In 'Dokter is ziek' staan twee onderwerpen centraal. In hoeverre kunnen patiënten hun zorg sturen en staat de patiënt centraal in de zorg? Gonny ten Haaft gebruikt als rode draad een aantal thema's zoals afhankelijkheid, bejegening, wachttijden en de mogelijkheden om zelf te sturen. Maar bovenal de lessen die de zorgverleners geleerd hebben voor hun eigen professionele handelen. Een dokter weet volgens Ten Haaft pas wat het is om patiënt te zijn als hij er zelf één is. Tevens blijkt een zorgverlener vaak in één ochtend als patiënt op een polikliniek meer over de omgang met zieke mensen te leren dan in jaren praktijk. Ziekenhuismedewerkers hebben volgens Ten Haaft vaak geen oog voor het perspectief van een individuele patiënt. 'Voor hen is het allemaal routine - het gebeurt iedere dag. Voor een patiënt is het heel persoonlijk, het is zijn leven'.
De geïnterviewde zorgverleners moeten ondanks hun kennis nu alles als patiënt ondergaan en zich overgeven aan anderen. Ze ervaren dat ze zich ineens een nummer voelen en hebben vooral kritiek op de communicatie en de bejegening. Het taalgebruik van zorgverleners kan bijdragen aan het gevoel dat men niet serieus genomen wordt. Een bron van ergernis is bijvoorbeeld het gebruik van de eerste persoon meervoud. 'Wat willen we vandaag op ons boterhammetje?' Maar het allerbelangrijkste is niet de taal zelf, maar het respect voor de patiënt als individu. Zo beschrijft Ten Haaft de ervaring van de verpleegkundige die een zeer ernstige infectie overleeft. Na overplaatsing van de IC naar de verpleegafdeling blijkt ze nog te zwak om zelf te eten. Drie dagen lang gaat het voor haar neergezette eten onaangeroerd retour. Niemand vraagt zich af of de patiënt wellicht hulp nodig had. Pas op de derde dag stelt een diëtiste vast dat de patiënt nog slechts 45 kilo weegt. Hoewel het boek niet echt boeiend is en van de hak op de tak springt, wilt u wel weten hoe het de patiënten vergaat en leest u het vervolgens toch in één adem uit. 'Dokter is ziek' is geen graadmeter voor de gemiddelde zorgverlener. Zo is daar een bestuurder van een ziekenhuis die weet hoe de hazen lopen. Hij kon zijn netwerk inzetten om de dodelijke ziekte te lijf te gaan. Dit is niet voor alle zorgverleners weggelegd. Godzijdank is dit wel de redding geweest voor desbetreffende patiënt. Een andere bestuurder en verpleegkundige 'regelden' zelf de artsen die hen zouden opereren, waarna de operatie naar volle tevredenheid verliep. En dan is daar de arts die zich bewust was van zijn bevoorrechte positie en van zijn netwerk gebruikmaakte zodat hij overal snel geholpen werd. Ten Haaft sluit af met een aantal conclusies. De zorgmedewerkers moeten ondanks de bureaucratie, te weinig geld en tijd (weer) leren om in hun patiënten geïnteresseerd te zijn. Hier raakt de auteur bij mij een gevoelige snaar en doet zij veel zorgverleners ernstig te kort. De oplossing die Gonny ten Haaft aandraagt, is dat de patiënt net als zoals een vliegtuigpassagier een purser nodig heeft. Een voor de patiënt vertrouwde medewerker die zich over hem ontfermt en de verantwoordelijkheid voor hem draagt. Deze purser moet de patiënt welkom heten in het ziekenhuis en vermelden dat de patiënt met alle vragen bij hem terecht kan. Gelukkig worden er ook positieve verhalen verteld. De geïnterviewden hebben vanzelfsprekend begrip voor de complexiteit van de zorg, maar vooral waardering voor zorgverleners die vanuit empathie en respect reageren. Degene die dichtbij zijn als de patiënt dat wil en de nodige distantie betrachten als dat aan de orde is. Maar zo blijkt ook dat een arts die in de goede zin des woords arrogant en bevoogdend is voor een patiënt heilzaam kan zijn. Duidelijkheid en eerlijkheid kunnen hard aankomen, maar soms moet de regie nu eenmaal in het belang van de patiënt worden overgenomen. Kortom, er is ook waardering voor de momenten waarop de zorg werkt zoals iedereen dat wenst. En gelukkig kan ik u melden dat de meerderheid van de zorgverleners dit beoogt. Desondanks is het van groot belang dat alle zorgverleners zich bewust worden van de schrijnende, helaas herkenbare en dus confronterende voorbeelden in dit prachtige boek.
Over Peter Vermeulen
Peter Vermeulen MBA is ondernemer, investeerder en co-founder van mEYEholding en Azalea Vision en schrijft recensies op persoonlijke titel.