In de leeswijzer geven de schrijvers aan dat 'In 2030' niet per se van voor naar achter gelezen hoeft te worden. De heldere structuur maakt het erg gemakkelijk om zowel de verschillende thema's dan wel de scenario's te volgend. De thema's zijn: demografie, geopolitiek, technologie, arbeidsmarkt, grondstoffen schaarste, sociaal-maatschappelijk, financieel stelsel en regionale spreiding. De auteur zetten de vier scenario's uit op de as harmonie en conflict en op de as evolutie en revolutie.
Dat leidt tot de scenario's Vloeiend Vooruit, Schokkend Samen, Trage Twist en Dynamisch Divers. Dat de toekomst een lastig te vatten fenomeen is, tonen de schrijvers aan met de verwachting in 1967 dat Nederland in 2000 ongeveer 21 miljoen inwoners zou tellen, waarvoor - bij een gemiddeld huishouden van 3,6 personen - in totaal 5,8 miljoen woningen nodig zijn. Vergeleken met de voorspellingen van 1967 telde Nederland in 2000 vijf miljoen inwoners minder en bijna een miljoen huizen meer bij een gemiddeld huishouden van 2,4 personen. De verschillen in de scenario's zijn aanzienlijk. Zo varieert de economische groei in ons land per scenario tussen - 0,5% en 3% per jaar en heeft het ene scenario hogere inkomensverschillen en hogere arbeidsparticipatie dan het andere. Ook het tempo waarin de technologie verandert en de hevigheid van de internationale concurrentie, zijn in elk van de scenario's anders. De financiële sector staat in elk van de scenario's voor andere uitdagingen, grondstoffen schaarste wordt tot op zekere hoogte het hoofd geboden en in andere juist niet. Naar de mening van de schrijvers geven de vier scenario's een consistent beeld van mogelijke ontwikkelingen in de wereld. Daarbij zijn zoveel mogelijk de uitersten opgezocht, waarbij er telkens voor gewaakt werd dat de beschreven ontwikkelingen zich ook in een periode van twintig jaar moeten kunnen voordoen; het moet geen science fiction worden. Maar op de vraag welk scenario nu het meest waarschijnlijk is, wordt geen antwoord gegeven. Scenario's zijn immers geen voorspellingen waaraan een waarschijnlijkheid kan worden toegekend. ('Het handboek scenarioplanning' van Mario van Rijn en René van der Burgt is goed als een theoretisch kader te gebruiken.) Alle vier de scenario's zijn even waarschijnlijk of onwaarschijnlijk. Waarschijnlijk is dat een aantal van de beschreven ontwikkelingen zich zal voordoen, maar niet noodzakelijkerwijs in dezelfde verbanden als in dit boek weergegeven. Zo zou de eurozone uit elkaar kunnen vallen (Dynamisch Divers), nanotechnologie de nieuwe doorbraaktechnologie kunnen worden (Schokkend Samen) en zou er mondiaal veel en vruchtbaar overleg kunnen worden gevoerd (Vloeiend Vooruit). Onverwachte gebeurtenissen als oorlogen en natuurgeweld zijn niet in de analyse meegenomen. Wat kun je dan met deze scenario's? De schrijvers geven het volgende recept. Kies eerst de relevante thema's uit de scenario's. Kijk vervolgens in de verschillende scenario's naar de activiteiten van uw organisatie. Op basis daarvan kunt u dan in eerste instantie de huidige strategie en de daaruit voortvloeiende activiteiten tegen het licht houden. Continueren, starten, stoppen of aanpassen van de strategie is het vervolg. Daarna stelt u vast welke kant relevante kritische onzekerheden opgaan en of eventuele andere, niet in het scenario opgenomen thema's, relevant kunnen worden voor de strategie. Dit betekent: zorgen dat de radar aanstaat en zorgen dat die actueel blijft. Om te beginnen kunt u de video 'In 2030: Vier Vergezichten' bekijken op Managementboek.nl. Daarin legt Danijela Piljic kort uit waar het boek over gaat. Vervolgens geeft het internet u tal van verwijzingen die interessant zijn in het kader van dit boek. Het lezen van dit boek is vooral waardevol, omdat het je dwingt om over de vaak dominante waan van de dag heen naar de toekomst te kijken. De bijlagen en de uitgebreide literatuurlijst maken dat het beslist geen science fiction is. Van harte aanbevolen.