‘Als politici (en anderen) mijn wetenschappelijke artikelen zouden lezen, dan zou ik dit boek niet hebben hoeven schrijven. Maar ze lezen het niet.’ Dus doet milieu-econoom Winning, gepromoveerd op klimaatveranderingsbeleid, óók iets anders: hij gooit humor in de strijd. Hij heeft een aantal humoristische Ted Talks en andere optredens over dit serieuze onderwerp gegeven, waaronder op de Edinburgh Fringe, een kunst & cultuurfestival. Want, zo zegt hij, het wordt snel slechter en we móéten erover praten.
Serieuze boodschap
In dit uitstekende boek overvleugelen de grappen de serieuze boodschap niet, het zorgt juist dat je je aandacht erbij houdt. En Winning heeft nóg een ingrediënt toegevoegd: zijn zoontje. Het boek begint als zijn vrouw nét zwanger is en eindigt 9 maanden na de geboorte. In die tijd verdeelt Winning zijn aandacht tussen die twee zaken: boek en baby. De verschillende hoofdstukken zijn fijntjes gekoppeld: Het einde van de wereld en De uitgerekende datum bijvoorbeeld. Ook komt zijn vriend Ian voorbij, vaak als parallel voor een heftige klimaatgebeurtenis. Het levert een mooi stukje storytelling op.
Het boek bestaat uit drie delen: Moeten, kunnen, zullen we veranderen?
Moeten we veranderen?
Dit deel geeft een gedetailleerde beschrijving van wat ons te wachten staat: hittegolven, zeespiegelstijging, droogte, honger, biodiversiteit, etc. Grappig is de uitleg van het verschil tussen het weer (dagelijks veranderend, onvoorspelbaar) en het klimaat (gemiddelden, voorspelbaar). Het is als je relatie, stelt Winning: op sommige dagen heb je ruzie, op andere heb je lol met elkaar. Op de lange termijn deel je dezelfde waarden, ken je elkaar door en door. Klimaatverandering, in deze parallel, is ‘alsof je partner plotseling een passie heeft voor crossfit. Eerst gaat ze één keer per week, dan elke dag, dan heeft ze het nergens anders meer over, drinkt ze shakes, weer later krijgt ze privéles, en dan … trekt ze in bij de instructeur. Je zag het niet aankomen, en toch was het al lang aan de gang, recht voor je ogen’. Het ‘slachtoffer’ bij de relatie-parallel is Ian, zo blijkt later. Wie het slachtoffer is van klimaatverandering is duidelijk.
Kunnen we veranderen?
Het tweede deel gaat over de oorzaken (fossiel) en de gevolgen als we het gebruik ervan verminderen voor bijvoorbeeld autorijden, vliegen, verwarmen, eten, spullen kopen. Grappig én confronterend in het stukje over vliegen is onder andere: In je hotel je handdoek vaker gebruiken is zinloos zolang je er naartoe vliegt. En dat Ryanair de laagste uitstoot heeft komt omdat ze veel meer mensen in een vliegtuig propt en heeft niets met brandstof te maken. Winnings’ oplossing: zorgen dat véél meer mensen vliegangst krijgen, door het uitsluitend draaien van horrorfilms, veel huilende baby’s, en nog zowat. En laten we eerlijk zijn: een vliegveld is toch een belastingvrije HEL?
Zullen we veranderen?
In dit laatste deel gaat het over psychologie, het lobbyen van de uitstotende industrieën en de maatregelen die al getroffen zijn. Veel aandacht is er ook voor individuele acties en de effectiviteit daarvan. Interessant is zijn opmerking over de afstandelijkheid van klimaatverandering: saai, ver weg, academisch, onzichtbaar. Als zijn vader. En zijn vergelijking met religie is grappig: we moeten nu met onze zonden stoppen om ooit, ver weg, een fijne toekomst te hebben, en anders zullen we het heel heet krijgen. En vertrouw niet op God, die houdt wel van een flinke overstroming af en toe.
Nieuw voor mij is zijn tip over hoe we anderen kunnen beïnvloeden tot ‘groener’ gedrag. Iets doen is beter dan iets laten. Niet vliegen heeft minder impact dan zonnepanelen installeren en de hele buurt zo aanzetten om hetzelfde te doen. Zichtbare maatregelen en initiatieven hebben meer effect!
Luchtig en nuttig
Dit boek is heel origineel, bijna in spreektaal geschreven en met vele grappen. Het leidt niet af, maar versterkt de boodschap, maakt het smeuïg. De grappen gaan veel over de VS en het VK, en die laatste zijn soms lastig te begrijpen als je daar niet woont. Sommige woordgrappen hebben onvermijdelijk wat van hun sterkte verloren in de vertaling naar het Nederlands. Er blijft echter meer dan genoeg over om hardop om te lachen!
Toch is het boek heel serieus, het dekt alle gebieden erg goed af en geeft onderbouwing van alle stellingen, in de vorm van uitgebreide referenties naar artikelen, website en boeken als De onbewoonbare aarde en A New Climate War. Het is duidelijk te merken dat we hier te maken hebben met een klimaatwetenschapper. Luchtig, maar niet té luchtig, en erg nuttig.
Het is ook een uiterst leesbaar boek, bijzonder goed vertaald door Edzard Krol, die ook moeite heeft gedaan om grappen zo nodig uit te leggen. Het boek is een feestje om te lezen, ondanks het zware onderwerp. Of juist dankzij: want we móéten erover praten, hoe fijn als dat ook luchtig kan.
Over Elly Stroo Cloeck
Elly Stroo Cloeck is project- en interim-manager op het gebied van Finance, Internal Audit en Risk Management. Daarnaast schrijft ze recensies en samenvattingen van managementboeken.