Voorwoord / V
Lijst van gebruikte afkortingen / XXV
HOOFDSTUK 0
Algemeen / 1
0.1 Theorie van de inkomstenbelasting / 1
0.1.1 Rechtsgrond / 1
0.1.2 Het inkomensbegrip / 5
a. Algemeen / 5
b. Bronnentheorie / 6
c. Vermogensvergelijkingstheorieën / 8
d. Het inkomenssubject / 10
0.1.3 Persoonlijke omstandigheden / 11
0.1.4 Samenhang met andere heffingen / 12
0.2 Geschiedenis van de Nederlandse inkomstenbelasting / 14
0.3 De Wet IB 2001 / 15
0.3.1 De Verkenning / 15
0.3.2 Doelstellingen en randvoorwaarden / 17
0.3.3 Ontwikkelingen rond en na de invoering van de Wet IB 2001 / 18
Arbeidsparticipatie / 25
Verschuiving naar indirecte belastingen / 25
Woningmarkt / 25
Pensioenen / 26
Stroomlijning inkomensregelingen / 26
Kritische blik op belastingfaciliteiten / 26
Box II/directeur-aandeelhouder / 27
Box III / 27
HOOFDSTUK 1
Algemene bepalingen / 33
1.1 Inleiding / 33
1.2 De partnerregeling / 33
1.3 Pleegkind en onderhoudseis / 37
1.4 Levensverzekering, lijfrente en pensioen / 37
a. Levensverzekering / 37
b. Pensioen / 38
c. Lijfrenten / 39
1.5 Overige / 41
HOOFDSTUK 2
Het raamwerk / 45
2.1 Inleiding / 45
2.2 Subjectieve belastingplicht / 45
2.3 Fictieve buitenlandse belastingplicht / 48
2.4 Verschuldigde belasting / 50
a. Conserverende aanslagen / 52
b. De tariefstructuur / 54
2.5 Verzamelinkomen / 56
2.6 Rangorderegeling / 56
a. Schulden waarvan de aftrek in box I en box II is uitgesloten / 58
b. Tijdelijke overheveling van vermogensbestanddelen / 59
c. Overbedelingsschulden / 60
d. Persoonsgebonden aftrek / 60
2.7 Afgezonderd particulier vermogen / 60
a. Inleiding / 60
b. De toerekening / 63
c. De toerekening na overlijden / 65
d. De toerekening aan de begunstigde / 66
e. APV onderworpen aan winstbelasting / 67
f. Overige aspecten / 67
2.8 Toerekening transparante entiteiten / 69
2.9 Toerekening over personen / 71
2.10 Verliesverrekening / 74
HOOFDSTUK 3
Inkomen uit werk en woning / 77
3.1 Inleiding / 77
3.2 Winst uit onderneming / 78
3.2.1 Afbakening van de bron winst uit onderneming / 78
3.2.2 Het begrip ‘onderneming’ / 79
a. Geen wettelijke definitie / 79
b. Objectieve en subjectieve onderneming / 80
c. Objectieve beoordeling onderneming / 81
d. Afbakening ten opzichte van andere bronnen / 81
e. Zelfstandig uitgeoefend beroep / 83
3.2.3 Het begrip ‘ondernemer’ / 83
a. Voor rekening van / 84
b. Rechtstreekse verbondenheid / 84
c. Geen subjectief ondernemingsbegrip / 85
d. Zelfstandig uitgeoefend beroep / 86
e. Verklaring arbeidsrelatie (VAR) en het alternatief / 86
3.2.4 De medegerechtigde en de schuldeiser / 87
a. Medegerechtigden / 87
b. Schuldeisers / 88
c. Winstbepaling / 88
d. Maximum verlies / 89
3.2.5 Het urencriterium / 90
a. Dubbel criterium / 90
b. Uitgesloten werkzaamheden / 92
c. Gebruikelijkheidscriterium / 92
d. Ondermaatschap / 93
3.2.6 Samenwerkingsverbanden / 94
a. Maatschap / 94
b. Firma / 95
c. Commanditaire vennootschap / 95
d. Man/vrouwfirma / 96
e. Conceptwetsvoorstel ‘Modernisering personenvennootschappen’ / 96
3.2.7 Bijzondere ondernemingsvormen / 97
a. Verhuur van de onderneming / 97
b. Huurverkoop van de onderneming / 98
c. Vervreemding tegen een winstrecht / 99
d. Blote eigendom en vruchtgebruik van de onderneming / 99
e. Groot koopmanschap / 99
f. Erfgenamen van de ondernemer / 100
