Mijn eerste tip gaat over de vraag: Wat kan ik zeggen als iemand over mijn grens gaat?
Je herkent een grens bij jezelf aan jouw gevoelens. Voel je je boos, bedroefd of bang? Dat wil jou iets zeggen. Bij boos of bang nadert iemand misschien jouw grens. Bij bedroefd is iemand er waarschijnlijk al eerder overheen gegaan. Vraag jezelf af: wat heb/had ik nodig? Zo kom je bij de behoefte die jouw grens en gevoelens willen beschermen. Deze kun je vervolgens communiceren. Met geweldloze communicatie (Geweldloos communiceren is het levenswerk van Marshall Rosenberg) doe je dit zo:
Toen jij [objectief beschreven gedrag], voelde ik [gevoel] omdat [mijn behoefte] voor mij belangrijk is. Zou je bereid zijn om [vraag iets haalbaars]?
Alleen of met hulp?
Zou jij het zelf willen weten als je (per ongeluk) over iemands grens ging? Als ik dit vraag in een workshop gaan altijd vrijwel alle handen omhoog. Het is fijner om zo’n pijnlijke boodschap direct van een collega te horen dan via roddels of de klachtencommissie. Vind je dit alleen ingewikkeld? Je kunt een collega, leidinggevende of de vertrouwenspersoon vragen om je te helpen het gesprek voor te bereiden.
Wanneer zeg ik er iets van?
Je kunt direct publiekelijk iets zeggen als iemand over een grens gaat. Dat noemen we een call-out. Als je verwacht dat het gevoelig ligt, kun je ook gaan voor een call-in. Je komt er dan later op terug. Zoals in dit voorbeeld:
“Hi Bo, ik wil graag even terugkomen op onze afgelopen meeting. Je onderbrak mij een aantal keer. Wil je me de volgende keer laten uitpraten?”
Wat kan ik zeggen als ik iets zie gebeuren?
Hoe weet ik dat het over een grens gaat?
Het is niet altijd makkelijk om grensoverschrijdend gedrag te herkennen. Ik heb hier niet voor niets een boek van 225 pagina’s over geschreven. De ultrakorte versie: er is een situatie waar iemand leed van ondervindt waarvoor deze persoon geen toestemming heeft gegeven.
Wanneer moet ik iets zeggen?
Als de situatie voor jou veilig genoeg is, kun je een groot verschil maken voor een ander. Veel grensoverschrijdend gedrag heeft als kenmerk dat er een ongelijkwaardige situatie is. Iemand kan zichzelf dan moeilijk of niet verdedigen. Jij hebt als buitenstaander wel de kans het patroon te doorbreken.
3. Wat kan ik dan doen?
Ik geef je hier drie tactieken: Direct action, Distract en Delay. Met Direct action doe je meteen iets.
Zeg iets: ‘Hé, houd daar eens mee op, joh!’
Stel een vraag: ‘Ik snap niet waarom dat grappig is. Leg eens uit?’
Of zwijg: lach bijvoorbeeld eens niet om een grap en zie wat er gebeurt.
Distract is iemand uit de situatie halen of de aandacht afleiden door deze bijvoorbeeld op jezelf of een ander onderwerp te brengen. ‘Theo, jou had ik net nodig. Kom je mee?’ Bij Delay kom je er later op terug. Dat kan zowel bij het ‘slachtoffer’ als de ‘dader’. Beschrijf bijvoorbeeld de situatie en vraag: “Hoe was dat voor jou?’
Deze tactieken zijn onderdeel van Active Bystandership. Origineel ontwikkeld in Amerika voor politieagenten, maar nu veel gebruikt in verschillende organisaties.
Over Evita Lammes
Evita Lammes helpt met haar bedrijf Studio Samen organisaties om inclusiever te communiceren, grenzen te stellen en een aanspreekcultuur te creëren. Ze geeft trainingen en keynotes over het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag en werkt samen met klanten zoals DEPT & bol.com, ProRail, Politie Nederland, en Gemeente Amsterdam.