Coachen en gecoacht worden is een fenomeen dat binnen organisaties steeds vanzelfsprekender wordt gevonden. In de praktijk wordt het coachen vaak overgelaten aan ‘echte’ coaches. Appeltaart voor managers - Recepten om te coachen maakt het echter mogelijk dat leidinggevenden, managers en professionals deze rol zelf kunnen gaan invullen. De auteurs zijn ervan overtuigd dat managers zelf met coachen aan de slag moeten, willen zij het talent binnen hun organisaties behouden en ontwikkelen. Managers zijn immers veel meer aanwezig binnen de organisatie: zij kennen de mensen, zij kennen de organisatie, en kunnen zo in veel situaties beter coachen dan een externe coach.
Wat is coachen dan? In Appeltaart voor managers, recepten om te coachen beschrijven wij coachen als het bijdragen aan de doelgerichte zelfontwikkeling van mensen. Als manager heb je daarin een dubbele verantwoordelijkheid. Je hebt immers als manager, naast de verantwoordelijkheid voor het belang van je coachee, ook een belang bij een bepaald bedrijfsresultaat. Om die twee zaken niet door elkaar heen te laten lopen richten de technieken in het boek zich op de zelfontwikkeling van de coachee zoals een externe coach die ook zou gebruiken. Daar kan je als manager je voordeel mee doen.
Mocht je nu denken dat je een toolbox voorgeschoteld krijgt met een beschrijving van een aantal technieken, dan heb je het mis. Appeltaart voor managers, recepten om te coachen gaat een stap verder dan dat. De appeltaart wordt gebruikt als metafoor voor het coachingsgesprek.
Toen je voor de eerste keer een appeltaart ging bakken, zocht je een recept. Je volgde de stappen in dat recept en na een paar uur had je een appeltaart. Misschien nog niet helemaal jóuw appeltaart en misschien ook niet de allerlekkerste, maar het was een appeltaart. En met veel oefenen en het toevoegen van je eigen twist lukt het je steeds beter!
Zo werkt het ook met coachen: pak een recept uit dit boek en ga aan de slag. Na afloop heb je een coachingsgesprek, misschien nog niet helemaal jóuw coachingsgesprek en misschien niet het allerbeste, maar het is een coachingsgesprek. En met veel oefenen in de praktijk en het toevoegen van je eigen twist lukt het.
Appeltaart voor managers, recepten om te coachen voorziet daarmee in een nieuwe manier van leren: leren door middel van recepten, waardoor je het leren van het coachen kunt versnellen.
Ons boek biedt je daarnaast nog een aantal mooie extra’s. Ten eerste zijn de recepten ingebed in een coachingsmodel: het 9C-Coachingmodel. Daarmee wordt een coachingsgesprek overzichtelijk samengevat aan de hand van 3 randvoorwaarden en 6 stappen. Een fijne structuur om mee te werken en je als – beginnend – coach houvast te bieden. De randvoorwaarden kun je afvinken met behulp van de checklists en voor de 6 stappen vind je de recepten.
Daarnaast vind je in Appeltaart voor managers, recepten om te coachen ook voldoende verdieping wanneer je net iets meer van vaardigheden wilt weten. Net zoals het een bakker helpt om meer te weten van de ingrediënten waarmee hij werkt, en de technieken waarvan hij gebruik kan maken, zo helpt het de coach om meer te weten van de basisvaardigheden van een coach: observeren, vragen stellen, luisteren en voelen.
Ten slotte kent ons boek een leuke extra in de vorm van een vragenlijst die je via internet kunt invullen. De bekende kleurentypering van medewerkers in bedrijven is vertaald naar een kleurentypering voor de coach, zodat je jouw voorkeursstijl van coachen kunt achterhalen.
Judith de Koeijer, Mirjam Speelmans en Donatus Thöne zijn de auteurs van Appeltaart voor managers.
Over Donatus Thöne
Donatus Thöne is coach, trainer en consultant. Hij studeerde Klinische Pedagogiek en volgde een reeks coachingsopleidingen bij onder meer Phoenix en Piet Weisfelt. Hij studeerde aan het Anna Freud Institute en heeft de opleiding stervensbegeleiding gedaan bij Beth Weiner, een leerling van Elizabeth Kübler-Ross.