Elon Musk is een fenomeen dat maar eens per generatie voorkomt. De van origine Zuid-Afrikaanse zakenman heeft de afgelopen twintig jaar maar liefst vier industrieën radicaal helpen transformeren: online betalen met PayPal, de elektrische auto met Tesla Motors, duurzame energie met SolarCity, en de commerciële ruimtevaart met SpaceX. Musk is daardoor met afstand de belangrijkste ondernemer op aarde, zeker na het verscheiden van Apple-oprichter Steve Jobs in 2011.
Dat maakt de biografie Elon Musk - Hoe de topman van SpaceX en Tesla onze toekomst vormgeeft des te indrukwekkender. Waar tientallen collega-journalisten nul op het rekest kregen, lukte het Ashlee Vance om Musk dertig uur lang diepgaand te interviewen. De Bloomberg Businessweek-journalist hoefde het manuscript vooraf zelfs niet ter goedkeuring voor te leggen - geen geringe tegemoetkoming van een man die zijn levensverhaal zo onder controle wil houden als Musk. Het resultaat is een fascinerende biografie die minstens tien jaar als referentiepunt zal dienen.
Musks weg naar succes leest als de ultieme Amerikaanse droom. Hij groeide op in een kleingeestig milieu in Pretoria met een vader die hem emotioneel misbruikte en schoolgenoten die hem regelmatig in elkaar sloegen. Hij wist op zeventienjarige leeftijd te ontvluchten en belandde totaal berooid bij familie in Canada. Musk hield het hoofd boven water met tijdelijke baantjes en financierde zijn studies aan Queen's University in Ontario en de Universiteit van Pennsylvania met het organiseren van feesten. In de jaren negentig verhuisde hij naar de Amerikaanse westkust, en maakte snel furore in het koortsige ondernemingsklimaat van Silicon Valley. Hij verkocht zijn eerste onderneming, het softwarebedrijf Zip2, voor zo’n 350 miljoen dollar aan Compaq en hield daar zelf 22 miljoen aan over. Musk gebruikte een deel van het geld voor de oprichting van de online bank X.com, die later zou fuseren met het digitale betalingsysteem PayPal. De verkoop van PayPal aan eBay in 2002 leverde Musk 165 miljoen dollar op.
Hiermee begon de opmars van Musk als vernieuwer pas goed. Vance beschrijft hoe Silicon Valley tussen de opkomst van Google in 2002 en de introductie van Apples iPhone in 2007 door een innovatiedip ging. In deze periode veranderde het doel van het nemen van enorme risico's om nieuwe industrieën en grootste ideeën te creëren, in het najagen van gemakkelijker geld door consumenten te plezieren en mensen advertenties aan te laten klikken. Het gevolg was een braakliggend ondernemingsklimaat vol middelmatige bedrijfjes. Musk vormde een verfrissende uitzondering door zich te richten op fysieke ondernemingen met echte producten die uiteindelijk duizenden mensen aan werk zouden helpen. Hij nam daarbij enorme risico's: met een investering 100 miljoen dollar in SpaceX, 70 miljoen in Tesla en 10 miljoen in SolarCity begaf hij zich in vijandige industrieën waar gevestigde belangen een slangenkuil aan politiek gekonkel hadden gecreëerd. Musk heeft meer dan eens op de rand van een faillissement gestaan, maar wist zich dankzij zijn koppigheid en gedrevenheid telkens staande te houden. Zijn vermogen schommelt inmiddels rond de twaalf miljard dollar, waarmee Musk in de top veertig van rijkste personen in de Verenigde Staten staat.
In pakweg 450 pagina's portretteert Vance een man die weliswaar bewondering afdwingt, maar slechts weinig genegenheid oproept. Musk, die werkweken van honderd uur of langer draait, eist van zijn personeel eenzelfde inzet en deinst er niet voor terug om zelfs zijn meest loyale mensen te ontslaan. Toen een werknemer een gebeurtenis miste vanwege de geboorte van zijn kind stuurde Musk hem onmiddellijk een mailtje. ‘Dat is geen excuus,’ schreef hij. ‘Ik ben verschrikkelijk teleurgesteld. Je moet weten waar je prioriteiten liggen.’
Voor Musk zijn die prioriteiten meer dan duidelijk, aldus Vance. Zijn uiteindelijk doel is om van de mensheid een multiplanetair ras met een zelfvoorzienende beschaving te helpen maken, te beginnen met een kolonie op Mars. Met zulke verheven ambities is bijna elk karaktergebrek te vergeven.
Over Jeroen Ansink
Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.