Wie een goede niet-technische inleiding zoekt over het verschijnsel Big Data en dan vooral in de (mogelijke) maatschappelijke gevolgen daarvan, heeft met het boek ‘Wij zijn Big Data’ met als ondertitel – ‘de toekomst van de informatiesamenleving’ het juiste boek in handen.
In eenvoudige taal en gelardeerd met talloze mooie voorbeelden schetsen de auteurs Sander Klaus (hoogleraar Big Data aan de Universiteit van Amsterdam) en Nart Wielaard (journalist en adviseur) de ontwikkelingen rond Big Data. Ze gaan daarbij vooral in op de maatschappelijke vragen die deze ontwikkeling oproept. Vragen rondom rechtspraak, ethiek, de gewenste vormgeving van het onderwijs, de gezondheidszorg en de overheid en vragen over de mogelijke directe gevolgen voor ons gewone burgers. Ze maken inderdaad aannemelijk dat wijzelf Big Data zijn. Of misschien zou het beter andersom zijn: Big Data dat zijn wij.
Big Data gaat over de digitale sporen die wij overal achterlaten en de conclusies die je daar tegenwoordig met slimme algoritmen en snelle computers uit kunt trekken. Na enkele algemene hoofdstukken, waarin de auteurs eerst in begrijpelijke taal de ontwikkelingen op dit gebied beschrijven, gaat het al snel de diepte in. Het gaat dan om soms heel filosofische vragen als ‘kan de technologie de oplossing bieden voor de problemen die de technologie zelf veroorzaakt?’ Willen we wel ‘gekend’ worden als mens? Willen we wel ‘onzichtbaar’ gestuurd worden door dataprikkels?
De auteurs behandelen ook de mogelijke schaduwzijden van Big Data. Komen we niet in een wereld met ‘onzichtbaar’ prikkeldraad , waarin we nauwelijks zelf nog keuzes hebben? Enige minpuntjes zijn er ook. De vele voorbeelden maken het boek niet alleen heel goed leesbaar maar waarschijnlijk ook wel weer snel gedateerd. En hoofdstuktitels als ‘De vraag is belangrijker dan het antwoord’ zeggen niet zo heel veel. Bijvoorbeeld dat dit hoofdstuk gaat over het onderwijs.
De inhoudsopgave van het boek geeft door de vage titels niet meteen een beeld van de opbouw van het boek, of van de onderwerpen die in het boek aan bod komen. Dat geldt ook voor de tussentitels binnen de hoofdstukken. Sterker nog: in sommige hoofdstukken raakte ik af en toe een beetje de weg kwijt. Waar gaat het hier nu eigenlijk echt over? Hier wreekt zich wellicht dat de auteurs een heel brede beschrijving willen geven van het veld. Maar mijn opmerking in het begin blijft overeind. Al met al vormt dit boek een goede en actuele inleiding van een ingewikkeld onderwerp, geschikt voor de (echte) leek.
Over Peter van der Wel
Peter van der Wel houdt zich al ruim 30 jaar professioneel met de toekomst bezig. Hij is auteur van verschillende boeken op het gebied van futurologie en toekomstverkennen en mede-oprichter en voormalig vice-president van de Dutch Future Society.