Prof.dr.mr. E.J.W. Heithuis is hoogleraar belastingrecht aan de Universiteit Utrecht, directeur van het Holland Tax Center, wetenschappelijk adviseur van BDO CampsObers Belastingadviseurs en rechter-plaatsvervanger in de rechtbank Den Haag.
Meer over E.J.W. HeithuisCompendium Bedrijfsopvolging
Paperback Nederlands 2019 3e druk 9789013153187Samenvatting
In dit boek komt de ingewikkelde problematiek van de bedrijfsopvolging aan de orde. Hiermee heeft u de belangrijkste wettelijke regels en de jurisprudentie bij de hand.
Bedrijfsopvolging is een belangrijk stadium in de levensfase van elke ondernemer. Het is immers het moment waarop hij afscheid neemt/moet nemen van zijn levenswerk. Dit gaat vaak met de nodige spanningen gepaard, niet in het minst op emotioneel en psychologisch vlak.
Maar ook andere factoren, zoals civielrechtelijke, fiscale en financiële aspecten bepalen niet zelden de wijze van bedrijfsopvolging. Is de gekozen route civielrechtelijk begaanbaar? Kan de eventuele belastingheffing worden vermeden? En ‘last but not least’ is de overname voor de opvolger wel financierbaar en daarmee economisch rendabel? Allemaal belangrijke factoren waarvan iedere adviseur die zich in de praktijk bezighoudt met bedrijfsopvolging, rekenschap moet geven.
Compendium Bedrijfsopvolging zet de genoemde elementen uiteen. De belangrijke leerstukken uit het Burgerlijk Wetboek, de gevolgen van een bedrijfsopvolging voor de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en erf- en schenkbelasting, de financiering van de overname en de waardering van de onderneming komen aan de orde. Stuk voor stuk aspecten die voor een belangrijk deel de bedrijfsopvolging bepalen.
Compendium Bedrijfsopvolging is bedoeld voor accountants, fiscalisten, financieel planners, notarissen en anderen voor wie het noodzakelijk is dat zij kennis dragen van de problematiek van de bedrijfsopvolging. Voor studerenden tot deze beroepen maakt dit boek de uiteenlopende en ingewikkelde problematiek van de bedrijfsopvolging toegankelijk en brengt hen begrip bij van de belangrijkste wettelijke regels en de jurisprudentie. Hierbij zijn al te theoretische beschouwingen achterwege gelaten. Het boek is primair geschreven voor de praktijk en voor studenten. Het is ook een compendium en behandelt de materie in hoofdlijnen.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Lijst van gebruikte afkortingen / XV
HOOFDSTUK 1
Inleiding / 1
1.1 Belang van bedrijfsopvolging / 1
1.2 Rol van de overheid / 3
1.3 Bedrijfsopvolging in EU-verband / 4
1.4 Compendium Bedrijfsopvolging / 4
HOOFDSTUK 2
Civielrechtelijke aspecten van bedrijfsopvolging / 5
2.1 Inleiding / 5
2.2 Structuur bedrijfsopvolging / 5
2.3 Overgang van vermogen / 6
2.3.1 Algemeen / 6
2.3.2 Overgang onder bijzondere titel / 6
2.3.3 Overgang onder algemene titel / 7
2.3.4 Bijzondere gevallen / 7
2.4 Voorafgaande herstructurering / 8
2.4.1 Algemeen / 8
2.4.2 Juridische fusie / 9
2.4.2.1 Algemeen / 9
2.4.2.2 Kenmerken / 9
2.4.2.3 Bijzondere fusievormen / 12
2.4.3 Juridische splitsing / 12
2.4.3.1 Algemeen / 12
2.4.3.2 Kenmerken / 13
2.4.3.3 Bijzondere splitsingsvormen / 16
2.4.4 Uitkeren van dividend / 17
2.4.5 Inkoop van aandelen / 17
2.4.6 Kapitaalvermindering / 18
2.4.7 Conversie van aandelen / 19
2.4.8 (De)certificeren van aandelen / 20
2.5 Instrumenten voor bedrijfsopvolging; uitgebreid / 21
2.5.1 Algemeen / 21
2.5.2 Overname van aandelen / 21
2.5.2.1 Rechtspersoonlijke voorschriften / 21
2.5.2.2 Voordelen en nadelen / 22
2.5.3 Overname van activa en passiva / 22
2.5.3.1 Leveringsformaliteiten / 22
2.5.3.2 Voordelen en nadelen / 23
2.5.4 Aandelenfusie / 23
2.5.4.1 Algemeen / 23
2.5.4.2 Wettelijke en statutaire voorschriften voor de overdracht van aandelen / 23
2.5.4.3 Wettelijke en statutaire voorschriften voor uitgifte van aandelen / 23
2.5.4.4 Voordelen en nadelen / 24
2.5.5 Bedrijfsfusie / 24
2.5.5.1 Leveringsformaliteiten / 24
2.5.5.2 Voordelen en nadelen / 24
2.6 Aandelen en certificaten van aandelen / 24
2.6.1 Algemeen / 24
2.6.2 Aandelensoorten en aanduiding / 25
2.6.3 Certificaten van aandelen / 26
2.7 Planning / 27
2.8 Onderhandelingen / 28
2.8.1 Algemeen / 28
2.8.2 Fasen onderhandelingen / 28
2.8.3 Afbreken onderhandelingen / 29
2.9 Uitwisselen van informatie / 30
2.9.1 Algemeen: onderzoeksplicht versus mededelingsplicht / 30
2.9.2 ‘Due diligence’-onderzoek / 31
2.9.3 Garanties en vrijwaringen / 31
2.10 Betrokkenheid van derden / 33
2.10.1 Algemeen / 33
2.10.2 Personeel / 33
2.10.3 Betrokkenheid vakorganisaties / 33
2.10.4 Ondernemingsraad (OR) / 34
2.10.5 Autoriteit Consument en Markt (ACM) / 34
2.11 Overeenkomst inzake bedrijfsopvolging / 35
2.12 Afsluiting / 36
HOOFDSTUK 3
Bedrijfsopvolging voor de ondernemer in de inkomstenbelasting / 37
3.1 Inleiding / 37
3.2 Ondernemingsbegrip en hoedanigheid van winstgenieter / 37
3.3 Stakingswinst / 39
3.3.1 Begrip ‘staken’ / 39
3.3.2 Totaalwinst versus jaarwinst / 41
3.3.3 Stakingswinst bij overdracht eenmanszaak (leven en overlijden) / 42
3.3.3.1 Winst behaald met de staking / 42
3.3.3.2 Winst behaald bij de staking / 44
3.3.4 Stakingswinst bij inbreng onderneming in personenvennootschap / 45
3.3.4.1 Inbreng in vennootschap onder firma / 46
3.3.4.2 Inbreng in commanditaire vennootschap / 49
3.3.5 Stakingswinst bij wijziging winstverdeling / 50
3.3.6 Stakingswinst bij uittreden vennoot uit personenvennootschap / 50
3.4 Specifieke vormen van overdracht / 51
3.4.1 Overdracht onderneming tegen (schuld)vordering / 52
3.4.2 Huurverkoop onderneming / 52
3.4.3 Overdracht onderneming tegen lijfrente / 53
3.4.4 Overdracht onderneming tegen winstrecht / 53
3.4.5 Verhuur onderneming / 54
3.5 Stakingsfaciliteiten / 54
3.5.1 Inleiding / 54
3.5.2 Waarderingsfaciliteit woning bij staking (bij leven) / 54
3.5.3 Waarderingsfaciliteit woning bij staking door overlijden / 55
3.5.4 Stakingsaftrek / 56
3.5.5 MKB-winstvrijstelling / 56
3.5.6 Omzetting oudedagsreserve in lijfrente / 56
3.5.7 Omzetting stakingswinst in lijfrente / 57
3.6 Doorschuiffaciliteiten / 60
3.6.1 Inleiding / 60
3.6.2 Doorschuiving door ontbinding huwelijksgemeenschap / 61
3.6.3 Doorschuiving bij staking door overlijden / 63
3.6.4 Doorschuiving naar medeondernemers of werknemers / 66
3.6.4.1 Inleiding / 66
3.6.4.2 Doorschuiving naar een medeondernemer / 67
3.6.4.3 Doorschuiving naar werknemer / 74
