In het jaar dat ik 50 werd, schreef ik dit boek om mijn jarenlange ervaring in de begeleiding van hoogbegaafden met andere professionals te delen. Het is vooral bedoeld voor hen die hoogbegaafden begeleiden of hoogbegaafden tegenkomen in hun praktijk of op de werkvloer. Hoogbegaafden vormen een minderheid van de bevolking en zijn daarom atypisch te noemen. Veel hoogbegaafden ervaren een afstand tot de mensen in hun omgeving. Deze afstand overbruggen, vraagt zowel iets van de hoogbegaafde als van de omgeving. Tijdens mijn begeleiding onderzoeken we beide. En met dit boek richt ik me dus ook op de mensen in de omgeving van hoogbegaafden. Maar het is ook heel bruikbaar voor hoogbegaafde volwassenen zelf.
Coachproces hoogbegaafden
De opbouw van dit boek volgt het coachproces dat ik met cliënten doorloop. Als ik met een helikoptervisie kijk naar mijn trajecten met cliënten, zie ik een proces op hoofdlijnen: herkennen, normaliseren, verwerken, groeien, benutten, onderhouden. Ook komt de rol van de omgeving aan bod. Niet ieder onderdeel is relevant voor iedere cliënt en de volgorde ligt niet vast. Ieder traject is maatwerk.
Hoofdstuk 1 gaat over hoe ik hoogbegaafdheid zie. Mijn cliënten zijn mensen die inmiddels weten of sterk vermoeden dat ze hoogbegaafd zijn, maar dit lang niet hebben geweten, met alle gevolgen van dien. Hoe ziet hoogbegaafdheid er bij hen uit?
In hoofdstuk 2 geef ik algemene en verdiepende kennis over hoogbegaafdheid. Wat komt een hoogbegaafde tegen? Wat zijn de verschillen met normaalbegaafden? Hoe verklaart hoogbegaafdheid het eigen gedrag en wat is de reactie van de buitenwereld hierop?
Hoofdstuk 3 gaat over het verwerkingsproces van de cliënten zelf. Dit proces is voor alle cliënten natuurlijk anders, omdat dit afhangt van hoe hun eigen ontwikkeling tot dan toe sporen heeft achtergelaten in hun leven.
Hoofdstuk 4 beschrijft het proces waarin de cliënt leert om te gaan met hoogbegaafdheid en de gevolgen hiervan. Er ontstaat een nieuw zelfbeeld. Om beter om te gaan met de nadelige aspecten van hoogbegaafdheid is het aanleren van nieuwe vaardigheden van groot belang. Ook bespreek ik in dit hoofdstuk hoe hoogbegaafden hun communicatieve vaardigheden kunnen verbeteren. Daarnaast komen effectief beïnvloeden en vaardigheden met betrekking tot zelfzorg aan bod.
Hoofdstuk 5 gaat over het benutten van het potentieel. In deze fase van het traject kijk ik samen met de cliënt naar passies, bij hoogbegaafden zijn dit er vaak meer dan een. Hoe zet je die om in een baan? En ik behandel het proces van zingeving; een belangrijk onderdeel in het leven van een hoogbegaafde.
In hoofdstuk 6 beschrijf ik de rol van de omgeving en hoe die het proces kan ondersteunen.
In het laatste hoofdstuk volgt de afronding van het traject. Dan kijk ik samen met de cliënt of en hoe die zonder mijn hulp weer verder kan. Wat heeft hij nodig? Welke instrumenten kan hij goed gebruiken of zijn fijn om mee te werken? Aan het eind van dit hoofdstuk schrijf ik over ‘het label voorbij’. Dit wil voor mij zeggen dat iemand de hoogbegaafdheid geïntegreerd heeft in het eigen zelfbeeld en het ‘slechts’ beschouwt als een van de vele aspecten van zijn identiteit.