Goed argumenteren is een vaardigheid. Nee, meer dan een vaardigheid: een kunst. En in die kunst ben ik al een jaar of dertig zeer geïnteresseerd. De liefde ontwaakte op het gymnasium met het lezen van de prachtige verdedigingsrede van Cicero voor Milo. Ik zie hem nog lopen langs die snikhete Via Appia. Toen kwam Plato: het was genieten als Sokrates weer eens iemand verbaal de hoek indreef op vrijdagmiddag het achtste uur, terwijl de leraar Grieks zich in steeds groter wolken sigarenrook hulde. Tijdens mijn studie werd ik gegrepen door 'Elementaire argumentatieleer' van Arne Naess en de colleges klassieke retorica van Braet. Ik zat daar in een werkgroep met Pauline Slot, die samen met Willem Koetsenruijter 'Schrijven van betogen' heeft gepubliceerd. 'Schijven van betogen' biedt de enigszins ervaren schrijver een voorbeeldige handleiding bij het schrijven van een kwalitatief goed betoog. Koetsenruijter en Slot behandelen alle inhoudelijke aspecten van het schrijfproces: spelling en stijl blijven buiten beschouwing. Dat is een andere stiel, al lees ik vanmorgen in 'Onze Taal' dat werkgevers nog steeds een zwaarder gewicht toekennen aan de spelling van een sollicitatiebrief dan aan het indrukwekkende bijgevoegde curriculum. So much for de klassieke rhetorica dus. Maar ja, beweerde Noam Chomsky al niet dat een knuppel de effectiefste manier van argumenteren is? Wat is een betoog eigenlijk? Welke mogelijke standpunten zijn er? Hoe formuleer je een standpunt en hoe preciseer je het? Hoe presenteer je het vervolgens? Met welke argumenten ondersteun je je standpunt en hebben die argumenten ook weer ondersteuning nodig of zijn ze afdoende? Hoe vind je argumenten? Welke argumenten zijn er? Wat is de beste manier om die argumenten te presenteren en de tekst te structureren? Koetsenruijter en Slot maken het allemaal duidelijk. Een aantal dingen vond ik erg goed aan het boekje. Het is met vaart en humor geschreven, waardoor het leest als een trein. De auteurs doen moeite om hun tekst te larderen met citaten uit zeer diverse werken en over zeer verschillende onderwerpen: van ectoplasma tot Mondriaan en van schilderijen in treinen tot de goedgelovigheid van rechters. Zo blijft de tekst levendig en spannend. In het slothoofdstuk presenteren de auteurs een checklist controlevragen aan waarmee iedereen zijn eigen teksten kan reviseren. Hun eigen betoog over de onwenselijkheid van premiedifferentiatie in de ziektekostenverzekering en de revisie daarvan laat zien hoe de lezer met deze checklist te werk kan gaan. Ook goed: ieder hoofdstuk sluiten ze af met een serie oefeningen. En nee, de antwoorden staan niet achterin het boekje en er is ook geen antwoordenboekje te koop of te vinden. Zelfs niet op scholieren.com. U zult het zelf moeten doen - en dat lukt best. Een tijdje geleden hadden we op school een discussie over de aanschaf van een nieuwe methode. Voor ons woog het onderdeel argumenteren zwaar mee bij de keuze. Nu ik 'Schrijven van betogen' gelezen heb, denk ik dat we met dit boekje de leerlingen een enorme dienst kunnen bewijzen, ook al vormen studenten uit het hoger onderwijs de primaire doelgroep. Maar zij vormen zeker niet de enige doelgroep. Het boek is uitermate geschikt voor iedereen die in korte tijd wil leren om zijn mening goed beargumenteerd op papier te zetten. En natuurlijk voor iedere manager die een poging wil wagen een verschil van mening de wereld uit te helpen. Of anders gezegd: die effectief zijn gelijk wil halen. 't Ligt er maar aan welk type manager hij is...
Over Bert Thiel
Bert Thiel (1961) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde in Leiden. Hij gaf ruim dertig jaar les in het voortgezet onderwijs. Nu leest, dicht en schrijft hij.