g. Voorperiode / 100
3.2.8 Totaalwinst – algemene aspecten / 101
a. Totaalwinst en jaarwinst / 102
b. Nominalistisch stelsel / 102
c. Berekening totaalwinst; vermogensvergelijking / 103
d. Begin- en eindbalans / 104
3.2.9 Voordelen uit onderneming / 106
a. Totaalwinstbegrip / 106
b. Vermogensetikettering – algemeen / 107
c. Vermogensetikettering – onroerende zaken / 109
d. Vermogensetikettering – liquide middelen, vorderingen, effecten / 111
e. Vermogensetikettering – schulden / 112
f. De etiketteringskeuze en herziening / 112
g. Etiketteringsfouten / 114
h. Staking / 115
i. Overige criteria – causaliteit, finaliteit, milieu / 116
j. Ontvangen schadevergoedingen / 117
k. Kostenarresten / 118
l. Stortingen en onttrekkingen, onzakelijke leningen / 119
3.2.10 Objectieve vrijstellingen / 122
a. Algemeen / 122
b. Bosbouwvrijstelling / 123
c. Landbouwvrijstelling / 124
d. Kwijtscheldingswinstvrijstelling / 126
e. Pensioenaanspraken / 128
f. Bedrijfsbeëindigingsvergoedingen / 128
g. Uitkeringen en aanspraken ingevolge de WAZ / 129
h. Uitkeringen uit een stakingskas / 129
i. Vergoeding particulier agrarisch natuurbeheer / 129
j. Verstrekkingen door derden / 130
k. Hinderbeperking bij grootschalige wegwerkzaamheden / 130
l. Subsidie voor pleegouders / 130
3.2.11 Kostenaftrekbeperkingen / 131
a. Algemeen / 131
b. Van aftrek uitgesloten algemene kosten / 132
c. In aftrek beperkte algemene kosten / 136
d. Van aftrek uitgesloten kosten ten behoeve van de belastingplichtige / 138
e. In aftrek beperkte kosten ten behoeve van de belastingplichtige / 142
3.2.12 Bijzondere regelingen inzake de totaalwinst / 143
a. Aanloopverliezen / 143
b. Beroeps- en bedrijfstakpensioenregelingen / 144
c. De ondernemerswoning / 145
d. De ondernemersauto / 147
e. Fiets van de zaak / 151
f. Bonusaandelen van een beleggingsinstelling / 152
g. Zeescheepvaart / 152
3.2.13 De jaarwinstbepaling – algemeen / 155
3.2.14 De beginselen van goed koopmansgebruik / 157
a. Algemeen / 157
b. Het realiteitsbeginsel / 159
c. Het voorzichtigheidsbeginsel / 160
d. Het eenvoudsbeginsel / 163
3.2.15 Stelselkeuze en stelselwijziging / 164
3.2.16 De foutenleer / 167
3.2.17 Gegevens na balansdatum / 169
3.2.18 Kalenderjaar en boekjaar / 170
3.2.19 De fiscale balans – algemeen / 170
3.2.20 De fiscale balans – actiefzijde / 172
a. Vorderingen / 172
b. Onderhanden werk / 174
c. Voorraden / 175
d. Bedrijfsmiddelen / 179
e. Bedrijfsmiddelen – afschrijving algemeen / 184
f. Bedrijfsmiddelen – willekeurige afschrijving / 186
g. Bedrijfsmiddelen – gebouwen / 190
h. Effecten/beleggingen / 195
i. Liquide middelen / 197
3.2.21 De fiscale balans – passiefzijde – schulden/voorzieningen / 198
a. Schulden / 198
b. Voorzieningen / 200
3.2.22 De fiscale balans – passiefzijde – reserves / 203
a. Algemeen / 203
b. Kostenegalisatiereserve / 203
c. Herinvesteringsreserve / 206
d. Herinvesteringsreserve bij het staken van een gedeelte van een
onderneming ten gevolge van overheidsingrijpen / 214
e. Terugkeerreserve / 215
3.2.23 Investeringsaftrek / 218
a. Inleiding / 218
b. Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek / 219
c. Energie-investeringsaftrek / 220
d. Milieu-investeringsaftrek / 221
e. Investeren / 221
f. Desinvesteren / 226
