Dat is relevant, omdat met het groeiend belang van die kenniswerker, management niet meer gebaat is bij conventionele managementstrategieën waarin controle een belangrijke plaats inneemt. In plaats van controleren gaat het nu om faciliteren: de kenniswerker moet in staat worden gesteld om zich te verbinden met zijn werk, met zijn doelen en collega's. Maar dan moet wel 'heel den mensch' in ogenschouw genomen worden.
Covey presenteert hiervoor het paradigma van de complete mens. Dit paradigma beschrijft vier dimensies van de mens: het lichaam, de geest, het hart en het geweten. Pas als deze vier dimensies tot hun recht komen, zal men de eigen 'innerlijke stem' vinden, die zich uit in discipline (vanuit het lichaam), visie (vanuit de geest), passie (vanuit het hart) en het spirituele (vanuit het geweten).
Dat geldt voor een ieder van ons en Covey beschrijft in zijn boek op welke manieren wij deze dimensies tot hun recht kunnen laten komen. Hoe vindt iemand, om een voorbeeld te noemen, zijn passie? Zoek je unieke talenten en jouw speciale rol en doel in dit leven. Een behoefte plus talent plus passie geeft kracht. Het geweten maakt van passie compassie, creëert integriteit en helpt zo de kracht te richten en te doen wat 'goed' is.
Het tweede deel van het boek beschrijft hoe je anderen kunt inspireren hun 'innerlijke stem' te ontdekken. Dat kan door de vier eerder genoemde dimensies van de complete mens te vertalen naar werkzaamheden binnen organisaties. Wat Covey op individueel niveau het lichaam noemt, vertaalt hij op organisatieniveau naar in lijn gebrachte doelen, structuren, systemen en processen.
Visie en gedeelde waarden - de geest op organisatieniveau - worden gecreëerd door mensen te stimuleren richting te kiezen en daarnaar te leven. En de passie - vanuit het hart - wordt op de werkplek aangesproken door het 'empoweren' van individuen en teams waardoor mensen in lijn handelen met hun innerlijke kracht. Het geweten, oftewel het contact met universele waarden, komt tot bloei door geloofwaardigheid te scheppen en vertrouwen te creëren, vooral door voorbeeldgedrag.
Deze vier uitwerkingen worden heel praktisch beschreven. Een mooi voorbeeld hiervan is de emotionele bankrekening voor het opbouwen van vertrouwen en morele autoriteit die eerder ook in 'De 7 eigenschappen' beschreven staat. Wat kost het opbouwen hiervan in een relatie en wat levert het op?
Een andere praktische uitwerking is het communicatiemodel dat Covey presenteert, waaronder het zoeken naar een derde alternatief in een situatie waarin twee standpunten worden ingenomen.
Covey lardeert zijn verhaal met sprekende voorbeelden uit zijn praktijk en leven. Het boek van Covey biedt praktische en ook diepgaande inzichten in wat mensen drijft en hoe men een organisatie, met plezier en door optimaal gebruik te maken van mogelijkheden, krachtig en succesvol kan maken. Covey's boodschap is meer dan 'leer jezelf kennen en help anderen henzelf te kennen'. Zijn boek bevestigt dit mechanisme weliswaar en nodigt daartoe uit, maar voegt er meer aan toe.
Het boek beschrijft ook waartoe dit mechanisme te gebruiken is en waarom. Kortom: Covey staat met beide benen op de grond en vertaalt het 'hogere' moeiteloos naar het praktische. Voor Covey-kenners zal dit boek een welkome aanvulling zijn op 'De zeven eigenschappen' en wellicht uitnodigen om het opnieuw te lezen.