Immanuel Kant heeft het hele domein van de filosofie eens samengevat in een drietal eenvoudige vragen: 'wat kan ik weten?', 'wat moet ik doen?' en 'wat mag ik hopen?' Als het over de mens gaat, aldus de in Nederland werkzame Belg Paul Wouters, zijn wij compulsieve zingevers. 'We willen niet slechts overleven, we verlangen naar zin.' Ook in het dagelijks krijgt het zoeken naar en geven van betekenis steeds meer aandacht.
Wouters hanteert een uiterst praktisch perspectief in zijn beschouwing van het gebruik van de filosofie bij de beantwoording van vragen waar wij allen mee zitten. 'Neem je een radicaal praktisch, onhistorisch perspectief in, dan is de hele filosofie te beschouwen als een set van werktuigen die al dan niet kunnen helpen bij het beantwoorden van de vraag waar jij zelf op dat moment mee zit.' Niet alleen de geschiedenis, die hij overigens niet laat liggen, maar ook de gebruikelijke classificaties kunnen je dan gestolen worden. Of je bij filosofie dan wel bij wetenschap dan wel bij literatuur te rade gaat, zal je worst wezen.
Als het maar werkt, zegt Wouters. Paul Wouters heeft het filosofisch denken, van Plato en Aristotles tot het door Charles Darwin beïnvloedde pragmatisme, ondergebracht in een achttal gereedschappen, die ruwweg de geschiedenis van de filosofie reflecteren. Geen van deze gereedschappen moeten benaderd worden als waarheden of dwalingen, maar meer als instrumenten die gebruikt kunnen worden wanneer het van pas komt. Het zijn geen eenvoudige richters, maar strategieën van aandacht: kijk eerst zus, dan zo en vraag je vervolgens af, etc. Oplossingsmachines zijn het niet, succes is niet verzekerd.
Deze strategieën van aandacht zorgen er wel voor dat je niet hoeft te blijven tobben en op den duur niets meer ziet omdat de aandacht afstompt. Wel zo luchtig - na de uiteenzetting van de acht gereedschappen - is dat Wouters het gebruik ervan illustreert door deze te verwoorden in een verhandeling over 'Zen and the Art of Motorcycle Maintenance' van Robert M. Persig, een boek dat veel indruk op de auteur heeft gemaakt.
Dit naar aanleiding van een aantal door hem zelf geformuleerde vragen aan een denkbeeldig deelnemer aan een van zijn (eveneens denkbeeldige) filosofielessen. Vervolgens plaatst Wouters de gereedschappen in historisch perspectief, waarbij hij begint met Thales van Milete, de eerste filosoof 'die de fakkel van onze cultuur heeft aangestoken'. Ook geeft hij een overzichtelijke inkijk in de verworvenheden van de filosofie in de twintigste eeuw en schetst hij een profiel van de hedendaagse filosofie.
Dit profiel wordt afgesloten met de praktische filosofie, dat ook in 'Denkgereedschap 2.0' zelf een centrale rol speelt. In de afgelopen decennia is, mede onder invloed van Wittgenstein, de fundamentele reflectie op en in de praktijk steeds belangrijker geworden.
Het slothoofdstuk, 'Denken en doen', gaat daar nog wat verder op in, onder meer met de verfrissende kijk van Hannah Arendt op het actieve leven van mensen, uiteenvallend in arbeiden, werken (creëren) en handelen (vernieuwen). 'Inmiddels is de filosofie uit haar hoogtheoretische hemel neergedaald en maakt zij naar klassiek model weer deel uit van het leven en werk van mensen' zegt Wouters aan het einde van zijn boek.
Dit 'Denkgereedschap 2.0' geeft de lezer een zet in de goede richting, al is het denk ik lang niet voldoende. Daarom geeft hij ter afsluiting nog een inspirerend overzicht van literatuur die na het lezen van dit boek ter hand genomen kan worden.
Over Perry Oostrum
Per Oostrum begon met schrijven op de middelbare school. Wie niet? Serieus werd het toen hij over zijn grote passie, popmuziek, begon te publiceren in verschillende tijdschriften. 'Mannenleed, een crisisroman' is zijn eerste fictieve werk. Hij werkt als zelfstandig adviseur op het vlak van het onderkennen en beheersbaar maken van risico's en het realiseren van organisatieveranderingen. Per is getrouwd, heeft twee zonen en woont in Wassenaar.