De specifieke voordelen die volgens Lewis geïmplementeerd kunnen worden door een alliantie tussen afnemer en leverancier, zijn: continue kostprijsverlaging; kwaliteitsverbeteringen; kortere ontwerptijd; verbeterde operationele flexibiliteit; meer waarde voor de cliënten van de afnemer; betere wisselwerking met de technologie; en krachtiger concurrentiestrategieen. Gerelateerd aan deze voordelen zijn afnemers volgens Lewis in staat de volgende resultaten te boeken: hogere winstmarges; lagere kosten; meer waarde voor de afnemer; en een groter marktaandeel. Als overkoepelend gezamenlijk doel van allianties noemt Lewis het verhogen van de waarde van de leverancier voor de afnemer. In de praktijk van de afgelopen tien jaar zijn er met name voordelen gerealiseerd in de kostenreductie bij voortbrengingsprocessen (bijvoorbeeld in distributie/voorraden en produktie). Alhoewel Lewis zelf aangeeft dat een alliantie verder gaat, is de hoeveelheid praktische voorbeelden rond kostenreductie groter dan die rond waardecreatie (co-development etcetera).
Waardecreatie krijgt momenteel steeds meer aandacht maar de hoeveelheid praktische voorbeelden is minder groot. De onderzoeksaanpak van Lewis is sterk gericht op het achterhalen van 'best practises' uit case-materiaal. Hierbij heeft hij zich specifiek gericht op Motorola, Marks & Spencer, Crysler en Philips Consumer Electronics Company (in de VS). Gezien de gebruikelijke focus op 'high tech' produktiebedrijven in cases is vooral het materiaal over de detaillist Marks & Spencer positief opvallend. Dat Lewis sterke overeenkomsten vindt tussen Motorola, Crysler en Philips Consumer Electronics Company, is minder opvallend dan de conclusie dat dit ook voor Marks & Spencer geldt. Deze conclusie van Lewis kan wel worden genuanceerd: de case-bedrijven hebben ieder een duidelijk leidende positie in de waardeketen, terwijl zo'n leidende positie in sommige andere sectoren niet kan worden geïdentificeerd. De focus op cases en 'best practises' en de manier waarop Lewis hier mee omgaat, heeft consequenties voor de praktische bruikbaarheid. Door de vele voorbeelden stimuleert het boek de ontwikkeling van ideeën voor het eigen werk. Verder krijgen lezers een goed en praktisch gevoel voor de aard van dit soort allianties. Hiermee is het boek bruikbaar voor mensen die zelf met dit soort allianties te maken hebben/krijgen, als opleidingsmateriaal in post-experience opleidingen, en als sympathiek relatiegeschenk voor afnemers/leveranciers. De gebruikte aanpak heeft ook nadelen. Lewis richt zich minder op de structurering en classificering van de uitdagingen en oplossingen in allianties. Hierdoor is er niet veel tool-ontwikkeling voor analyserende managers, consultants en wetenschappers. Lewis beperkt zich tot een reeks checklisten met 'best practises'voor verschillende alliantie-vraagstukken Het boek is niet geschreven om van pagina 7 tot 328 door te lezen. Daarvoor is het ook te uitgebreid geschreven. Als introductie kunnen lezers volstaan met: de inhoudsopgave, de inleiding, hoofdstuk 1 en 14 en de samenvattende tabellen per hoofdstuk. Voor verdere verdieping kunnen (delen van) hoofdstukken ad-hoc en in willekeurige volgorde worden geselecteerd op basis van de tabellen en inhoudsopgave.
Over Jeroen Kemperman
Jeroen Kemperman is senior programmamaanger waardemanagement & merkpositionering Zorg bij Achmea.