3.2.24 Staking en overdracht / 227
a. Algemeen / 227
b. Oorzaken van staking / 228
c. Overdracht van de onderneming / 229
d. Overdrachtsmogelijkheden / 230
e. Overlijden en overige gevallen van huwelijksontbinding / 232
f. Gevolgen van een staking of afrekening / 234
g. Realisatiemoment stakingswinst / 235
h. Stakingsfaciliteiten / 236
i. Doorschuiffaciliteiten / 237
3.2.25 (Partiële) eindafrekening / 238
3.2.26 Doorschuivingen / 241
a. Fusies en splitsingen / 241
b. Ontbinding huwelijksgemeenschap / 243
c. Overlijden / 243
d. Medeondernemers en werknemers / 244
e. Vervanging onderneming / 246
3.2.27 Inbreng / 247
a. Inleiding / 247
b. De onderneming / 249
c. Nieuwe of bestaande bv / 250
d. De standaardvoorwaarden / 251
e. Overname van alle vermogensbestanddelen / 252
f. Vervreemdingsverbod aandelen / 253
g. ‘Indeplaatstredingsbepaling’ / 254
h. Winstsplitsing bij verliesverrekening / 254
i. Creditering / 254
j. Plaatsing volgestorte aandelen / 255
k. Verkrijgingsprijs aandelen / 255
l. Deelnemingsvrijstelling / 256
m. Inbrengtijdstip / 256
n. Aanvaarding standaardvoorwaarden / 257
3.2.28 De oudedagsreserve / 258
a. Inleiding / 258
b. Gerechtigden / 259
c. Toevoegingen / 259
d. Afnemingen / 261
e. Meer ondernemingen / 262
f. Inbreng in een bv / 262
3.2.29 Ondernemersaftrek / 263
a. Zelfstandigenaftrek / 263
b. De aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk / 265
c. De meewerkaftrek / 265
d. De startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid / 266
e. De stakingsaftrek / 266
f. De MKB-winstvrijstelling / 267
3.2.30 De firmaproblematiek / 268
a. Inleiding / 268
b. Man/vrouwsamenwerkingsverbanden / 269
c. Het aangaan van een vof / 270
d. Overlijden / 273
e. Uittreding / 274
3.3 Loon / 275
3.3.1 Inleiding / 275
a. Algemeen / 275
b. Afbakening / 276
3.3.2 Dienstbetrekking / 276
a. De privaatrechtelijke dienstbetrekking / 276
b. De publiekrechtelijke dienstbetrekking / 282
c. Fictieve dienstbetrekking / 282
d. Oneigenlijke dienstbetrekking / 285
e. Artiesten en beroepssporters / 286
f. Verklaring arbeidsrelatie en het alternatief / 287
3.3.3 Loon voor de loonbelasting / 288
a. Het loonbegrip / 288
b. Aanspraken / 292
c. Loon in natura / 294
d. Loon van derden / 294
e. Fictief loon / 295
f. Auto van de zaak / 298
g. Genietingstijdstip / 300
h. Eindheffing en pseudo-eindheffing / 301
i. Vrijstellingen en de werkkostenregeling / 302
3.3.4 Loon voor de inkomstenbelasting / 304
3.3.5 Pensioenaanspraken / 307
a. Pensioen – algemeen / 307
b. Pensioensoorten / 310
c. Enkele bijzondere regelingen / 315
d. Uitvoerders / 319
e. Nadere eisen en uitzonderingen / 321
f. Stamrechtregeling / 322
g. Verbod op VUT-achtige regelingen / 323
h. Excessieve afkoopsommen / 325
i. Internationale aspecten / 326
j. Wet Toekomst Pensioenen / 330
3.3.6 Kostenaftrek / 337
a. Algemeen / 337
b. Reisaftrek / 338
3.3.7 Sociale verzekeringen / 339
a. Algemeen / 339
b. Werknemersverzekeringen / 340
c. Volksverzekeringen / 342
d. Zorgverzekeringswet / 345
3.4 Resultaat uit overige werkzaamheden / 346
3.4.1 Inleiding / 346
3.4.2 Begrip ‘werkzaamheid’ / 347
a. Algemeen; bronvereisten / 347
b. Deelname aan het economische verkeer / 349
c. Voordeel beogen/voordeel verwachten / 351
d. De factor ‘arbeid’ / 352
e. Rendabel maken van vermogen dat normaal vermogensbeheer te boven gaat / 354
f. Afgrenzing met de andere inkomstenbronnen in box I en box III / 358
g. Werkzaamheden van dezelfde aard / 361
3.4.3 Bepaling resultaat uit een werkzaamheid / 361
a. Algemeen / 361
b. Bepalingen uit winstsfeer van overeenkomstige toepassing / 362
c. Enkele aanvullende bepalingen / 364
3.4.4 Terbeschikkingstellingsregelingen / 364
a. Algemeen / 364
b. Terbeschikkingstelling van vermogensbestanddelen / 366
c. Rendabel maken / 370
d. Ter beschikking stellen / 371
e. Voor zover / 374
f. Rechtens dan wel in feite direct of indirect / 375
g. Relevante kring personen – ‘enge’ groep van verbonden personen / 378
h. Echtelieden; doorwerking huwelijksgoederenrecht / 381e
i. Ruime kring van verbonden personen; bloed- en aanverwanten in de rechte lijn en de ongebruikelijkheidstoets / 388
j. Verschil tussen art. 3.91 en 3.92; relatie met bron ‘winst uit onderneming’ / 393
k. Relevante vermogensbestanddelen; gelijkstellingen / 394
l. Schuldvorderingen / 395
m. Overeenkomsten van levensverzekering / 398
n. Genotsrechten / 399
o. Call- en putopties / 400
p. Borgtochtvergoeding / 403
q. Werkruimte in de eigen woning / 405
3.4.5 Object van heffing tbs-regelingen / 407
a. Algemeen / 407
b. Doorschuifregelingen / 418
c. Sfeerovergang naar box III, overdracht tegen schuldigerkenning en schenking; uitstel van betaling in de invorderingssfeer / 426
d. Bijzondere regeling voor omzetting afgewaardeerde tbs-vorderingen in aandelenkapitaal; opwaarderingsreserve / 427
e. Terbeschikkingstellingsvrijstelling / 432
3.4.6 Lucratief belang / 433
a. Algemeen / 433
b. Samenhang met loon; rangorde / 434
c. Samenhang met ab-regime / 435
d. Wat is een lucratief belang? / 435
e. Groep van verbonden personen / 446
3.4.7 Object van heffing lucratief belang / 446
a. Sfeerovergang; teboekstelling op historische kostprijs / 447
b. Indirect gehouden lucratieve belangen / 448
c. Inbreng in en uitbreng uit de bv / 449
3.4.8 Overige regels / 450
a. Administratieve verplichtingen / 450
b. Gebruikelijk salaris / 450
3.5 Periodieke uitkeringen en verstrekkingen / 450
3.5.1 Algemeen / 450
3.5.2 Splitsing van rechten en vervanging van inkomsten / 453
3.5.3 Uitbreidingen uitkeringen / 455
3.5.4 Uitbreiding inkomensvoorzieningen / 456
3.6 De eigen woning / 457
3.6.1 Inleiding / 457
3.6.2 Het begrip ‘eigen woning’ / 460
3.6.3 Fictieve eigen woning / 465
a. Tijdelijke overbrugging bij aan- en verkoop eigen woning / 465
b. Uitzending van personeel / 467
c. Echtscheiding / 468
d. Opname verpleegtehuis / 469
3.6.4 Eigenwoningschuld / 470
a. Algemeen / 470
b. Verband met een eigen woning / 471
c. Aflossingsplicht en aflossingseis / 472
d. Verhuisregelingen / 474
e. Informatieplicht / 475
3.6.5 De voordelen uit eigen woning / 475
a. Eigenwoningforfait / 475
b. Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld / 477
3.6.6 Aftrekbare kosten in verband met de eigen woning / 478
a. Algemeen / 478
b. Aftrek van vooruitbetaalde rente en afsluitprovisies / 480
c. Restschulden / 481
d. Aftrek en toedeling bij partners / 481
e. Verlaging maximale aftrektarief / 482
f. Monumentenpanden / 483
3.6.7 De bijleenregeling / 483
a. Algemeen / 483
b. Systematiek / 484
c. Verwerving en vervreemding / 487