3.7 Betalingsfaciliteiten in invorderingssfeer / 75
3.7.1 Inleiding / 75
3.7.2 Betalingsfaciliteit overlijdenswinst winstgenieter / 75
3.7.3 Betalingsfaciliteit bij schuldigerkenning van de koopsom / 76
3.8 Afsluiting / 80
HOOFDSTUK 4
Bedrijfsopvolging voor de DGA in de inkomstenbelasting / 83
4.1 Inleiding / 83
4.2 Overdracht ab-aandelen of -winstbewijzen tegen koopsom; betalingsregeling / 84
4.3 Vererving ab-aandelen of -winstbewijzen / 89
4.3.1 Doorschuiffaciliteit beperkt tot ondernemingsvermogen / 90
4.3.1.1 Begrip ‘materiële onderneming’ / 91
4.3.1.2 Afbakening ondernemingsvermogen; vermogensetikettering / 95
4.3.1.3 Holdingstructuur; consolidatie / 96
4.3.1.4 Etikettering van enkele specifieke balansposten / 101
4.3.2 Kwalificerend ab; begrip ‘aanmerkelijk belang’ / 106
4.3.2.1 In gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten / 106
4.3.2.2 Verwaterd aanmerkelijk belang / 107
4.3.2.3 Vruchtgebruik en blote eigendom / 108
4.3.3 Krachtens erfrecht onder algemene titel of onder bijzondere titel (legaat) / 109
4.3.4 Verdeling nalatenschap / 113
4.3.5 Medegerechtigdheid en (cumulatief) preferente aandelen / 114
4.3.5.1 Medegerechtigdheid / 115
4.3.5.2 (Cumulatief) preferente aandelen / 115
4.3.5.3 Enkele aanvullende regels voor (cumulatief) preferente aandelen / 121
4.3.5.4 Samenloop met lucratiefbelangwetgeving (art. 3.92b Wet IB 2001) / 122
4.3.5.5 Omzetting gewone aandelen in andere aandelen vervreemding? / 123
4.3.6 Overgang krachtens huwelijksvermogensrecht, gevolgd door overgang krachtens erfrecht / 125
4.3.7 Doorschuiftechniek; afrekening van rechtswege, doorschuiving op verzoek / 128
4.3.8 Geen bezits- en voortzettingsvereisten / 129
4.3.9 Overlijdensdividend / 130
4.4 Schenking ab-aandelen of -winstbewijzen / 132
4.4.1 Directe schenking ab-aandelen of -winstbewijzen; doorschuiffaciliteit / 132
4.4.1.1 Begrip ‘schenking’ / 134
4.4.1.2 Schenking aan holdingvennootschap / 134
4.4.1.3 Herroepelijke schenking / 136
4.4.1.4 Tweetrapsschenking / 138
4.4.2 Dienstbetrekkingseis / 138
4.4.2.1 In dienstbetrekking werkzaam / 138
4.4.2.2 36-Maandsperiode / 139
4.4.2.3 Kwalificatie als loon (loonbelasting)? / 140
4.4.3 Indirecte schenking ab-aandelen of -winstbewijzen / 140
4.4.3.1 Betalingsregeling in invorderingssfeer / 140
4.4.3.2 Indirecte schenking vervangen door directe schenking / 142
4.4.3.3 Indirecte schenking aan holdingvennootschap / 143
4.4.4 Verschillen met verervingsfaciliteit / 143
4.4.5 Verschillen met Successiewet 1956; geen bezits- en voortzettingseis / 143
4.5 Vererving, schenking en overdracht tbs-(on)roerende zaken / 144
4.5.1 Vererving tbs-(on)roerende zaken / 144
4.5.2 Schenking tbs-(on)roerende zaken en overdracht tegen schuldigerkenning / 145
4.6 Afsluiting / 146
HOOFDSTUK 5
Bedrijfsopvolging en vennootschapsbelasting / 149
5.1 Inleiding / 149
5.2 Rechtsvormkeuze en concernvorming / 149
5.2.1 Verkoper / 150
5.2.1.1 (Effectieve) belastingdruk / 150
5.2.1.2 Wijziging rechtsvorm en concernvorming / 152
5.2.2 Koper / 153
5.3 Geldleningen en renteaftrek bij bedrijfsopvolgingen / 155
5.3.1 Uitgangspunten renteaftrek in Wet VPB 1969 / 155
