In 'De wil van technologie' wordt de ontwikkeling van technologie beschreven als een extensie van de evolutie van de natuurlijke wereld. Net zoals de wereld die wij kennen sinds de Big Bang ontstaan is door een eindeloos proces van genetische variatie en natuurlijke selectie, evolueren door mensen gemaakte dingen en processen op een manier die wij nog maar tot op zekere hoogte zelf kunnen beïnvloeden. Kelly spreekt overigens liever van het 'technium' dan van technologie (hoewel hij de twee termen door elkaar heen gebruikt): daaronder verstaat hij zo ongeveer alles wat het menselijk brein ooit heeft voortgebracht, van technologie in enge zin tot taal, rechtspraak, sociale instellingen, kunst. Kelly gaat nog verder dan dat: niet alleen ontwikkelt het technium zich net zoals de natuurlijke omgeving zich heeft ontwikkeld (alleen exponentieel sneller), ook heeft deze ontwikkeling een inherente richting: technologie 'wil' een bepaalde kant uit en zorgt er voor een groot deel zelf voor dat dat ook gebeurt. Hij illustreert dit onder meer met het gegeven dat veel ontdekkingen en uitvindingen in de wereld op hetzelfde moment gedaan werden door verschillende mensen: kennelijk 'wilden' die ontdekkingen en uitvindingen op een bepaald moment tevoorschijn komen. Ook de Wet van Moore (die al sinds 1965 correct voorspelt dat het aantal transistors in een chip elke twee jaar verdubbelt) voert Kelly aan als bewijsmateriaal. We kunnen op de ontwikkeling van de technologie zelf nog wel een zekere invloed uitoefenen en dat moeten we volgens Kelly ook vooral doen – maar dat technologie zich grotendeels autonoom doorontwikkelt en daarbij altijd een inherente, onvermijdelijke voorkeur heeft voor een bepaalde richting (onder meer naar meer complexiteit, meer diversiteit, meer vrijheid, meer schoonheid zelfs) is voor hem een vaststaand feit. Het zal duidelijk zijn dat hij met deze opvatting in elk geval lijnrecht ingaat tegen de consensus onder mainstream evolutietheoretici als Stephen Jay Gould, voor wie het idee van een 'ingebakken', voorgeprogrammeerde richting van de evolutie een gruwel is. Inderdaad kom je met zo'n teleologische visie dicht in de buurt van de opvattingen van de creationisten, tegen wie Kelly zich in zijn boek trouwens wel afzet. Hij zegt herhaaldelijk dat we de 'wil' van technologie niet mystiek moeten opvatten – maar hij maakt ons dat wel erg moeilijk in het al te visionaire laatste hoofdstuk van zijn boek, waarin hij bijvoorbeeld zegt: 'Als er een God is, is de koers van het technium recht op hem gericht' (p. 418; Kelly is overigens een gelovig christen). Ook los van de vraag hoe orthodox Kelly's visie op de evolutie is, vallen er bij zijn werk wel de nodige vraagtekens te plaatsen. Kelly is een rasoptimist en hij gelooft dat technologie in wezen 'goed' is. Hij heeft zeker oog voor de negatieve kanten van bepaalde technologische ontwikkelingen maar, zegt hij, de problemen die technologie veroorzaakt zullen altijd ook weer door technologische vindingen opgelost worden. Tja: zo'n stelling getuigt eerder van een rotsvast geloof in de technologie dan van een kritische, wetenschappelijke houding. Het inherent 'goede' van het technium zit hem er ook in dat het er uit zichzelf naar streeft ons altijd weer nieuwe keuzemogelijkheden te bieden, en meer keuze is volgens Kelly altijd beter dan minder, omdat daarmee onze nazaten des te beter in staat zullen zijn om hun volle potentieel te verwezenlijken. Hij gaat zelfs zo ver het onze 'morele plicht' (p. 414) te noemen het technium te bevorderen: we zouden de wereld tekort doen als we haar de eindeloze expansie van de technologie zouden onthouden. Ook met deze stelling zal niet iedereen het eens zijn, nog afgezien van het feit dat het voortrazende technium volgens Kelly sowieso niet te stoppen valt. Deze bezwaren (en er zijn er meer) nemen niet weg dat het de moeite waard is Kelly's boek te lezen. Het boek bevat eindeloos veel interessante feiten, weetjes en onderzoeksgegevens waarmee hij zijn opvattingen probeert te staven. (Misschien wat al te veel zelfs; het boek bevat de nodige overlap en had gemakkelijk 100 of 200 pagina's dunner kunnen zijn.) En het zet aan tot denken: de kern van het betoog draait om begrippen als vrije wil, autonomie, bewustzijn en vooruitgang en de invulling die Kelly eraan geeft scherpt je eigen opvattingen. De Nederlandstalige editie is – dat mag ook wel eens gezegd – als altijd uitstekend verzorgd door uitgever Maven Publishing.
Recensie
De Wil van Technologie
'De wil van technologie': de titel van het nieuwe boek van Wired-medeoprichter Kevin Kelly is al prikkelend. Want hoe kan technologie, immers iets levenloos zonder bewustzijn, een eigen wil hebben? Kelly legt het uit in een vuistdik boek waarin de geschiedenis – en de toekomst – van technologie op een originele maar controversiële manier uit de doeken wordt gedaan.
Wardy Poelstra
|
30 oktober 2012