Waar is een Nee club precies op tegen?
De Nee club is bedoeld als een collectief ‘nee’ tegen de gangbare werkverdeling in organisaties. Wat we als vrouwen in onze professionele levens hebben gemerkt, is dat we bedolven worden onder wat we niet-promotiewaardige taken noemen. Dat zijn karweitjes die zich afspelen onder de radar, die niet direct bijdragen aan de kerndoelen van de organisatie, en waar je geen speciale vaardigheden voor nodig hebt. Werk dat heel belangrijk is voor het geheel, maar in principe door iedereen gedaan kan worden, zodat het niet gewaardeerd wordt als het gaat om loonsverhogingen en promoties. Denk aan het inwerken van een nieuwe werknemer, het voorzitten de feestcommissie, of het bijstaan van een klant die niet zoveel geld in het laatje brengt.
Vaak gaat het om kleine dingen die je er even bij denkt te kunnen doen. Maar als al die verplichtingen zich opstapelen kunnen ze je carrière echt afremmen. Uit onderzoek blijkt dat vrouwen per jaar zo’n tweehonderd uur meer aan niet-promotiewaardig werk besteden dan mannen. Dat is meer dan een volledige werkmaand!
Waarom zijn het vooral vrouwen die zich voor dit werk lenen?
Dat was inderdaad de grote vraag. We dachten in eerste instantie dat het misschien kwam omdat ze er meer plezier in hadden, of omdat ze er de beste persoon voor waren. Maar het blijkt dat vrouwen dit werk doen omdat we het collectief van ze verwachten. Als we in een vergadering iemand zoeken om een niet-promotiewaardige taak te verrichten, dan vragen we dat bijvoorbeeld eerder aan een vrouwelijke dan aan een mannelijke werknemer, en is de kans is ook groter dat ze ja zegt. Dat komt voor een deel uit schuldgevoel, want als zij het niet het doet, dan doet niemand het, maar ook uit angst. Als een vrouw nee zegt dan wordt ze daar doorgaans nu eenmaal veel harder op afgerekend dan wanneer een man dat doet. En die dynamiek manifesteert zich in alle lagen van de organisatie: jonge werknemers hebben er evenveel last van als topbestuurders.
Hoe doorbreek je dit verwachtingspatroon?
Vrouwen zijn het probleem niet hier. Zelfs al lukt het ze om nee te zeggen, dan nog is de kans groot dat zo’n klusje naar een andere vrouw gaat. Het punt zit hem in de organisatie zelf, en hoe we met z’n allen werk distribueren en waarderen. Wat dat betreft is er een belangrijke rol voor de manager. Het is cruciaal om te beseffen dat gender-ongelijkheid nooit zal worden opgelost zonder een goed begrip van de achterliggende redenen. Het feit dat vrouwen lagere salarissen hebben, vaker een burn-out krijgen, minder zelfvertrouwen genieten, het heeft allemaal te maken met het gegeven dat mannen en vrouwen van gelijke competentie verschillende taken krijgen toegewezen. Het goede nieuws is dat kleine veranderingen al een enorm verschil kunnen maken. Trek voortaan bijvoorbeeld lootjes als een niet-promotiewaardige taak verricht moet worden, in plaats van om een vrijwilliger te vragen. Of wijs zo’n klusje gewoon toe aan iemand die tot dan toe de dans is ontsprongen.
Wat kunnen vrouwen in de tussentijd zelf doen zonder als niet-collegiaal te worden weggezet?
Het is belangrijk om strategisch te denken als het om je werkportefeuille gaat. Soms helpt het al om niet direct in te stemmen als iemand je vraagt om een niet-promotiewaardige taak te verrichten. Dat geeft je niet alleen tijd om na te denken, het tempert ook de verwachtingen van degene die een beroep op je doet. Zorg bij een ‘nee’ dat je uitlegt waaróm je niet op het verzoek in kan gaan, en help vervolgens om het probleem op een andere manier op te lossen. En als je uiteindelijk geen keus hebt, probeer dan een andere verplichting te laten vallen, of koppel er op zijn minst een tijdslimiet aan, zodat je er niet voor altijd aan vast zit.
Waarom pleit u ervoor om dit buiten kantooruren in groepsverband te bediscussiëren?
Het voordeel van een Nee club is dat iemand je verantwoordelijk houdt voor je beslissingen. Zodat je bij elke verzoek een stemmetje hoort, ok, volgende maand heb ik een bijeenkomst met een groep gelijkgestemden die oprecht betrokken is bij mijn succes, en dan moet ik deze keuze wél goed kunnen praten. Het probleem is dat de verzoekjes om dingen te doen die niet cruciaal zijn voor je carrière nooit ophouden. Zelfs ik heb na het schrijven van dit boek nog momenten waarin ik me bedolven voel. Zo zit ik in twee promotiecommissies, maak ik deel uit van een panel van de National Science Foundation, en leid ik de zoektocht naar een nieuwe redacteur voor een belangrijk economisch tijdschrift. En dat zijn alleen nog de verplichtingen van de laatste twee weken.
Betekent dit dat mannen dat werk dan maar moeten doen?
Uiteindelijk wel, ja. Al moet ik daarbij aantekenen dat die schifting niet een-op-een is, want ook mannen hebben soms moeite om nee te zeggen tegen dit soort klusjes. Misschien belangrijker nog is dat we het probleem collectief gaan benaderen, zodat de subgroep die zich zonder veel na te denken laat bedelven onder ondergewaardeerd werk beter in staat zal zijn om haar talenten optimaal te benutten. Het voordeel van een situatie waarin iedereen belast wordt met niet-promotiewaardige taken is dat het probleem meer zichtbaar wordt, en dat we ons eerder afvragen: kunnen we dit werk misschien overlaten aan een meer junior persoon, of moeten we het gewoon beter gaan waarderen? Het inwerken van collega’s is bijvoorbeeld niet iets waar iedereen goed in is, maar wat toch heel belangrijk is voor het vasthouden van talent. Er is geen enkele reden waarom dat niet in het salaris tot uitdrukking zou kunnen komen.
Over Jeroen Ansink
Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.