In 'De crash van 1929' beschrijft John Kenneth Galbraith de grote financiële crash in de Verenigde Staten in 1929. Schrijvers hebben altijd beseft dat de aard van de mens wonderlijk wordt blootgelegd door een tragedie, maar hebben nooit gekeken naar de financiële paniek en tragedie. Juist bij een financiële paniek kan men de waanzin van het menselijk gedrag ten volle genieten, want hoewel een dergelijke paniek een periode vol diepe tragiek is, gaat er slechts geld verloren.
Het boek begint met de laatste State of the Union van president Calvin Coolidge in 1928. Nog nooit zou het Congres van de Verenigde Staten een vooruitzicht mogen aanschouwen dat meer tot voldoening stemt. Rust, tevredenheid en enorme welvaart in het binnenland en vrede en wederzijds begrip op buitenlands gebied. Wat zelfs Coolidge echter had moeten zien, was de buitensporige drang van de Amerikanen om snel rijk te worden met een minimum aan lichamelijke inspanning. En de risico's die daarmee gepaard gaan.
De eerste demonstratie hiervan was de zogenoemde Florida Boom, de klassieke zeepbel van speculatie met bouwgrond. Wat zo kenmerkend is bij speculatie, is dat men vergeet te kijken naar de echte reden van een waardestijging; alleen het eenvoudige feit van de stijging telt nog. En zo lang er genoeg mensen zijn die kopen om te verkopen met winst, blijft deze stijgende lijn. Eigenlijk is dit ook de essentie van het boek: het vaste geloof – in dit geval van de Amerikanen - in snelle en moeiteloze rijkdom door middel van de aandelenmarkt. Zelfs als de windhandel in grond in Florida ineenstort, blijft dit geloof in stand. En men wordt steeds inventiever. Meerdere vormen van manipulatie ontstaan en deze worden nauwkeurig in het boek beschreven en uitgelegd. Gedetailleerd worden onder andere de volgende vormen van manipulatie beschreven: 1. De oprichting van ondernemingen waarvan de doelstelling nooit wordt onthuld maar waarvan de aandelen toch bijzonder goed verkocht worden. 2. Georganiseerde steun van de beurs door de bankiers van New York om de koersen en het vertrouwen hoog te houden. Ook gerenommeerde hoogleraren van Princeton, Yale en Harvard maken zich schuldig aan wetenschappelijk gefundeerd vertrouwen in de economie. In het licht van de latere ontwikkelingen maken deze hoogleraren natuurlijk geen beste beurt. 3. Verkopen à la baisse waarbij een persoon een lening sluit van x aantal aandelen om deze te verkopen tegen de dan geldende koers. Vervolgens koopt hij deze aandelen een tijd later weer terug tegen een lagere koers om vervolgens het aantal aandelen terug te geven aan de persoon van wie hij ze 'geleend' heeft. Het is verbazingwekkend dat hebzucht alle ratio laat verdwijnen, zelfs bij zeer intelligente personen. Eén van de oudste puzzels in de politiek is de vraag wie de regelaars moet regelen. Een even groot probleem dat nooit de aandacht heeft gekregen die het verdient, is de vraag wie wijsheid moet verschaffen aan hen van wie geëist wordt dat ze wijs zijn. Het is verbijsterd hoe irrationeel de financiële wereld kan zijn. Begrijpelijk als elke criticaster een tijd lang ongelijk blijkt te hebben, maar ook angstaanjagend dat zoveel slimme mensen in bomen tot in de hemel geloven. 'De crash van 1929' is een gedetailleerd boek waarin de gebeurtenissen van opkomst tot ondergang van de beurseuforie zeer nauwkeurig zijn beschreven. Met veel interesse heb ik het gelezen hoewel de boodschap ook in de helft van het aantal bladzijden uitstekend naar voren gebracht had kunnen worden. Verplichte kost zou het moeten zijn voor een ieder die zich op de aandelenmarkt wil begeven.
Over Mireille Schrijnemaekers
Mireille Schrijnemaekers is marketingconsultant en interim-manager bij Zelino BV en heeft 20 jaar werkervaring bij grote (internationale) organisaties, waaronder Vodafone, Ernst & Young, KPN, Pon en SNS Bank.