d. Bijzondere regelingen / 489
3.6.8 Overgangsrecht / 489
a. Op 31 december 2012 bestaande eigenwoningschulden / 490
b. Beperking renteaftrek tot maximaal dertig jaar / 490
c. Beperking renteaftrek na eerder gebruik vrijstelling kapitaalverzekering eigen woning / 491
d. Voordeel uit kapitaalverzekering, spaarrekening of beleggingsrecht eigen woning / 492
3.7 Inkomensvoorzieningen / 497
3.7.1 Algemeen / 497
3.7.2 Soorten lijfrenteverzekeringen / 499
3.7.3 Uitvoerders / 504
3.7.4 Omvang premieaftrek / 507
a. De jaarruimte / 508
b. De reserveringsruimte / 509
c. Oudedagslijfrente / 510
d. Stakingslijfrente / 510
e. Tijdstip aftrek / 512
3.7.5 Negatieve inkomensvoorzieningen / 513
a. Algemeen / 513
b. Verboden handelingen / 515
c. Doorschuiving / 517
d. Beroepspensioenregelingen / 518
e. Emigratie / 520
f. Omvang / 526
3.8 Waardering / 527
3.9 Genietingstijdstip en tijdstip van aftrek / 528
3.10 Verliesverrekening / 532
3.11 Middeling en uitsmering / 534
HOOFDSTUK 4
Inkomen uit aanmerkelijk belang / 539
4.1 Inleiding / 539
4.1.1 Plaats in de wet / 539
4.1.2 Achtergrond en ratio / 540
4.2 Begrip ‘aanmerkelijk belang’ / 543
4.2.1 Algemeen / 543
a. Rangorderegeling / 543
b. Doorwerking; gebruikelijke inkomsten / 543
4.2.2 Hoofdregels / 544
a. Echt aanmerkelijk belang / 544
b. Soort aanmerkelijk belang / 546
4.2.3 Vermogenstitels / 548
a. Algemeen / 548
b. Aandelen; (in)direct aandeelhouderschap / 549
c. Winstbewijzen / 553
d. Genotsrechten / 553
e. Koopopties / 554
f. Participaties in fondsen voor gemene rekening / 555
g. Lidmaatschapsrechten van coöperaties / 555
h. Commanditaire participatie in open cv / 556
4.2.4 Relevante familiegroep / 557
a. Al dan niet tezamen met zijn partner / 557
b. Van tafel en bed gescheiden echtgenoot / 557
c. Pleegkinderen / 559
4.2.5 Meesleep- en meetrekregeling / 559
a. Meesleepregeling / 559
b. Meetrekregeling / 560
4.2.6 Fictief aanmerkelijk belang / 563
a. Situaties waarin fictief ab ontstaat / 563
b. Karakteristieken / 563
c. Afrekening op verzoek / 564
4.3 Reguliere voordelen / 564
4.3.1 Algemeen / 564
4.3.2 Dividenduitkeringen / 565
a. Verkapt en meegekocht dividend / 565
b. Lenen van/schulden aan de bv / 567
c. Dividendfaciliteit voor krachtens erfrecht verkregen ab-aandelen / 569
4.3.3 Forfaitair voordeel uit Nederlandse VBI’s en buitenlandse beleggingslichamen / 571
b. Ratio / 572
c. Buitenlandse beleggingslichamen; activa- en activiteitentoets / 573
d. Forfaitair voordeel van 6,04% / 575
e. Tussengeschoven binnenlandse vennootschappen; doorkijk- en
reductieregeling / 577
f. Anticumulatie met vervreemdingsvoordelen / 578
g. Genietingstijdstip / 578
4.3.4 Teruggaven van op aandelen, winstbewijzen, etc. gestort kapitaal / 578
a. Onbelaste teruggaafregeling / 578
b. Anticumulatie met vervreemdingsvoordelen / 581
4.3.5 Uitgifte van agio- en winstbonusaandelen / 581
a. Uitreiking bonusaandelen onbelast / 581
b. Anticumulatie met vervreemdingsvoordelen / 582
4.3.6 Niet als reguliere voordelen belaste voordelen uit aandelen of winstbewijzen / 582
a. Vervreemding cum dividend / 582
b. Vestiging genotsrecht en vervreemding losse dividendbewijzen / 583
4.3.7 Excessief lenen / 583
a. Fictief regulier voordeel / 583
b. Anticumulatie / 585
c. Uitzondering voor eigenwoningschulden / 587
