De boodschap is niet alleen bedoeld voor mensen in organisaties maar heeft ook zijn betekenis voor het privé-leven. Wie geen moeite heeft met de af en toe religieuze commentaren van de auteur, heeft een inspirerend en authentiek boek in handen. Foppe biedt de lezer een soort chronologisch verslag van zijn leven. Het boek begint met zijn geboorte van de auteur en eindigt bij de huidige werkzaamheden waar Foppe zich nu dagelijks mee bezighoudt.
'Wat is jouw excuus?' is prettig leesbaar geschreven door de vele anekdotes die gedetailleerd worden beschreven. Het is geen 'halleluja-verhaal' in de zin van: kijk eens hoe goed ik was, of zie hoe hard ik leerde. Wel blikt Foppe regelmatig terug, om te laten zien hoe geleidelijk het proces zich voltrekt waarin mensen zichzelf als slachtoffer gaan zien. Als we de auteur mogen geloven, begint dat al op vroege leeftijd. Aanvankelijk heeft de buitenwereld dat niet door. Ook niet de direct betrokkenen, dat wil zeggen zijn naaste familieleden. John liet zich in zijn jonge jaren graag als 'slachtoffer' behandelen. Hij wist altijd wel iemand op te laten draven uit het grote gezin om hem te helpen. En soms weigerde hij de aangeboden hulp. Van onze Oosterburen kennen we de bekende zinsnede: 'Was sich liebt, dass neckt sich'. In dit geval was veel van de woede van John gericht op zijn moeder, hij haatte haar zelfs. Toch is het zijn moeder geweest die het grote keerpunt in zijn leven vormde. Van de ene op de andere dag besloot zij dat niemand in het gezin hem meer hulp mocht geven. Dat vereiste veel moed van haar, maar zoals Foppe beschrijft, bleek dat een zeer juiste beslissing. Toen moest hij vechten voor zijn bestaan, nadenken over doelen, en inzichten ontwikkelen over zijn werkelijke talenten. Onderwerpen waar hij zich tot dan toe totaal niet in verdiept had. Hij was immers slachtoffer. We zouden ons kunnen afvragen in welke mate managers de moed hebben op te treden zoals Johns moeder. Willen we anderen veranderen, dan moet blijkbaar ook de veranderaar zélf veranderen. In organisaties treffen we veel mensen aan die zich dagelijks als slachtoffer opstellen, en zich laten behandelen als gevolg van de vele zelf gepercipieerde misstanden. Foppe stelt dat het niets oplevert om je op deze manier op te stellen. Hij heeft veel respect voor zijn ouders vanwege het feit dat hun leven van de ene dag op de andere in een complete chaos veranderde door zijn handicap. Desondanks ervoeren ze zijn komst niet als zodanig en zijn ze heel proactief en positief te werk gegaan. Zijn er nog ergere dingen dan zonder armen geboren te worden? De auteur zou boos zijn wanneer mensen hem rechtstreeks deze vraag zouden voorleggen. Ja, er zijn veel ergere dingen zou zijn antwoord zijn. Allereerst vindt hij dat mentale en emotionele problemen van een veel zwaarder kaliber zijn. Daarnaast biedt hij de lezers het inzicht dat hij heeft opgedaan tijdens een werkbezoek aan een Haitiaans ziekenhuis. De mensonterende toestanden die hij daar aantrof, leerden hem dat er altijd situaties zijn waarbij anderen een veel zwaarder lot hebben. Zijn handicap was daar helemaal niets bij, stelde hij zelf vast. Zijn beperking had hij zichzelf opgelegd, niemand anders. Een beperking die in zijn geest zat, niet in zijn lichaam. Het doet misschien allemaal wat 'zwaar' aan, maar de Foppe relativeert dit door op een doordringende wijze uit te leggen hoe we als mens onszelf onze eigen beperkingen opleggen. Natuurlijk kan het leven wel eens niet mee zitten, maar dan moeten we leren om hulp te vragen. In ieder geval moeten we ons niet groter voordoen dan we zijn en onszelf ook niet in de slachtofferrol manoeuvreren. De volgende oneliner van Foppe zegt alles: 'Alles ligt binnen je bereik, maar dan moet je wel je handen uitsteken.'
Over Peter de Roode
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat.