angst om fouten te maken.’