d. Rechtens dan wel in feite direct of indirect; garant- of borgstelling / 588
e. Bloed- en aanverwanten in de rechte lijn / 589
4.3.8 Aftrekbare kosten / 590
a. Algemeen / 590
b. Omvangscriterium / 591
c. Renten van overbedelingsschulden / 591
d. Superaftrek / 592
e. (Buitenlandse) belastingen / 592
4.3.9 Genietings- en betalingstijdstip / 593
a. Genietingstijdstip reguliere voordelen; kasstelsel / 593
b. Betalingstijdstip aftrekbare kosten / 594
4.4 Vervreemdingsvoordelen / 595
4.4.1 Algemeen / 595
4.4.2 Vervreemdingsbegrip / 596
a. Algemene vervreemdingsbegrip / 596
b. Fictieve vervreemdingen / 597
4.4.3 Omvang vervreemdingsvoordelen / 597
a. Algemeen / 597
b. Overdrachtsprijs / 598
c. ‘Earn out’-regelingen etc. / 600
d. Verkrijgingsprijs / 603
e. Correctie naar waarde in het economische verkeer / 608
f. Sfeerovergangen / 610
g. Samenhang met reguliere voordelen / 612
h. Samenhang met tbs-regeling / 614
4.4.4 Een aantal vervreemdingen nader beschouwd / 615
a. Algemeen / 615
b. Schenking, ruil en certificering / 615
c. Omzetting en verlettering van aandelen / 616
d. Emissie nieuwe aandelen of winstbewijzen / 619
e. Genotsrechten / 619
f. Inkoop van aandelen; afkoop en inkoop van winstbewijzen / 620
g. Liquidatie van de vennootschap / 622
h. Geruisloze terugkeer uit de bv / 623
i. Aandelenfusie, splitsing en juridische fusie / 624
j. Overlijden, boedelmenging, verdeling onverdeelde boedel, verwerping en afstand / 625
k. (R)emigratie en immigratie / 627
l. Callopties / 636
m. Putopties / 639
n. Beëindiging fiscale transparantie APV / 640
o. Overgang naar VBI-regime / 641
p. Vervreemding op verzoek in geval van fictief aanmerkelijk belang / 642
4.4.5 Doorschuifregelingen / 643
a. Algemeen; betalingsregeling in Invorderingswet 1990 / 643
b. Overgang krachtens erfrecht of huwelijksvermogensrecht – algemeen / 643
c. Overgang krachtens huwelijksvermogensrecht en verdeling huwelijksgemeenschap / 644
d. Overgang krachtens erfrecht en verdeling nalatenschap / 649
e. Schenking / 662
f. Niet langer aanwezig zijn van een aanmerkelijk belang / 671
g. Aandelenfusie, splitsing en juridische fusie / 671
h. Geruisloze terugkeer uit de bv / 675
4.4.6 Tijdstip genieten vervreemdingsvoordelen / 675
4.5 Verlies uit aanmerkelijk belang / 678
4.5.1 Verlies en belastingkorting / 678
a. Achterwaartse en voorwaartse verliesverrekening / 678
b. Samenloop met de emigratieheffing / 678
c. Opvolgende perioden van binnenlandse en buitenlandse belastingplicht / 679
d. Bijzondere regeling in geval van beëindiging fiscale partnerschap
door overlijden / 679
e. Belastingkorting / 680
4.5.2 Geen tussentijdse verliesneming bij behouden belang / 682
a. Algemeen / 682
b. Vervreemding / 683
c. Nagenoeg geheel belang behouden / 683
d. Vervreemding aan partner of bloed- of aanverwanten in de rechte lijn / 684
e. Doorschuiving latente ab-verlies / 685
4.5.3 Geen ab-verlies bij terugkeer uit de bv / 686
4.5.4 Geen ab-verlies bij beëindiging fiscale transparantie APV / 686
4.5.5 Geen ab-verlies bij overgang naar VBI-regime / 687
HOOFDSTUK 5
Inkomen uit sparen en beleggen / 689
5.1 Systematiek / 689
5.1.1 Inleiding / 689
5.1.2 Rangorderegeling; tijdsevenredige toerekening / 690
a Rangorderegeling / 690
b Tijdsevenredige toerekening / 692
