Voor risico van de ondernemer
Over de betekenis van het ondernemersrisicobeginsel in het aansprakelijkheidsrecht
Gebonden Nederlands 2023 1e druk 9789013173758Samenvatting
Deze titel geeft nieuwe inzichten over de positie van ondernemers binnen het Nederlandse buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht. Dit proefschrift geeft praktische handvatten voor de wijze waarop de hoedanigheid van ondernemer kan worden meegewogen bij het aansprakelijkheidsoordeel. Dit maakt de uitgave zeer waardevol voor iedereen die zich bezighoudt met zorgplichten van ondernemers.
Maakt het voor de vestiging van aansprakelijkheid uit dat er schade is veroorzaakt door een ondernemer of door een particulier? Deze vraag staat centraal in dit proefschrift. Daar waar de betekenis van de hoedanigheid van professionele partijen voor verschillende deelterreinen van het verbintenissenrecht al vaker onderwerp van studie is geweest, ontbrak tot op heden een studie naar de rol van ondernemers in het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht. Voor risico van de ondernemer vult deze leegte in de literatuur op.
Het onderzoek in deze titel heeft geresulteerd in een nieuwe theorie over de positie van ondernemers binnen het Nederlandse buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht. Aan de hand van een grondige analyse van literatuur en rechtspraak, maakt de auteur niet alleen inzichtelijk hoe de vereisten daad, daderschap, onrechtmatigheid en toerekenbaarheid kunnen worden geïnterpreteerd als de aangesproken partij een ondernemer is, maar laat zij ook zien hoe de hoedanigheid van ondernemer kan leiden tot een verlaging van de aansprakelijkheidsdrempel.
Tot slot vormt dit proefschrift een belangrijke aanvulling op de literatuur over de grondslagen van het aansprakelijkheidsrecht, omdat het de aandacht vestigt op een tot dusver in de Nederlandse literatuur onderbelicht gebleven beginsel: het ondernemersrisicobeginsel.
Dit proefschrift sluit aan op een groot aantal actuele ontwikkelingen, zoals:
- de hoedanigheidsproblematiek in het verbintenissenrecht
- de zorgplichten van ondernemers in de maatschappij
- de aansprakelijkheid voor gebrekkige producten
- de aansprakelijkheid van financiële ondernemers
- de klimaatzorgplichten van ondernemers
- het daderschap van de rechtspersoon
Voor risico van de ondernemer is hiermee van grote waarde voor rechtswetenschappers, rechters, advocaten, bedrijfsjuristen en anderen die zich bezighouden met zorgplichten van ondernemers.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Lijst van gebruikte afkortingen XV
Deel I: Algemeen deel 1
Hoofdstuk 1 Inleiding 3
1.1 Aanleiding 3
1.2 Probleemstelling 8
1.2.1 Vraagstelling 8
1.2.2 Doelstelling 9
1.3 Methodologie 10
1.3.1 Drie methoden 10
1.3.2 Juridisch-dogmatische methode 11
1.3.3 Rechtsvergelijkende methode 12
1.3.4 Kwalitatieve inhoudsanalyse 16
1.4 Afbakening 19
1.4.1 Het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht 19
1.4.2 Gevaarzetting, financiële aansprakelijkheid en kwalitatieve aansprakelijkheden 21
1.4.3 Daad, daderschap, onrechtmatigheid en toerekenbaarheid 23
1.4.4 De laedens 23
1.4.5 Materieel recht 25
1.5 Relevantie 25
1.5.1 Maatschappelijke relevantie 25
1.5.2 Wetenschappelijke relevantie 26
1.6 Terminologie 28
1.6.1 Onderneming, ondernemer, rechtspersoon, bedrijf(smatig gebruiker) en producent 28
1.6.2 Zorgvuldigheidsnorm, (bijzondere) zorgplicht en zorgverplichting 35
1.6.3 Laedens, dader en normadressaat 38
1.7 Leeswijzer 38
Hoofdstuk 2 Schuld en risico 41
2.1 Inleiding 41
2.2 De aard en functie van rechtsbeginselen 42
2.3 Rechtsbeginselen als uitwerking van rechtvaardigheid 43
2.3.1 Correctieve en distributieve rechtvaardigheid 43
