Ballé, Jones, Chaize en Fiume schrijven vanuit het perspectief van leiders en de manier waarop leiders Lean kunnen toepassen, hoe ze hun eigen manier van managen kunnen aanpassen en kennis door hun organisatie kunnen verspreiden. Lean strategie draait volgens de auteurs om leren concurreren, om het omarmen van een fundamenteel andere manier van denken op de werkvloer, een manier, zoals ze zelf zeggen, waarbij de ontwikkeling van het vermogen om te ontdekken en te leren – op alle niveaus in de organisatie – centraal staat. Ze stellen dat de organisatie die Lean elke dag en op elk niveau in de organisatie toepast, een veerkrachtige organisatie wordt die beter in staat is om zich aan te passen en te groeien.
De lezer die verwacht dat er uitgebreid ingegaan wordt op ‘strategisch denken’ (wat immers de titel van het boek is) in de zin van vormgeven aan de koers van de organisatie, het bepalen van markten, het kans-zoekend en kanscreërend denken en handelen, komt bedrogen uit. Volgens de auteurs staat De Lean strategie voor een aanpak waarbij men op zoek gaat naar de juiste problemen om op te lossen en dat de verbeteringen zo worden vormgegeven dat iedereen begrijpt hoe hij kan bijdragen.
Wat mij aanspreekt in deze visie op Lean is hun pleidooi om zo veel mogelijk gebruik te maken van de autonomie van medewerkers in teams. Het Lean leersysteem biedt een gestructureerde manier om teams in hun eigen leertraject te ondersteunen. In de visie van de auteurs boort dit leersysteem de vindingrijkheid van elk team aan en laat het leiders leren hoe ze beter kunnen concurreren in hun sector door van hun operationele verbeteringen te leren. Wat in veel andere boeken centraal staat, rendementsverbetering en besparingen, staat bij deze aanpak op de laatste plaats, ook al blijft het vanzelfsprekend belangrijk: Lean leren kan de bottomline verbeteren.
Ook al wordt veel waarde gehecht aan het functioneren van teams, er is nadrukkelijk geen sprake van zelforganiserende of zelfsturende teams. Ze stellen dat elk team een leider nodig heeft, een leider die in het bezit is van competentie en zelfvertrouwen. Verder stellen ze dat een team gekenmerkt wordt door grenzen, zoals wie hoort wel en wie niet bij het team en welk werk hoort wel bij het team en wat niet.
Bij Lean denken gaat het om het omarmen van zowel stabiliteit als verandering op teamniveau, waar het echte werk plaats vindt. De Lean ‘verandermotor’ bestaat uit vier stappen: leiders formuleren het probleem dat moet worden opgelost; werkvloermanagers stimuleren en ondersteunen het team (geleid dor teammanagers) bij het verkennen van nieuwe gewoontes en de overstap naar nieuwe manieren van werken; werkvloermanagers trekken de conclusies uit deze innovaties op teamniveau en passen hun afdelingsprocedures aan en ten vierde onderzoeken leiders al dit soort procedurele veranderingen en bespreken de waarde er van met andere werkvloermanagers en teams. Op deze wijze groeit ‘organische verandering uit tot performance-gedreven transformatie’. Eigenlijk levert Lean denken herbruikbaar leren op; generieke manieren om in een probleem te duiken en op zoek te gaan naar een unieke oplossing, voortbouwend op de ideeën en de ervaring van de mensen op de werkvloer. In veel organisaties wordt op ‘gut feeling gehandeld en vaak op halve feiten gegeneraliseerd, maar bij Lean moet er, voordat er kan worden gegeneraliseerd, eerst voldoende empirie zijn.
Staat er veel nieuws in het boek? Dat hangt er maar van af wie je vraagt. De mensen die ervaring hebben in Lean denken en doen zullen een bevestiging vinden van wat ze al wisten maar dan wel overzichtelijk met heldere moralen opgeschreven. Degenen die denken dat Lean alleen draait om de green of black belt of degene die weinig beeld heeft bij Lean als bedrijfsfilosofie, hebben veel aan dit boek. De lean strategie – lean als bron van concurrentievoordeel, innovatie en duurzame groei staat vol met voorbeelden uit de maakwereld, en is daardoor volgens mij iets minder geschikt voor de mensen die werkzaam zijn in dienstverlening.
Over Rudy Kor
Rudy Kor is zelfstandig organisatieadviseur en auteur van diverse managementboeken. Tot voor kort werkte hij (als senior partner) bij Twynstra Gudde. Hij startte zijn werkzame leven bij Philips in Eindhoven. Als adviseur helpt hij (project)managers bij het effectiever inrichten van hun projecten. Als veellezer wordt hij gedreven door nieuwsgierigheid en schrijft regelmatig boekrecensies.