5.1.3 Inkomstenbelasting of vermogensbelasting? / 693
5.1.4 Relatie met Europees recht / 694
5.1.5 Toekomst box III / 697
5.2 Voordeel uit sparen en beleggen / 699
5.2.1 Algemeen / 699
5.2.2 Drie forfaitaire rendementen / 700
5.2.3 Peildatum / 703
a. Eén peildatum / 703
b. Overlijden, geboorte, emigratie en immigratie / 704
5.2.4 Arbitrage / 707
a. Extra-box III-arbitrage / 707
b. Intra-box III-arbitrage / 708
5.2.5 Heffingvrij vermogen en tarief / 710
5.2.6 Vermindering met persoonsgebonden aftrek / 710
5.3 Rendementsgrondslag / 711
5.3.1 Algemeen / 711
5.3.2 Bezittingen / 711
a. Onroerende zaken / 711
b. Rechten op onroerende zaken / 712
c. Roerende zaken / 713
d. Rechten op roerende zaken / 714
e. Rechten die niet op zaken betrekking hebben / 715
f. Overige vermogensrechten / 717
5.3.3 Schulden / 719
a. Algemeen / 719
b. Ook consumptieve schulden / 720
c. Kleine schulden / 720
d. Samenloop met persoonsgebonden aftrek en aangewezen periodieke uitkeringen / 720
e. Wel/niet saldering van samenhangende bezittingen en schulden / 721
5.3.4 Belastingvorderingen en -schulden / 722
a. Algemene uitsluiting van belastingvorderingen en -schulden / 722
b. Uitzondering voor erfbelastingvorderingen en -schulden / 723
5.3.5 Onderbedelingsvorderingen en overbedelingsschulden / 724
a. Algemeen; wettelijke versterferfrecht Boek 4 BW / 724
b. Algehele defiscalisering / 725
c. Uiterste wilsbeschikkingen / 726
d. Tweetrapsmaking / 727
5.3.6 Vorderingen en schulden tussen partners en ouders en hun minderjarige kinderen / 728
5.4 Vrijstellingen / 728
5.4.1 Algemene vrijstellingen / 728
a. Bos- en natuurterreinen en NSW-landgoederen / 728
b. Voorwerpen van kunst en wetenschap / 729
c. Rechten op roerende zaken krachtens erfrecht / 731
d. Bepaalde rechten / 732
e. Kortlopende termijnen van inkomsten en verplichtingen / 735
5.4.2 Groene beleggingen / 735
a. Algemene kader / 735
b. Groene beleggingen / 736
5.4.3 Nettolijfrente en nettopensioen / 737
a. Nettolijfrente / 738
b. Nettopensioen / 740
5.5 Waardering(smaatstaven) / 741
5.5.1 Hoofdregel: waarde in het economische verkeer / 741
5.5.2 Bezittingen en schulden als eenheid / 742
5.5.3 Waardering op naastbij gelegen tijdstip / 743
5.5.4 Nihilwaardering voor bepaalde genotsrechten / 743
5.5.5 Tweede en verhuurde woningen / 744
a. Waardering naar WOZ-waarde / 744
b. Blote eigendom en recht van (vrucht)gebruik en/of bewoning / 745
5.5.6 Courante en incourante effecten / 746
5.5.7 Genotsrechten / 747
5.5.8 Algemene delegatiebepaling / 747
5.6 Overige relevante aspecten / 747
5.6.1 Samenhang met dividendbelasting / 747
5.6.2 Voorkoming dubbele belastingheffing / 748
HOOFDSTUK 6
Persoonsgebonden aftrek / 749
6.1 Algemeen / 749
6.1.1 Inleiding / 749
6.1.2 Volgorde van aftrek / 751
6.1.3 Drukkende uitgaven en redelijkerwijs gedrongen voelen / 752
6.1.4 Negatieve persoonsgebonden aftrek / 754
6.2 Onderhoudsverplichtingen / 755
6.2.1 Inleiding / 755
6.2.2 Onderhoudsverplichtingen op grond van het familierecht / 756
6.2.3 Afkoopsommen van uitkeringen en verstrekkingen / 757
6.2.4 Kosten van bijstandsverhaal / 758
6.2.5 Vereveningsbetalingen / 758
6.2.6 Schadevergoedingen / 759
6.2.7 Levensonderhoud ingevolge een dringende morele verplichting / 759