5.3.2 Eigen vermogen of vreemd vermogen, leningen met onzakelijke voorwaarden en onzakelijke leningen / 156
5.3.3 Specifieke renteaftrekbeperkingen / 159
5.3.3.1 Winstdrainage (art. 10a Wet VPB 1969) / 159
5.3.3.2 Laagrentende of onzakelijke leningen (art. 10b Wet VPB 1969) / 167
5.3.3.3 Earningsstripping-maatregel (art. 15b Wet VPB 1969) / 167
5.4 Deelnemingsvrijstelling / 171
5.4.1 Deelnemingsvrijstelling en bedrijfsopvolging / 171
5.4.2 Deelnemingsvrijstelling op hoofdlijnen / 171
5.4.3 Deelneming / 172
5.4.3.1 Definitie / 172
5.4.3.2 Beleggingsdeelneming / 174
5.4.3.3 Meesleep- en meetrekregeling; aflopende deelneming / 176
5.4.3.4 Opties / 176
5.4.4 Object deelnemingsvrijstelling / 178
5.4.4.1 Voordelen uit hoofde van de deelneming / 178
5.4.4.2 ‘Earn out’-regelingen en balansgaranties / 178
5.4.4.3 Aan- en verkoopkosten deelneming / 179
5.5 Reorganisaties / 181
5.5.1 Aandelenfusie / 181
5.5.1.1 Inleiding / 181
5.5.1.2 Voor de faciliteit kwalificerende aandelenfusie / 183
5.5.1.3 Voorwaarden toepassing faciliteit: niet gericht op ontgaan of uitstellen van belastingheffing / 184
5.5.2 Bedrijfsfusie / 186
5.5.2.1 Inleiding / 186
5.5.2.2 Tegenprestatie en belastinglatentie / 188
5.5.2.3 Voorwaarden voor toepassing faciliteit / 191
5.5.2.4 Tijdstip van overdracht; terugwerkende kracht / 192
5.5.2.5 Bedrijfsfusiefaciliteit van rechtswege; voorwaarden en indeplaatstreding / 193
5.5.3 Juridische splitsing / 194
5.5.3.1 Algemeen / 194
5.5.3.2 Splitsing met fiscale afrekening / 195
5.5.3.3 Splitsingsfaciliteit van rechtswege / 196
5.5.4 Juridische fusie / 200
5.5.4.1 Algemeen / 200
5.5.4.2 Juridische fusie met fiscale afrekening / 200
5.5.4.3 Gefacilieerde juridische fusie van rechtswege / 201
5.5.4.4 Gefacilieerde juridische fusie onder voorwaarden / 202
5.5.5 Fiscale eenheid / 203
5.5.5.1 Algemeen / 203
5.5.5.2 Vereisten voor tot stand komen fiscale eenheid / 204
5.5.5.3 Art. 15ai Wet VPB 1969 / 207
5.6 Na de bedrijfsopvolging; vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) / 212
5.6.1 VBI in kort bestek / 213
5.6.2 VBI nader bezien / 214
5.6.2.1 Collectiviteitsvereiste / 214
5.6.2.2 Beleggingsvereiste / 215
5.6.2.3 Beleggingen / 216
5.6.2.4 Risicospreidingseis / 216
5.6.2.5 ‘Open end’-karakter / 216
5.6.3 Verkrijgen en verliezen VBI-status / 216
5.6.4 Aandeelhouder in VBI / 217
5.6.5 VBI en dividendbelasting / 218
5.7 Afsluiting / 218
HOOFDSTUK 6
Bedrijfsopvolging in de erf- en schenkbelasting / 219
6.1 Inleiding / 219
6.2 Ratio bedrijfsopvolgingsfaciliteit / 221
6.3 Omvang en berekening vrijstelling / 222
6.3.1 100%-vrijstelling tot € 1.084.851 en 83% over het meerdere / 222
6.3.2 Conserverende aanslag voor resterende 17% / 224
6.3.3 Eventuele tegenprestatie of last blijft buiten beschouwing / 224
6.3.4 Waardering ondernemingsvermogen / 225
6.3.5 Voorbeelden / 226
6.4 Toepassingsbereik bedrijfsopvolgingsvrijstelling / 228
6.4.1 Algemeen; vier vermogensbestanddelen / 228
6.4.2 IB-onderneming en medegerechtigde / 229
6.4.3 Ab-aandelen of -winstbewijzen / 232
6.4.3.1 Begrip ‘aanmerkelijk belang’ / 232
6.4.3.2 Indirecte overdracht ab-aandelen / 234
6.4.3.3 Bijzondere regeling voor verwaterd aanmerkelijk belang / 235
