De huidige management- en organisatiepraktijk werkt met aannames over hoe organisaties functioneren en veranderen. Aannames bovendien die meestal impliciet blijven, maar wel veel invloed hebben op hoe we tegen onze eigen organisatiewerkelijkheid aankijken en onze ervaringen interpreteren. Thijs Homan werkt in Het et-cetera-principe uit hoe de organisatiewereld echt functioneert.
In de managementliteratuur wordt vaak de indruk gewekt dat organisaties het resultaat zijn van wat managers allemaal willen, besluiten en aansturen. Homan trekt dit in twijfel en wil laten zien dat organisaties vooral het resultaat zijn van wat er verder allemaal gebeurt, het et-cetera, en slechts een klein beetje van wat managers doen. Erger nog, we zijn eerder achteruit geboerd dan vooruit, want er is meer sprake van Taylorisme, controle, beheersing, managerialisme en instrumentalisme dan ooit. Steeds meer verkeerd gereedschap dus voor het omgaan met de alsmaar toenemende complexiteit.
Aanvullende wereld
Homan pleit in Het et-cetera-principe voor een andere manier van kijken naar wat er werkelijk gebeurt in die organisaties en waar de ontwikkelingen en veranderingen die zij meemaken vandaan komen. Dat alles is bovendien niet zo planbaar, beheersbaar, rationeel en lineair als de managementliteratuur en consultants ons willen laten geloven. Volgens Homan is er een aanvullende wereld (het et-cetera) die je eigenlijk niet kunt zien als je alleen maar door een managementbril kijkt.
Homan maakt in het eerste deel van zijn boek direct korte metten met de mooie management- en veranderverhalen, hun impliciete aannames en de heersende managementmythes. Het is te hopen dat leidinggevenden zich door dit deel heen willen worstelen, omdat het nogal deprimerend is te moeten constateren dat we de afgelopen honderd jaar eerder achteruit dan vooruit gegaan zijn. De rest van het boek staat namelijk barstensvol prachtige nieuwe inzichten die brede bekendheid verdienen en bovendien wetenschappelijk onderbouwd zijn.
Leiderschap
In het derde hoofdstuk schetst Homan een nieuw perspectief om te kijken naar organisaties, organiseren en organisatieontwikkeling. In de rest van het boek werkt hij dit perspectief stevig uit en gaat daarbij uitgebreid te rade bij andere wetenschappen. Het slothoofdstuk gaat over het leiderschap dat spontaan ontstaat uit dit nieuwe perspectief.
In Het et-cetera-principe is een magnifiek meesterwerk dat verplichte kost zou moeten zijn voor managers en al hun adviseurs. De inzichten die Thijs Homan presenteert, hebben een stevige wetenschappelijke onderbouwing. De materie – hoe om te gaan met complexiteit in en rond organisaties – is echter niet eenvoudig. Homan heeft alle literatuurverwijzingen uit de tekst gelaten en weet in helder Nederlands goed duidelijk te maken wat hij bedoelt met de nieuwe inzichten. Het boek laat zich relatief gemakkelijk lezen, maar maakt tegelijkertijd ook veel los bij de lezer.
Nico Jong, ruim 25 jaar actief in de overheidscommunicatie.