Hoe meer ik van De Looze lees, hoe meer overtuigd ik raak van zijn talent om de meest ingewikkelde concepten uit de (organisatie-)psychologie in woorden te vangen. Ontdaan van alle franje die vakliteratuur vaak kenmerkt ("vakjargon"), blijft de betekenis in essentie over. Het gemak waarmee hij metaforen uit het dagelijks leven inzet om bijvoorbeeld een begrip als overdracht & tegenoverdracht uit te leggen... zó razend knap! De droge humor daarbij, maakt het een ‘fijn' boek om te lezen (over dit ‘fijn' later meer). In ieder hoofdstuk komt de vraag "Maar wat nou als..." terug. Het heeft het effect dat ik als lezer op scherp word gezet. In het ontwerp van zijn DIY formuleert De Looze 6 uitgangspunten waarmee hij zijn visie op leren verwoordt. De ‘Maar wat nou als...'- stukken zijn een mooie uitwerking van uitgangspunt 2: ‘Je stelt goede vragen'. Dank, Raymond!
Experimenteren
Ieder hoofdstuk zet bovendien aan tot actie, op een manier die ook echt uitnodigt om te gaan experimenteren (‘Je experimenteert', uitgangspunt 5). Misschien is het mooiste nog wel dat De Looze aanzet tot ‘ervaren', waardoor alle zintuigen worden ingeschakeld. Naast reflectie (‘Je reflecteert regelmatig', uitgangspunt 3) en zelfonderzoek zet het aan tot het betrekken van anderen bij het eigen leerproces. Als systeemdenker in hart en nieren word ik blij van de uitnodiging om in interactie te leren. Daarom ook geniaal bedacht om de Nomad-edition door te geven en de Homie-versie zelf te houden; een prachtige uitwerking van het uitgangspunt ‘je vindt geven even belangrijk als krijgen' (uitgangspunt 6).
Grote charme van dit eerste boek van De Looze (ik schat in dat er nog zeker een aantal boeken zullen volgen!), is dat het eigenaarschap (in de titel al) bij de lezer zelf belegd is. En consequent bij de lezer houdt. Betweterigheid is bovendien niet aan hem besteed, wat als effect heeft dat de informatie die ‘op de tong geproefd wordt, zo lekker naar binnen glijdt.' Dit zit vooral in de knappe prestatie om de keuze steevast bij de lezer te houden, en werkelijk belangeloos te zijn over de uitkomst. Het kan niet anders dan dat De Looze hier z'n eigen huiswerk gedaan heeft. Bravo!
Jong, oud, werk, privé
Het vakmanschap springt ervan af, wat ook merkbaar is in het gemak waarmee De Looze voorbeelden uit werkcontexten net zo makkelijk uit z'n mouw schudt als persoonlijke contexten. Hierdoor kan de lezer makkelijker betekenis geven naar de eigen context; als persoon, én/of als professional.
Een ander vormaspect betreft de wijze waarop De Looze zijn boodschap aan de young professional brengt: aansprekend, uitnodigend, prikkelend. De Looze is daarin een slimme gast: óveral kom ik hem tegen. Of het nu een artikel betreft in de ‘Womens Health', of in z'n charmante bedankjes op LinkedIn: hij laat van zich horen!
Ik mag hopen dat de ‘moderne' boodschap ook de doorgewinterde professionals bereikt, omdat de perspectiefwissel die De Looze steeds biedt, oprecht anders doet kijken. Dit uitgangspunt 4 (‘Je kijkt steeds anders - omdat het juist wisselende perspectieven zijn die je verder kunnen helpen.') ademt het hele boek.
Aanbevelingen
Vol lof, dus. Ik kan slechts een aantal aanbevelingen meegeven (het is immers niet aan mij). Waar ik deze review start met het prijzen van het taaltalent, vallen de woorden ‘fijn' en ‘tof' (die regelmatig gebezigd worden) in een heel ander vaatje. Het roept allerlei nieuwsgierige vragen op over deze formuleringen, die mijns inziens geen enkele inhoud hebben. Zelfbewust als De Looze is, heeft hij daar ongetwijfeld heel goede redenen voor. Wellicht kondigt het al een volgend boek aan..... Dit puntje van kritiek roept vooralsnog dus een glimlach op.
Van de twaalf gangpaden die De Looze beschrijft zijn wat mij betreft elf gangpaden omlijst met alle waardering waar ik hierboven rijkelijk mee strooi. Slechts één gangpad mist wat mij betreft zijn doel, gangpad 6: ‘Hollow Phrases'. Ineens proef ik tóch een beterweter, die in de taal oordelen oproept.... Hier kan ik óók nog om glimlachen....
Wat me als vakidioot stoort, is het gebrek aan bronverwijzing. Waar ik gruwelijk smul van de bijna brutale manier waarop De Looze me prikkelt, is dit gebrek aan bronverwijzing wederom een interessante keuze. Los van het feit dat verwijzing uitnodigt tot verder onderzoek, naar de bron. Gemiste kans, wat mij betreft. Gelukkig gaat de verkoop goed, heb ik begrepen, dus kan dit in de 2e druk rechtgezet worden .
Ik doe een oproep aan alle instituten die leerprocessen als product bieden (opleidingsinstituten, hogescholen, coachopleidingen) om DIY Goeroe op de literatuurlijst te zetten! Ook voor coaches, adviseurs en trainers biedt DIY mooie perspectieven, alsook ingangen voor aansluiting. Waar ik zelf een aantal teams met young professionals begeleid, verwijs ik naar bepaalde gangpaden, afhankelijk van de thema's en de leervragen. Ze worden aangezet tot leren - waarmee het succes van DIY wat mij betreft onomstotelijk bewezen is.
Tot slot
De Looze laat met dit debuut lezen hoe hij - feitelijk generatie X, maar in zijn bewustzijn veel meer een millennial - iedere leeftijd aanspreekt. Hij schrijft bovendien ‘gender-neutraal', wat mij betreft. Ik had aan de voorkant bij het lezen de nieuwsgierige vraag in hoeverre het De Looze lukt om ook (jonge) mannen aan te spreken als lezersdoelgroep. Vooralsnog is mijn indruk dat hij daar goed in geslaagd is. Mijn 24-jarige zoon, die de Nomad-versie heeft gekregen, wordt in ieder geval enorm geïnspireerd door DIY.
Over Roy de Brabander
Roy de Brabander is zelfstandig coach & adviseur en auteur. Hij coacht en adviseert directies en managementteams in hun eigen teamontwikkeling en adviseert hen op het snijvlak van structuur en cultuur.