6.3 Verliezen op beleggingen in durfkapitaal / 760
6.4 Levensonderhoud van kinderen / 760
6.5 Specifieke zorgkosten / 760
6.5.1 Inleiding / 760
a. Achtergrond / 760
b. Verband met overige maatregelen / 761
c. Kring van personen waarvoor de uitgaven zijn gedaan / 762
d. Vermenigvuldigingsfactor / 762
e. Drempel / 762
6.5.2 Specifieke zorgkosten / 763
a. Algemeen / 763
b. Genees- en heelkundige hulp / 763
c. Vervoer / 764
d. Farmaceutische hulpmiddelen / 764
e. Niet-farmaceutische hulpmiddelen / 764
f. Extra gezinshulp / 765
g. Extra dieetkosten / 765
h. Extra kleding en beddengoed / 766
i. Reizen in verband met ziekenbezoek / 766
j. Van aftrek uitgesloten uitgaven / 766
6.6 Weekenduitgaven voor gehandicapten / 767
6.7 Scholingsuitgaven / 768
6.8 Monumentenpanden / 768
6.9 Giften / 769
6.9.1 Inleiding / 769
6.9.2 Definities / 769
a. Giften / 769
b. Instellingen (ANBI’s) / 770
c. Verenigingen / 772
6.9.3 Periodieke giften / 772
6.9.4 Andere giften / 773
6.9.5 Geen gift: contant geld en quasilegaten / 774
6.9.6 Giften aan culturele instellingen / 775
HOOFDSTUK 7
De buitenlandse belastingplicht / 777
7.1 Inleiding / 777
7.2 Inkomen uit werk en woning / 781
7.2.1 Algemeen / 781
7.2.2 Winst uit onderneming / 781
7.2.3 Loon uit dienstbetrekking / 786
7.2.4 Resultaat uit overige werkzaamheden / 789
7.2.5 Periodieke uitkeringen etc. / 791
7.2.6 De eigen woning / 792
7.2.7 Negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen en negatieve persoonsgebonden aftrek / 793
7.2.8 Pensioenaanspraken / 796
7.3 Inkomen uit aanmerkelijk belang / 801
7.3.1 Algemeen / 801
7.3.2 Fusie en doorschuiving / 802
7.3.3 Vestigingsplaats en zetelverplaatsing / 802
7.3.4 Verkrijgingsprijs / 804
7.4 Inkomen uit sparen en beleggen / 805
7.5 Kwalificerende buitenlands belastingplichtigen / 808
7.5.1 Inleiding / 808
7.5.2 De Schumacker-doctrine / 808
7.5.3 Voorwaarden voor kwalificatie / 810
HOOFDSTUK 8
Heffingskorting / 815
8.1 Inleiding / 815
8.2 Berekening van de heffingskorting / 817
8.2.1 Algemeen / 817
8.2.2 Belastingdeel / 818
8.2.3 Premiedelen / 820
8.2.4 Overheveling AOW-deel / 821
8.2.5 Verhoging heffingskorting / 822
a. Verhoging bij minstverdienende partner / 822
b. Bijzondere verhoging voor niet-inwoners / 824
8.2.6 Aansluiting met loonheffing / 824
8.3 Elementen van de standaardheffingskorting / 825
8.3.1 Algemene heffingskorting / 825
8.3.2 Arbeidskorting / 826
8.3.3 Werkbonus (tot 2018) / 827
8.3.4 Inkomensafhankelijke combinatiekorting / 827
8.3.5 Jonggehandicaptenkorting / 828
8.3.6 Ouderenkorting / 828ve
8.3.7 Alleenstaande-ouderenkorting / 828
8.3.8 Korting voor groene beleggingen / 828
HOOFDSTUK 9
Wijze van heffing / 831
9.1 De systematiek / 831
9.2 Verrekening van voorheffingen / 833
a. Loonbelasting / 834
b. Dividendbelasting / 836
c. Kansspelbelasting / 838
d. Overige / 838
9.3 Voorlopige teruggaaf / 839
9.4 Aanslag / 840
a. De inkomstenbelasting gaat het saldo van de voorheffingen en de voorlopige teruggave te boven met ten minste € 51 (onderdeel a) / 840
b. Er is binnen een bepaalde termijn aangifte gedaan (onderdeel b) / 842
c. en d. Rendementsgrondslagen / 842
9.5 Massaalbezwaarplusprocedure box III / 845
Besluitenregister / 847
Jurisprudentieregister / 851
Literatuurregister / 893
Trefwoordenregister / 911