6.4.4 Tbs-(on)roerende zaken / 238
6.4.5 Krachtens erfrecht en krachtens schenking / 239
6.5 Begrip ‘objectieve onderneming’ / 240
6.5.1 IB-onderneming en medegerechtigdheid / 240
6.5.1.1 Algemeen; gelijkschakeling met inkomstenbelasting / 240
6.5.1.2 Buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen / 242
6.5.1.3 Medegerechtigdheid / 243
6.5.2 Ab-aandelen en -winstbewijzen / 244
6.5.2.1 Begrip ‘objectieve onderneming’ / 244
6.5.2.2 Indirect gehouden medegerechtigdheid / 249
6.5.2.3 (Cumulatief) preferente aandelen / 250
6.5.2.4 Vruchtgebruik en blote eigendom / 258
6.5.2.5 Tweetrapsmaking en -schenking / 259
6.5.3 Tbs-onroerende zaken / 259
6.6 Bezitseis en voortzettingseis / 261
6.6.1 Bezitseis / 261
6.6.1.1 Eénjaars- respectievelijk vijfjaarstermijn / 261
6.6.1.2 Versoepelingen; rechtsvormwijzigingen en aanpalende figuren / 264
6.6.2 Voortzettingseis / 271
6.6.2.1 Vijfjaarstermijn / 271
6.6.2.2 Versoepelingen; rechtsvormwijzigingen en aanpalende figuren / 280
6.7 Latere wijziging in gerechtigdheid tot ondernemingsvermogen / 286
6.8 Overige erfgena(a)m(en); betalingsuitstel vooronderbedelingsvordering / 288
6.9 Toerekening belastinglatentie / 288
6.10 Twee afsluitende voorbeelden / 289
6.11 Afsluiting / 291
HOOFDSTUK 7
Waardering van ondernemingen / 293
7.1 Inleiding / 293
7.2 Aandelentransactie versus activatransactie / 294
7.3 Methoden van waardering van ondernemingen / 295
7.3.1 Intrinsieke waarde / 295
7.3.2 Rentabiliteitswaarde/verbeterde rentabiliteitswaarde / 295
7.3.3 Rendementswaarde / 296
7.3.4 ‘Discounted Cash Flow’-methode (DCF-methode) / 297
7.3.5 Koers/winstverhoudingen-multiple / 297
7.4 ‘Discounted Cash Flow’-methode / 297
7.4.1 Bepalen en beoordelen van de toekomstige kasstroom / 298
7.4.2 Disconteringsvoet (WACC) / 300
7.4.3 Risicoanalyse / 301
7.4.3.1 Marktrisico / 302
7.4.3.2 Afhankelijkheid personeel / 302
7.4.3.3 Afhankelijkheid van één grote klant (of leverancier) / 302
7.4.3.4 Slechtere solvabiliteit of liquiditeit / 302
7.4.3.5 Kostenstructuur / 302
7.4.3.6 Belastingen / 303
7.4.4 Waarderen schulden / 303
7.4.5 Voorbeeld DCF-methode / 303
7.4.5.1 Berekening vrije kasstroom / 303
7.4.5.2 Bepaling WACC (gemiddelde vermogenskostenvoet) / 304
7.4.5.3 Berekening waarde aandelen / 304
7.4.6 Aandelentransactie versus activatransactie / 304
7.5 Synergie / 304
7.6 Waarde versus prijs / 305
7.7 Waarderingsmethoden voor de belastingheffing / 305
7.8 Afsluiting / 306
HOOFDSTUK 8
Financiering van de bedrijfsopvolging / 307
8.1 Inleiding / 307
8.2 Financierbaarheid / 308
8.3 Bancaire financiering / 310
8.4 Juridische structuur; fiscale renteaftrek / 315
8.5 Zekerheden / 316
8.5.1 Zekerheden verstrekt door de koper / 316
8.5.2 Zekerheden verstrekt door de overheid / 317
8.5.2.1 BMKB / 317
8.5.2.2 GO / 318
8.5.2.3 Groeifaciliteit / 318
8.6 Alternatieven voor bancaire financiering / 319
8.6.1 Familie en vrienden / 320
8.6.2 Investeerders (‘informal investors’) / 320
8.6.3 ‘Crowdfunding’ / 320
8.6.4 Nieuwe alternatieven / 321
8.6.5 Verkopende partij / 322
8.7 Afsluiting / 323
Overige te raadplegen literatuur / 325
Trefwoordenregister / 327
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan