Mijn leven lang vond ik het lastig in groepen een volger te zijn in plaats van de sfeerbepaler. Ik zag hoe anderen die invloed wel hadden en daarbij humor wisten in te zetten. Dat wekte bij mij jaloezie, maar zette niet aan tot actie, omdat ik dacht dat ik geen talent had voor humor. Totdat het me begon op te vallen dat humorprofessionals in interviews vaak aangeven dat hun grappen het gevolg zijn van hard werken. Ze bereiden hun optredens tot in de puntjes voor en geven deze vorm met behulp van zeer specifieke formules. Dat dringt alleen nooit tot ons door, omdat we alleen het gepolijste eindresultaat te zien krijgen.
humorinstrumenten
Ik begon me af te vragen hoe ‘gewone’ mensen zoals jij en ik gebruik kunnen maken van professionele humorinstrumenten om familie, vrienden en collega’s te vermaken. In mijn zoektocht naar het antwoord op deze vraag raadpleegde ik vele handboeken van gevestigde comedians. Het viel mij op dat deze primair gericht zijn op toekomstige cabaretiers, en niet op het gebruik van humor in het normale sociaal verkeer. En ja, er zijn titels beschikbaar die zich richten op humor in een bepaalde context, bijvoorbeeld op de werkvloer of specifiek in de zorg. Maar het ging mij om ‘humor rond het kampvuur’, om grappige interactie in een informele setting. We kennen allemaal die momenten van ongemakkelijke stiltes, juist ook in een veilige omgeving met mensen die je goed kent. Ik ging op zoek naar een manier om anderen te vermaken met hilarische verhalen en komische, quasi-serieuze betogen.
Negenstappenplan
Ik kwam erachter dat alle comedians - van de Nederlandse koning van de oudejaarsconference Toon Hermans tot de ontregelende Amerikaanse comedy-icoon Louis C.K. - gebruik lijken te maken van één en dezelfde methode voor hun acts. Daarbij maakt de vorm van de humor niets uit: het kan een stand up zijn, of een conference, maar ook een grappig interview of een gevatte column. Hierop voortbordurend kwam ik op het negenstappenplan. In het boek werk ik hoofdstuk voor hoofdstuk naar het stappenplan toe. Onderweg laat ik zien hoe je grappig uit de hoek kunt komen met een komische opmerking of een gevatte reactie. Naast een beproefde aanpak bevat het boek ook oefenopdrachten, want hoe meer je oefent, hoe beter je wordt. Het kost misschien moeite, maar het is de moeite waard. Als je humor kunt inzetten in het dagelijks sociaal verkeer, thuis en op het werk, dan zul je meer succes hebben. Onterecht of niet: mensen vinden je slimmer, leuker en aantrekkelijker als je humor gebruikt.
Voor wie is dit boek geschreven?
Je wil grappiger worden. Je staat bekend als serieus, hoewel je stiekem best humor hebt. Het komt er alleen niet voldoende uit, omdat je onzeker bent en bang om jezelf te kijk te zetten. Als je anderen ziet die gemakkelijk de lachers op de hand krijgen wekt dat bij jou jaloezie. Jij wil dat ook wel, maar weet niet goed hoe dat voor elkaar te krijgen. Bovendien vraag jij je af: hoe werkt humor eigenlijk? Je weet dat overdrijven een humortechniek is, en je hebt wel eens gehoord van het stellen van ‘wat als’-vragen, maar daarmee houdt het al snel op. Het is niet dat je geen gevoel voor humor hebt, je kunt smakelijk lachen om goede grappen. En je hebt je momenten gehad dat je samen met anderen in een onbedaarlijke lachbui terechtkwam. Maar je creëert geen humor. Daar wil jij verandering in aanbrengen. Dat proces heb ikzelf inmiddels doorlopen. Eén voorbeeld van de nieuwe ‘mij’:
Als stagiair zat ik ooit na het werk met mijn nieuwe collega’s op een terras. Plots kwam mijn toenmalige vriendin op skeelers aangereden. Ze stopte, boog zich voorover, gaf me een dikke zoen, en skeelerde verder. Een van de anderen vroeg: ‘Was dat je vriendin?’ Waarop ik - ernstig als altijd - naar waarheid antwoordde: ‘Inderdaad, dat was mijn vriendin.’ Mijn antwoord zou tegenwoordig zijn geweest: ‘Nee, nog nooit gezien.’
Over Marc Gulikers
Marc Gulikers is jurist en bedrijfseconoom. Marc ziet het als een uitdaging om iedereen in staat te stellen om door inzet van humor meer invloed uit te oefenen op de stemming in groepsverband.