'Gedoe op tafel is niet meer en niet minder dan met elkaar uitzoeken bij wie er welke negatieve gevoelens ontstaan, welke gedragingen deze gevoelens hebben veroorzaakt, hoe deze gedragingen zich vervolgens hebben verspreid in de organisatie en wat de gevolgen daarvan zijn.' Deze zin uit de inleiding vat het boek 'Gedoe op tafel – uitpraten in organisaties' mooi samen. Maar simpel is het niet: mensen zijn niet gewend zaken 'gewoon' uit te praten. De auteurs, Joop Swieringa en Jacqueline Jansen erkennen dit ook, maar betogen ook: Gedoe komt er toch, zeker bij reorganisaties. Ze maken een tweedeling in communicatie en gedrag boven de streep: de formele organisatie, de regels, plannen, procedures en strategie. Daartegenover staat communicatie en gedrag onder de streep: energie, cultuur, emotie, samenwerking, informele regels. Het ligt voor de hand dat je de fenomenen van gedoe (roddelen, zondebok aanwijzen, wantrouwen etc) wilt aanpakken. Toch gebeurt dit zelden. In hun boek geven de auteurs inzicht in de meest voorkomende strategieën om gedoe te ontwijken en begraven: ontkennen, bezweren, wegregelen, reorganiseren of overplaatsing van de 'boosdoener'. Wat mooi is, is dat ze daarna aantonen dat vooral dat laatste zinloos is: gedoe wordt zelden veroorzaakt door één persoon, maar is een combinatie van keuzes van alle betrokkenen. Vervolgens wordt ingegaan op de redenen waarom gedoe in zoveel organisaties taboe is. We praten niet graag over emoties, zeker niet op de werkvloer, het is lastig de relaties met anderen ter discussie te stellen en de gevolgen van uitpraten staan niet van tevoren vast, zijn een aantal van die redenen. Toch heeft een bedrijf veel te winnen bij uitpraten van gedoe. Maar dan moet het proces van uitpraten wel goed ondersteund worden en aan bepaalde regels voldoen. Volgens Swieringa en Jansen zijn er 8 basisregels: - Gedoe komt er toch. - Ieder is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de relaties en de interacties met degenen met wie hij samenwerkt. - Wie het gedoe hebben veroorzaakt, moeten het ook oplossen. - De schuldvraag is niet relevant. - Het proces is pas afgerond als ook de inhoudelijke gevolgen besproken zijn. - De inzet mag niet zijn om van mensen af te komen. - Door deelname aan het proces committeer je je aan de uitkomst. - Over gedoe praat je met elkaar op ooghoogte. - Het doel is zakelijk. Als je de regels hebt vastgesteld, ga je kijken naar de randvoorwaarden van goede communicatie. Als dat alles goed afgesproken is en er commitment is vanuit de deelnemer, kun je aan de slag. In de laatste hoofdstukken wordt toegelicht hoe het begeleidingsproces van 'gedoesessies' gaat, en als laatste wordt ingegaan op de rol van leiders. Hierbij wordt niet perse het management bedoeld, maar wordt betoogd dat leiderschap in dit soort processen door iedereen opgepakt kan worden. Hiermee wordt weer aangetoond: gedoe voorkom je door alle verwachtingen neer te leggen en elkaar open en eerlijk tegemoet te treden. Dat vraagt behoorlijk wat beheersing en zelfreflectie. Alle onderwerpen in dit boek worden helder toegelicht, en steeds worden er praktijkvoorbeelden gegeven. Ook voorbeelden waarbij de uitkomst niet perse goed was: waardoor het proces van uitpraten en omgaan met gedoe helder en duidelijk naar voren komt. De auteurs geven in de inleiding aan dat dit boek bedoeld is voor bepaalde groepen (managers, directeuren etc). Ik denk dat ze gelijk hebben in hun eerdere bewering: gedoe komt er toch, en overal, dus iedere werknemer heeft baat bij het leren omgaan met gedoe.
Over Marjolein Boeren-Hermans
Marjolein Boeren is Kinesiologisch Coach en heeft een eigen praktijk in Bergen op Zoom. Door middel van afstemming van lichaamsbeweging en mentale processen krijg je inzicht over jezelf en je doelen. Daarnaast is zij PR-coördinator voor het Welkin Kinesiologie College en geeft zij trainingen op het gebied van Kinesiologie.