Coachen op gedrag en resultaat (1e druk 2005)

oor het veel: er moet meer, beter en vooral gestructureerd gecoacht worden! Klinkt eenvoudig, maar begin er maar eens aan. Want wat, wanneer en (vooral) hoe ga je het doen? Voorwaarde is tenslotte dat je als coach positieve effecten realiseert. Na lezing van dit boek ben ik er van overtuigd dat het de gewenste bijdrage aan dat resultaat zal leveren. Opbouw en vormgeving maken het toegankelijk, mede door de opbouw in vier delen: gebruiksaanwijzing, het bespreekbaar maken van prestaties en gedrag, vaardigheden voor coaches en de bespreking van coachingsactiviteiten rondom 43 kerncompetenties. Het boek is, zoals de ondertitel belooft, praktijkgericht: van de 176 pagina's gaan er slechts vier over basisvaardigheden voor coaches. Met name de STAR-interviewtechniek blijkt een goede methode om coachingsgesprekken te structureren. Via deze methode bouw je de coachingsgesprekken op rondom een vier kerngebieden: situatieanalyse, taakanalyse; actieanalyse en resultaatanalyse. Ook zijn voorbeelden van STAR-vragen opgenomen. Het praktijkdeel richt zich op 43 kerncompetenties. Per competentie wordt ingegaan op de definitie en bijzonderheden van die competentie. Daarna wordt uitgebreid stilgestaan bij de bijbehorende coachingsactiviteiten. Die zijn gegroepeerd rondom drie hoofdgebieden infomeren, assisteren en verwijzen. Afsluitend zijn 'doe-het-zelf tips' en een voorbeeld van een bij de competentie passend persoonlijkheidskenmerk opgenomen. Essentiële voorwaarde voor een zinvolle inzet is dat de praktijkvoorbeelden worden 'omgebouwd' voor gebruik in de eigen situatie, anders wordt een coachingsgesprek onnatuurlijk en geforceerd geheel. Het boek geeft op compacte en bruikbare wijze richting aan het functioneren van de leidinggevende als coach en is wat mij betreft een aanrader.