2.3.2 Het schuldbeginsel als uitwerking van correctieve rechtvaardigheid 44
2.3.3 Het risicobeginsel als uitwerking van distributieve rechtvaardigheid 45
2.4 De rechtvaardigheidsgronden van het aansprakelijkheidsrecht 46
2.4.1 Inleiding 46
2.4.2 Twee eeuwen discussie over de grondslag van het aansprakelijkheidsrecht 46
2.4.3 Het risicobeginsel als samenstel van beginselen 48
2.4.4 De grondslagen van het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht 52
2.5 De betekenis van het risicobeginsel voor het positieve recht 52
2.5.1 Inleiding 52
2.5.2 De betekenis van het risicobeginsel voor het daadscriterium 53
2.5.3 De betekenis van het risicobeginsel voor het daderschapscriterium 54
2.5.4 De betekenis van het risicobeginsel voor het onrechtmatigheidscriterium 56
2.5.5 De betekenis van het risicobeginsel voor het toerekenbaarheidscriterium 62
2.6 Conclusie 66
Deel II: Daad en daderschap 67
Hoofdstuk 3 (Rechts)persoon, daad en daderschap 69
3.1 Inleiding 69
3.2 Definities 70
3.2.1 (Rechts)persoonlijkheidsbegrip 70
3.2.2 Handelingsbegrip 72
3.2.3 Daderschapsbegrip 73
3.3 Daderschap van de rechtspersoon in vogelvlucht: van fictieleer naar Babbel-criterium 74
3.4 Babbel-criterium en art. 6:170 BW 80
3.5 Concretisering van het Babbel-criterium 82
3.6 Daderschapsverdubbeling 88
3.6.1 Inleiding 88
3.6.2 Drie opvattingen 90
3.6.3 Eigen opvatting 92
3.7 Conclusie 100
Hoofdstuk 4 Indirect en direct daderschap 103
4.1 Inleiding 103
4.2 Definities 104
4.2.1 Indirect daderschap 104
4.2.2 Direct daderschap 104
4.3 Rechtspraak van de Hoge Raad 105
4.4 Opvattingen in de literatuur 107
4.5 Synthese: drie vormen van direct daderschap en nieuwe vragen 115
4.6 Rechtsvergelijking: Principles of European Tort Law 119
4.6.1 Art. 4:202 PETL 119
4.6.2 Relevante inzichten voor het Nederlandse recht 121
4.7 Rechtsvergelijking: Duits recht 122
4.7.1 Unternehmenshaftung 122
4.7.2 §831 BGB 123
4.7.3 §31 BGB 126
4.7.4 §823 I BGB: Verkehrspflichten 129
4.7.5 Organisationspflichten 130
4.7.6 Organisationspflichten als vorm van direct daderschap? 133
4.7.7 Relevante inzichten voor het Nederlandse recht 137
4.8 Eigen opvatting 139
4.9 Conclusie 148
Hoofdstuk 5 De betekenis van de hoedanigheid van ondernemer I: daad en daderschap 149
5.1 Inleiding 149
5.2 De hoedanigheid van rechtspersoon als gezichtspunt 149
5.3 Effect: relativering van de criteria daad en daderschap 152
5.4 Het ondernemersrisicobeginsel als rechtvaardigheidsgrond 153
5.4.1 Inleiding 153
5.4.2 Rechtvaardiging voor kanalisering van de kwalitatieve aansprakelijkheid 154
5.4.2.1 Art. 6:170, 6:171 en 6.3.9 (oud) BW 154
5.4.2.2 Art. 6:173, 6:174 en 6:181 BW 156
5.4.2.3 Art. 6:175, 6:176 en 6:177 BW 163
5.4.2.4 Art. 6:185 BW 164
5.4.2.5 Synthese 168
5.4.3 Enterprise liability in de Amerikaanse literatuur 168
5.4.4 Het ondernemersrisicobeginsel in het Nederlandse recht 171
5.5 Conclusie 174
Deel III: Onrechtmatigheid en toerekenbaarheid 177
Hoofdstuk 6 Hoedanigheid, onrechtmatigheid en toerekenbaarheid 179
6.1 Inleiding 179
6.2 Normadressaat, onrechtmatigheid en toerekenbaarheid 180
6.2.1 Normadressaat en onrechtmatigheid 180
6.2.2 Normadressaat en toerekenbaarheid 183
6.2.3 Toerekenbaarheid en onrechtmatigheid 185
6.3 Geen categoriale bescherming 187
6.4 De wijzen waarop de hoedanigheid van de normadressaat van invloed is op de onrechtmatigheid: een typologie 194
6.4.1 Inleiding 194
6.4.2 Type 1: Kennis 195
6.4.2.1 Dogmatische inbedding van het kennisvereiste 195
6.4.2.2 Functie en ratio van het kennisvereiste 196
6.4.2.3 Wetenschappelijke bekendheid 198
6.4.2.4 Objectieve kennis 206
6.4.2.5 Subjectieve kennis 219
6.4.2.6 Toerekening van kennis aan een rechtspersoon 223
6.4.2.7 Resumerend: de maatmens en het te bepalen kennisniveau 226
6.4.3 Type 2: Wegingsfactor 228
6.4.4 Type 3: Organisatieplicht 239
6.4.5 Type 4: Wetgeving 240
6.4.5.1 Aard van de regelgeving 240
6.4.5.2 Wettelijke bepaling is van toepassing en is geschonden 241
6.4.5.3 Wettelijke bepaling is van toepassing, maar is niet geschonden 243
6.4.5.4 Wettelijke bepaling is van toepassing en is geschonden, maar relativiteit ontbreekt 246
6.4.5.5 Wettelijke bepaling is niet van toepassing 253
6.4.5.6 Er is geen wettelijke bepaling 255
6.4.6 Type 5: Fundamentele rechten 256
6.4.7 Type 6: Alternatieve regelgeving 263
6.5 De invloed van de hoedanigheid van de normadressaat op het toerekenbaarheidsvereiste: een typologie 271
6.5.1 Type 1: Kennis en kunde 271
6.5.2 Type 2: Verkeersopvattingen 271
6.5.3 Type 3: Kwalitatieve aansprakelijkheden 274
6.6 Conclusie 274
Hoofdstuk 7 De maatmens-ondernemer 275
7.1 Inleiding 275
7.2 Bestaat ‘de’ maatmens-ondernemer? 275
7.3 Gezichtspuntencatalogus voor het bepalen van een gespecificeerde maatmens-ondernemer 278
7.3.1 De totstandkoming van de gezichtspuntencatalogus 278
7.3.2 Bedrijfstak 278
7.3.3 Specialisatie 283
7.3.4 Onderzoeksafdeling 284
7.3.5 Internationaal karakter 285
7.3.6 Omvang 288
7.3.7 Financiële vermogendheid 292
7.3.8 Gevaarlijke aard van de ondernemingsactiviteit 294
7.3.9 Nut van de ondernemingsactiviteit 296
7.3.10 Machtspositie en invloed 298
7.3.11 Organisatiestructuur 300
7.4 Conclusie 301
Hoofdstuk 8 De betekenis van de hoedanigheid van ondernemer II: onrechtmatigheid en toerekenbaarheid 303
8.1 Inleiding 303
8.2 De hoedanigheid van ondernemer als gezichtspunt 303
8.3 Effect: lagere aansprakelijkheidsdrempel 307
8.3.1 Inleiding 307
8.3.2 Hoger kennisniveau 307
8.3.3 Groter risico 311
8.3.4 Meer zorg 312
8.3.5 Aangescherpt schuldbegrip 318
8.3.6 Sneller toerekenbaar krachtens verkeersopvatting 319
8.3.7 Synthese: lagere aansprakelijkheidsdrempel 319
8.4 Het ondernemersrisicobeginsel als rechtvaardigheidsgrond 325
8.5 Analyse van feitenrechtspraak 331
8.5.1 Een gestructureerde rechtspraakanalyse 331
8.5.2 Cijfermatig overzicht 332
8.5.3 Doorwerking in het onrechtmatigheidsoordeel 333
8.5.3.1 Categoriale bescherming 333
8.5.3.2 Kennis 333
8.5.3.3 Wegingsfactor 341
8.5.3.4 Organisatieplicht 350
8.5.3.5 Wetgeving 351
8.5.3.6 Fundamentele rechten 352
8.5.3.7 Private regelgeving 352
8.5.4 Doorwerking in het toerekenbaarheidsoordeel 354
8.5.5 Effect 356
8.5.5.1 Hoger kennisniveau 356
8.5.5.2 Groter risico 356
8.5.5.3 Meer zorg 357
8.5.5.4 Aangescherpt schuldbegrip 361
8.5.5.5 Sneller toerekenbaar krachtens verkeersopvatting 361
8.6 Conclusie 361
Deel IV: Slot 363
Hoofdstuk 9 Conclusie en epiloog 365
9.1 Inleiding 365
9.2 Probleemstelling 365
9.3 Bevindingen 367
9.4 Synthese 371
9.4.1 De hoedanigheid van ondernemer als gezichtspunt bij de invulling van open normen 371
9.4.2 Relativering van het daderschapscriterium en een lagere aansprakelijkheidsdrempel 373
9.4.3 Het ondernemersrisicobeginsel als rechtvaardigingsgrond 373
9.4.4 Slotsom: (quasi-)risicoaansprakelijkheid voor ondernemers? 374
9.5 Epiloog 375
Hoofdstuk 10 Conclusion and epilogue 379
10.1 Introduction 379
10.2 Problem defi nition 379
10.3 Research results 380
10.4 Synthesis 384
10.4.1 The status of entrepreneur as viewpoint when interpreting open standards 384
10.4.2 Departure from ‘conduct-based’ liability and a lower liability threshold 385
10.4.3 The entrepreneurial risk principle as justifi cation 386
10.4.4 Conclusion: (quasi-)strict liability for entrepreneurs? 386
10.5 Epilogue 387
Literatuur 391
Jurisprudentie 449
Bijlage I: Methodologie rechtspraakanalyse 461
Bijlage II: ECLI-Nummers geselecteerde zaken voor rechtspraakanalyse 467
Curriculum vitae 473
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan