Toch is de IT vooral het verhaal van heel veel witte mannen. Lees bijvoorbeeld het vuistdikke werk De uitvinders uit 2014 van Walter Isaacson er maar op na. Een handjevol vrouwen kon ergens in al die decennia haar stempel drukken. Ada Lovelace al in de 19de eeuw. Zij publiceerde als eerste de ‘computer’ architectuur in een paper over de ‘Analytic Engine’ waarin feitelijk hardware en software gescheiden werden. En Grace Hopper, de architecte van de eerste compiler in de jaren ’50.
De recent uitgebrachte film Hidden Figures van regisseur Theodore Melfi vertelt het werkelijke verhaal van drie zwarte vrouwen, Katherina Johnson, Dorothy Vaughan en Mary Jackson, die vanaf de jaren ’50 deelnamen aan de grote NASA projecten om de mens op de maan te krijgen. Alle drie de vrouwen ontwikkelden zich als een boegbeeld voor informatici en luchtvaarttechnici in en buiten Amerika. Zij doorbraken en als vrouw en als Afro-Amerikaan vele barrières in de Amerikaanse samenleving van de jaren ’50. Een intrigerend verhaal in een mooie film.
En ook in Nederland mogen we trots zijn op de inbreng van vrouwen in de IT. Al in de jaren ’50 werd er hard gewerkt aan een Nederlandse computer, de ARRA. Haar geschiedenis en dat van het Mathematisch Centrum Amsterdam is op schrift gesteld door Gerard Alberts en Bas van Vlijmen in Computerpioniers. In de ontwikkeling werkten de vaak mannelijk ingenieurs samen met computers en programmeurs. De ARRA en haar opvolgers hebben voor Nederland veel betekend. Klanten waren Rijkswaterstaat (onder andere dijken, inpolderingen en vloedkeringen), Philips, Fokker, Shell, enzovoort. Zij gebruikten eerst de computers en later de ARRA’s voor berekeningen. Een bijzonder stukje innovatie geschiedenis dat bijna in de vergetelheid was beland.
Over Bertrand Weegenaar
Bertrand Weegenaar is als hogeschooldocent HBO-ICT werkzaam op Windesheim. Zijn voorliefde ligt bij de onderwerpen strategie, marketing, geschiedenis; biografieën en internet; e-business.