‘Het ABC van vertrouwen’ wil de lezer bewuster maken van de rol die vertrouwen in je leven speelt en taal en instrumenten aanreiken om er op een constructieve manier mee om te gaan. Daar hoort een parabel bij over Boef de hond en Binkie de kat. Een beproefd recept in de managementliteratuur, ook John Kotters Onze ijsberg smelt! Is een parabel. Het boek is op kniehoogte geschreven, dus snel en gemakkelijk te lezen. Kennelijk worden lezers van managementliteratuur zo ingeschat.
Kenneth Blanchard schreef ruim dertig jaar geleden samen met Spencer Johnson de hit: De One Minute Manager. Dertien miljoen exemplaren werden daarvan verkocht. Sindsdien heeft hij Blanchard International opgericht, een bedrijf gespecialiseerd in consulting en trainingen op het gebied van management, empowerment, leiderschap, high performing teams, performance management, klantgerichtheid, organisatieverandering en visieontwikkeling.(www.blanchardinternational.nl).
Het ABC van vertrouwen is vooral gebaseerd op het werk van Cynthia Olmstead, die onderzocht welke gedragspatronen het vertrouwen doen groeien. Zij heeft het begrip vertrouwen geoperationaliseerd in vier pijlers. Daarmee is het een bruikbaar raamwerk geworden dat leiders op alle niveaus kunnen gebruiken om vertrouwensvollere relaties op te bouwen. Midden in het boek is een uitgebreide lijst van vertrouwen makers en – brekers opgenomen onderverdeeld naar de vier pijlers: competentie, geloofwaardigheid, betrokkenheid en betrouwbaarheid. Een citaat: ‘Omdat vertrouwen tweerichtingsverkeer is, is de manier waarop je je zelf ziet slechts een gedeelte van het hele betrouwbaarheidsplaatje. Daarom hebben we achter in het boek nog een evaluatie toegevoegd. We raden je aan om kopieën van deze evaluatie te maken en mensen op je werk, thuis of in andere sociale omgevingen te vragen om jou te beoordelen op de aspecten competentie, geloofwaardigheid, betrokkenheid en betrouwbaarheid. Na afloop kun je je zelfevaluatie vergelijken met de evaluaties van de mensen die jou goed kennen. Zorg ervoor dat je dit op de juiste manier doet; mensen moeten eerlijk kunnen zijn en niet voor sancties hoeven te vrezen. Zeg tegen hen dat ze hun naam niet op de evaluatie hoeven te zetten, tenzij ze ervoor kiezen om hun feedback met naam en toenaam te geven. Leg uit dat ze jou op deze manier helpen je beter bewust te worden van de manier waarop je gedrag op anderen overkomt.’ Ik geef dit citaat weer, omdat het voor mij symbool staat voor dit hele boek. Er staat niets in wat niet klopt. En toch hoor, voel en proef je al de gesprekken achter je rug als je het op deze manier gaat aanpakken. ‘Wat is precies de bedoeling?’, zal menigeen zich afvragen. Zeker in deze tijd van massaontslagen en torenhoge werkloosheid. Is de baas de weg kwijt of heeft hij een nieuwe relatie?’ Zulk soort grappen hoor ik al snel maken. Het vermogen om vertrouwen op te bouwen is de competentie die leiders in de eenentwintigste eeuw tot echte leiders maakt. Met vertrouwen floreert creativiteit, stijgt de productiviteit, worden obstakels genomen en verdiepen relaties zich. Voor een succesvolle organisatie is vertrouwen geen aangename bijkomstigheid; het is pure noodzaak. Allemaal waar. Maar ik heb het zelf niet zo op die one-issue aanpakken, die veel van dit soort boeken verkondigen. Volgens mij zit het leven van organisaties gecompliceerder in elkaar. Dat neemt niet weg dat er soms een graantje uit dit boek meegepikt kan worden. En wie weet waar dat tot uitgroeit?
