'Het argument van Benjamin R. Barber in 'De infantiele consument' is dat de productie-economie van weleer verworden is tot een consumenteneconomie. In een productie-economie worden er producten geproduceerd die voorzien in een reële behoefte. Deze producten worden verkocht aan consumenten die hun behoeften dan bevredigd zien. Maar door het kapitalisme van vandaag de dag wordt er echter een zeer grote hoeveelheid aan goederen geproduceerd die niet voorziet in een reële behoefte. De basisbehoeften in de westerse wereld zijn namelijk voor het merendeel al vervuld. Om nog wel spullen te verkopen, creëert het kapitalisme met marketing een zogenaamd 'infantiel ethos' bij volwassenen en benadert ze kinderen, het liefst al vóór de geboorte, als consument.
Zo drinken veel mensen in de westerse wereld water uit een flesje, terwijl ditzelfde water ook uit de kraan komt. Tegelijkertijd zijn er in grote delen van de wereld miljoenen mensen die verlegen zitten om drinkwater. De consumenteneconomie creëert en bedient de niet-reële behoeften in het westen, maar negeert bovendien de daadwerkelijke behoeften in de rest van de wereld. Het infantiele ethos herbergt een aantal waarden in zich: - liever makkelijk dan moeilijk; - liever eenvoudig dan ingewikkeld; - en liever snel dan langzaam. Dit infantiele ethos leidt er toe dat mensen niet lang nadenken over uitgaven, liever spelen dan werken en liever instant-bevrediging hebben dan lange termijn rendement. Barber spreekt van het verdringen van het protestante ethos (calvinisme in onze ogen) dat hoort bij de productie-economie ten faveure van het infantiele ethos. Consumenten zijn echter ook burgers.
Maar dat is niet één en hetzelfde. Consumenten maken private keuzes, daar waar burgers publieke keuzes maken. Het vermaken van de burger tot consument, zorgt ervoor dat de burger niet meer kan kiezen in wat voor maatschappij hij wil leven (democratie). Een consument kan kiezen uit duizenden modellen auto's, maar de burger kan kiezen voor goedkoop, veilig en betaalbaar openbaar vervoer. Het is gevaarlijk deze begrippen te vermengen. 'Consumed zijn' laat geen ruimte voor burgerschap, waardoor burgerschap in een hyper-consumentenmarkt dreigt te eroderen. Al dit in ogenschouw nemende, vragen wij ons af: wat kun je doen om het tij te keren? Barber geeft vijf oplossingen. Drie komen voort uit het consumentisme zelf, te weten: culturele creolisering, carnavalisering en cultuurjamming. De laatste twee komen voort uit de markt: bedrijfsburgerschap en het kritische consumentisme van de burger.
Barber blijft zelf relatief sceptisch over de door hem aangedragen oplossingen. 'De infantiele consument' zet aan tot denken. Het is provocatief, waardoor je bij tijd en wijle denkt: is dit niet een beetje overdreven? Maar in mijn hoofd blijft het tegenargument uit, dus het zal zeker een (grote) kern van waarheid bevatten. Als consument herken je je in het boek. Dit maakt het confronterend, maar ook begrijpelijk. De vele voorbeelden en schrijfstijl maken het tot een goed leesbaar boek. Eigenlijk zou het op de boekenlijst van iedere marketingopleiding moeten staan.
Over Harold Janssen
Harold Janssen is organisatieactivist en helpt organisaties de toekomst toe te laten. Hij is auteur en als adviseur werkzaam bij DeLimes, Nieuw Rijnlands Organiseren.