Midden in de eerste corona-lockdown gaf ik (uiteraard online) een sessie over de politieke disruptie van de toeleveringsketens van bedrijven. Op het einde van de sessie praatte ik nog wat na met de CEO van een groot IT-bedrijf. Hij vertelde me heel overtuigd dat hij nu wel klaar was voor de toekomst. Zij hadden een lockdown mee opgenomen in hun bedrijfscontinuïteitsplanning. Zij zouden niet nog eens verrast worden zoals met die eerste lockdown. Toen daagde me het dat voor veel bedrijfsleiders het zich voorbereiden op de toekomst gebeurt door terug te kijken naar het verleden.
De toekomst is niet zoals gisteren
In een wereld die als maar sneller verandert door technologische en politieke ontwikkelingen is de wereld zelden nog zoals gisteren. Brexit, Trump, corona-lockdowns, de Russische invasie van Oekraïne, het zijn allemaal zaken die tot vlak voor ze gebeurden door de meeste bedrijfsleiders nog als onmogelijk gezien werden. Daarom ben ik sessies gaan geven over waar de toekomst niet zoals gisteren is.
Voordien was ik al bezig met het gebruiken van scenario’s om bedrijven zich te laten voorbereiden op politieke risico’s. Ik had veel gelezen van de uitgebreide literatuur die er over trendanalyse, scenarioplanning en foresight bestond. Maar ik merkte ook dat al die boeken waren geschreven voor mensen die al overtuigd waren. Voor mensen die bewust op zoek gaan naar de methodologische tools. Wat er nog niet was, was een boek over waarom je je als bedrijf anders moet gaan voorbereiden op een bedrijfsomgeving die steeds onzekerder wordt en plots kan veranderen.
Tussen feiten en verbeelding
Als de toekomst gewoon een verderzetting is van hoe de trends tot vandaag evolueerden, dan kunnen we die toekomst inschatten door extrapolaties te maken vanuit het verleden. Maar als het onzeker is hoe de toekomst eruit zal zien, dan wordt het moeilijker om informatie over de toekomst te vergaren. Dat betekent niet dat er geen signalen zijn die ons iets kunnen leren over wat ons te wachten staat. Maar die signalen zijn vaak heel partieel. En we kunnen ze inpassen in hoe we hopen/vrezen/denken dat de toekomst eruit zal zien. Ze bevestigen vooral wat we al denken.
Zo werden de verschillende signalen die voorafgingen aan de aanslagen op 11 september in New York genegeerd. De 9/11 Commissie noemde het een ‘falen van de verbeelding’. We bereiden ons niet voor op wat we ons niet kunnen voorstellen. Verbeelding wordt daarom een essentieel element van nadenken over de toekomst.
Verhalen vertellen
We kunnen ons de toekomst alleen maar voorstellen als we ze beleven. We gaan ons pas voorbereiden op die zaken die we zelf hebben meegemaakt. De meeste zaken kunnen we niet meemaken om ons erop voor te bereiden. Zo gaan we bv. geen terroristische aanslagen simuleren. Maar we kunnen wel gebruik maken van verhalen, scenario’s, als ersatz ervaring. Scenario’s die een verhaal vertellen van hoe een mogelijke toekomst er zou uitzien en wat dat concreet voor ons als organisatie betekent, zetten onze geest open. En met een open geest gaan we meer nieuwe signalen opvangen over de toekomst. En die signalen kunnen we dan naast die verschillende verhalen leggen om zo inzicht te krijgen in welke toekomst zich waarschijnlijk aan het ontrollen is.
Modulaire strategie
Met het boek wil ik bedrijfsleiders helpen om een modulaire strategie te ontwikkelen. Een strategie waarbij ze verschillende opties uittesten in verschillende scenario’s. Uit die opties kan er dan gekozen worden al naargelang de toekomst zich ontrolt. Zo kunnen bedrijven zich voorbereiden op heel verschillende toekomsten. Dat levert hun het onzekerheidsvoordeel. Door de onzekerheid in hun omgeving te omarmen gaan ze nieuwe opportuniteiten sneller op het spoor komen en worden ze weerbaarder tegen grote verrassingen in de omgeving.
Over Hans Diels
Hans Diels is toekomstdenker en expert geopolitiek bij het ondernemersplatform ETION. Hij maakt bedrijven wegwijs in de veranderende internationale omgeving en geeft workshops rond foresight en politieke risico’s. Hij studeerde politieke wetenschappen, internationale betrekkingen en economie aan de KULeuven, de UCL en de London School of Economics.