strong>Binnen drie minuten tot de kern van de zaak. Dat ‘overkwam’ mij in een coachgesprek waarin de techniek van provocatief coachen heb toegepast. En we vonden het allebei plezierig. Ik had haar voorbereid dat ik deze controversiële techniek zou toepassen en had haar gevraagd of zij daar bezwaar tegen had. Terugkijkend zijn we allebei heel erg tevreden.
Toen ik voor het eerst met provocatief coachen kennismaakte was ik verrast. Ik herkende me. En ik vond het leuk. Eindelijk eens iemand die zei wat hij dacht en daar ook nog mensen mee verder hielp. In die workshop werd ons de gelegenheid geboden een oefening te doen. Gewoon met een paar mensen, even ‘voor de grap’ oefenen met een techniek. En het werkte. Direct. Tot ieders verbazing. Over die verbazing lijken de schrijvers van het boek ‘Provocatief Coachen – handboek voor de uitdagende stijl van helpen’, Jaap Hollander en Jeffrey Wijnberg (inderdaad, die van de TV) nog steeds niet heen. En het werkt aanstekelijk. Het boek is vlot en goed geschreven en neemt de ervaren maar nog niet met deze techniek bekend zijnde coach op sleeptouw door het hele proces heen.
Alle vooronderstellingen van het provocatief coachen worden behandeld. En gelardeerd met geweldige voorbeelden. De eerste vooronderstelling van coachen is: ‘Het meest persoonlijke is universeel.’ Men gaat er dus van uit dat mensen in hun persoonlijke reacties helemaal niet zo uniek zijn en heel vaak universeel reageren. Daarom kan de coach afbreken, interrumperen en hoeft hij niet bang te zijn voor de betrekkelijkheid van de klacht. Natuurlijk wordt het in het boek volledig uitgewerkt maar een voorbeeld zegt hier meer dan vele woorden:
Traditionele coach, uitgaande van uniciteit:
Client: Mijn huwelijk is al jaren niets meer.
Coach: Wat ellendig, hoezo niks?
- Tja, kijk het is begonnen toen ik …
- (een kwartier later) Hmmm wat naar dat u zich zo gekleineerd hebt gevoeld.
Provactieve coach, uitgaande van universaliteit:
Client: Mijn huwelijk is al jaren niets meer.
Caoch: Wat is het geworden … de drank of een vriendin?
- Allebei, maar die verhouding van mij …
- Is je overkomen … daar was je niet op uit.
- Precies, maar …
(blz. 10).
Als een dergelijk voorbeeld al op de 10e bladzijde staat en ieder concept op een dergelijke manier uitgewerkt en van een concreet voorbeeld wordt voorzien, dan betekent het voor mij dat de schrijver zijn vak verstaat: hij houdt je vast en maakt het een heel goed leesbaar boek.
De ‘uitvinder’ van de methode is Frank Farelli, een Amerikaanse psychotherapeut die deze methode in een opwelling begon uit te voeren en gedurende jaren van oefening heeft verfijnd en voorgedaan aan anderen. Daarmee is dit boek een van de weinige boeken die structureel de methode beschrijven en van inhoud voorzien.
Samengevat berust de methode op drie gouden regels: creëer warmte (ik zie jou zitten!), heb humor (laughing state) en provoceer. De laughing state is de situatie waarin steeds maar vanuit een grappende sfeer opmerking worden gemaakt. In het hierboven geschetste voorbeeld zegt de coach de grootste provocaties met een grappende, quasi serieuze houding. Natuurlijk worden alle Farellyfactoren, volgens het boek zijn het er 37, besproken. Van ‘Vergeet de structuur’ via ‘Ga voor de emoties’ en Stoppen als cliënt wil doorgaan en doorgaan als cliënt wil stoppen’ naar ‘Doe gekker dan de cliënt’ en ‘Kijk naar uw innerlijke televisietoestellen.’
In een van de laatste hoofdstukken wordt uitvoerig geanalyseerd waarom de methode werkt. En de verhandeling die dan volgt is boeiend en leerzaam. Maar het leukste is de mededeling waarmee die verhandeling begint: Try it, you’ll like it!’ Als u het niet gelooft, koop het boek, lees het en breng het in de praktijk. Gewoon doen. Het is echt leuk.
Om aan te geven hoe leuk, neem ik u mee terug naar die workshop. Ons groepje moest oefenen met ‘Dat is toch geweldig!’ De cliënt verteld een probleem, de coach reageert met ‘Oh maar dat is toch geweldig …’ en komt met een fantastische, onmogelijke oplossing. In onze groep had de ‘cliënt’ het probleem dat zij een auto teveel had. En er heel graag vanaf wilde. Maar dat lukte niet zo goed. Na onze eerste pogingen van ‘lekker makkelijk, hoef je niet zo vaak te tanken, schoon te maken’ en ‘Dat is toch fantastisch, nooit meer discussie over wie de auto mag gebruiken’ trof er één doel: ‘Dat is toch fantastisch, dan kun je eindelijk van je gevoel af dat je teveel aan je geld vastzit, zet hem in de krant voor de helft van de prijs of geef hem aan een goed doel’. De cliënt vond inderdaad dat ze te materialistisch was geworden en wilde wel eens een ‘grote daad’ stellen.
Iedere zichzelf serieus nemende coach zou minimaal een paar cliënten op de provocatieve manier moeten coachen, als is het alleen al voor je eigen gezondheid. En het is beter voor je cliënten.