Klopt de uitspraak op de achterflap dat Mark Nijssen de ‘complexiteit van een nieuw organisatieontwerp terugbrengt naar overzichtelijke proporties’? Stap voor stap leidt de auteur u door het proces van het ontwerpen van een passende organisatiestructuur. Met de juiste dosering van theoretische achtergronden en verklaringen. Praktisch inderdaad, maar zonder de materie zo plat te staan dat het teveel versimpeld wordt. Gezien het toch wel abstracte onderwerp van de publicatie een hele prestatie!
Het ontwerpen van een organisatiestructuur begint vaak aan een tekentafel; op afstand van de betrokkenen. Mark Nijssen brengt dit proces in het Organisatie Ontwerp Atelier dichterbij en knipt het op in haalbare en voorstelbare stappen. Deze praktische vertaling begint al met het hanteren van termen waar iedereen iets bij kan bedenken. In plaats van het woord ‘arbeidsdeling’ bijvoorbeeld, gebruikt de auteur de beschrijving ‘het knippen van een takenpakket in delen’. Door wel de terminologie uit de vakliteratuur hiernaast te plaatsen, volgt elke lezer de tekst, maar kan ook ieder het verband leggen met andere bestaande managementtheorie.
Nijssen laat daarnaast zien dat we de principes van organisatiestructurering – ‘het totaal aan afspraken en patronen gericht op het knippen, plakken en knopen doorhakken om de doelstellingen van de organisatie te bereiken’ – continu toepassen. Bijvoorbeeld in de context van een gezinsleven. En de dynamiek van het vinden van een goede organisatiestructuur associeert hij met de voor velen herkenbare activiteit van het opstellen van zoekcriteria voor het online zoeken van een huis. Dergelijke vergelijkingen helpen om te snappen waar het ontwerpen van een organisatiestructuur in de kern om gaat. Opvallend is bovendien dat de auteur niet alleen put uit de gebruikelijke verander- en organisatiekunde, maar ook design thinking als inspiratiebron benut. Deze visualisatietechnieken en technieken voor het maken en testen van prototypes maken het beschreven ontwerpproces heel tastbaar.
In het hele boek is geen overbodige herhaling te vinden en de heldere schrijfstijl wordt ondersteund door de eenvoudige schemaatjes, krachtige opsommingen, vele voorbeelden en overzichtelijke lijstjes. De puntsgewijze tekst past bij de projectmatige aanpak die beschreven wordt. De toegankelijkheid wordt bovendien vergroot door de transparantie: de auteur maakt vaak expliciet waarom hij naar bepaalde theorie verwijst en wat de reden is om bepaalde stappen wel of niet aan de orde te laten komen.
Ook de opbouw van het boek is helder. Het begint met achtergrondinformatie over het belang van een goede organisatiestructuur, onder meer geplaatst in de context van maatschappelijke en economische ontwikkelingen. Voordat in deel twee daadwerkelijk aan de slag gegaan wordt, wordt nog uitgelegd waar een goede organisatiestructuur aan moet voldoen en wat de procesaanpak behelst. Het uitgebreide ‘atelier in zes stappen’ gaat vervolgens in op de vragen die in het ontwerpproces gesteld moeten worden en vinden van de antwoorden. Nijssen heeft niet alleen aandacht voor het proces van uitvoering zelf, maar ook voor bijvoorbeeld goed opdrachtgeverschap en het uiteindelijk testen en toetsen van een ontwerp.
In deel drie neemt de auteur tijd om nog kort stil te staan bij twee bijzondere aandachtspunten: coördinatie & aansturing en besluitvorming & implementatie. Met het ontwerpen van een organisatiestructuur, is het in de organisatiepraktijk immers nog niet klaar, Nijssen bakent het boek gelukkig wel helder af. Hij heeft beperkte aandacht voor de tijd die het doorvoeren van een transitie kost en wat je kunt doen om het verschil tussen plan en praktijk zo klein mogelijk te houden. Maar, zo stelt hij: implementatie ‘is eigenlijk een geheel nieuw boek’.
Inhoudelijk had Nijssen nog meer in kunnen gaan op wat hij de participatieve aanpak noemt. De auteur heeft aandacht voor de deelnemers en erkent dat het ontwerpproces voor hen heel persoonlijk kan worden. Het herstructureren van een organisatie raakt immers ook de eigen functie. Hoe je hier dan als ontwerper of opdrachtgever mee omgaat en hoe je de deelnemers betrokken en actief houdt: daar wordt weinig over geschreven. Welke stappen je in het ontwerpproces moet zetten is heel duidelijk. Maar hoe je met je deelnemers precies door alle stappen komt en hoe je hen met al hun emoties en beleving zo goed mogelijk faciliteert, daar had ik graag meer over geweten.
Kortom: Organisatie Ontwerp Atelier is een tekst zonder poespas. En dat past precies bij de behoefte die Nijssen uitspreekt om terug te gaan naar de kern en weg te gaan van alle hypes: ‘Als we alle modetermen weghalen, wat houden we dan nog over?’ Mijn enige klacht is dan de creatieve vormgeving, die ik niet helemaal vind passen bij juist deze nuchtere aanpak en ambitie. De overzichtelijke blokken teksten, rustige kleuren en het ruime wit leest heel plezierig. Ook de korte samenvattingen van de belangrijkste opmerkingen in de kantlijn van de pagina’s helpen de lezer. Maar hoe onhandig is het opvallende formaat. De te brede bladzijden slaan onhandig om en als je niet oppast, leidt dat tot scheurtjes in het papier. Het lage en brede boek past bovendien niet goed tussen de andere boeken in de kast. Een klein detail misschien, maar het drukt de pret toch een (heel klein) beetje.
Over Wanda Zoet
Wanda Zoet is senior adviseur bedrijfsvoering.