Nederlands Caribisch Personenvennootschapsrecht

1 Inleiding 17
1.1 Het Nederlands Caribisch personenvennootschapsrecht 17
1.2 Keuzebepalende factoren 18
1.3 De eenmanszaak 21
1.4 Terminologie en kwalificatie van personenvennootschappen 24
1.5 De vennootschap als procespersoon 26
1.6 Het faillissement van de vennootschap? 30
1.7 Rechtssubjectiviteit 31
1.7.1 Is de vennootschap een rechtssubject? 31
1.7.2 Samenlopende vorderingen 32

2 Algemene bepalingen en interne verhoudingen 35
2.1 Inleiding 35
2.2 De overeenkomst 36
2.2.1 Algemeen 36
2.2.2 Wederkerige vormvrije bijzondere overeenkomst 37
2.2.3 Redelijkheid en billijkheid 39
2.2.4 Nietigheid en vernietigbaarheid van de overeenkomst van vennootschap 40
2.2.5 Dwingend of regelend recht? 42
2.3 De samenwerking 42
2.4 De inbreng 45
2.4.1 Algemeen 45
2.4.2 Inbreng in de praktijk 48
2.4.3 Wat kan worden ingebracht? 48
2.4.4 Op welke wijze kan worden ingebracht? 49
2.4.4.1 Het goed wordt juridisch overgedragen (inbreng van eigendom) 50
2.4.4.2 Van het goed wordt slechts het genot ingebracht (inbreng van genot) 53
2.4.4.3 Het goed wordt economisch ingebracht (inbreng van economische eigendom) 54
2.4.5 De gebonden gemeenschap 55
2.5 Verdeling van winst en verlies 56
2.6 De openbare en stille vennootschap 59
2.6.1 Algemeen 59
2.6.2 De openbare vennootschap 59
2.6.3 De stille vennootschap 62
2.6.4 De Arubaanse maatschap en vennootschap onder firma 63
2.6.5 Inschrijving in het handelsregister 63
2.7 Beroep en bedrijf/beroepshandelingen en bedrijfshandelingen 65
2.8 Het bestuur van de vennootschap en de interne verhoudingen tussen de vennoten 65
2.8.1 Algemeen 65
2.8.2 Het bestuur van de vennootschap 66
2.8.3 De interne verhoudingen tussen de vennoten 68
2.9 Het voeren van administratie 70

3 Het vennootschapsvermogen, vertegenwoordiging van de vennootschap en verhaal door schuldeisers 73
3.1 Inleiding 73
3.2 Gebondenheid van de vennootschap en haar vennoten 74
3.2.1 Handelen voor rekening van en handelen in naam van 74
3.2.2 Vertegenwoordiging: handelen in naam van 75
3.2.3 Schuld, gebondenheid en aansprakelijkheid 76
3.2.4 Verbondenheid van de vennoten 76
3.2.5 Nakoming in natura 79
3.3 Vertegenwoordiging van de stille vennootschap 82
3.3.1 Hoofdregel: volmacht vereist 82
3.3.2 Toerekenbare schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid 83
3.3.3 Bekrachtiging 86
3.3.4 Vertrouwensbescherming werkt niet automatisch 87
3.3.5 Zaakwaarneming 88
3.4 Vertegenwoordiging van de openbare vennootschap 88
3.4.1 Gebondenheid op basis van artikel 7:811 BW 88
3.4.2 Gebondenheid anders dan op grond van artikel 7:811 lid 1 BWA 90
3.4.3 Inschrijving in het handelsregister en derdenbescherming 91
3.4.3.1 Bescherming bij niet-inschrijving 91
3.4.3.2 Bescherming bij onjuiste en onvolledige inschrijving van feiten 91
3.4.4 Inschrijving en schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid 92
3.5 Vertegenwoordiging van de commanditaire vennootschap 93
3.5.1 Algemeen 93
3.5.2 Hoofdelijkheid of gebondenheid voor het geheel? 96
3.5.3 Vertegenwoordiging van de commanditaire vennoten 96
3.6 Onrechtmatige daad 98
3.6.1 Toerekening van onrechtmatige handelingen 98
3.6.2 Risicoaansprakelijkheid voor de vertegenwoordiger 99
3.6.3 Risicoaansprakelijkheid voor ondergeschikten 100
3.7 Het vennootschapsvermogen en de verhaalspositie van crediteuren 100
3.7.1 Inleiding 100
3.7.2 De gebonden gemeenschap 101
3.7.3 De gebonden gemeenschap en verhaal door privécrediteuren 103
3.7.4 Het afgescheiden vermogen en verhaal door vennootschapscrediteuren 104
3.8 Procespersoonlijkheid en faillissement 106
3.9 Aandeel en economische deelgerechtigdheid 108

4 Ontbinding en opzegging 111
4.1 Algemeen 111
4.2 Algehele ontbinding van de vennootschap 112
4.2.1 Ontbinding in gevallen door de overeenkomst van vennootschap bepaald 113
4.2.2 Ontbinding door een overeenkomst tussen de vennoten 114
4.2.3 Ontbinding wanneer slechts één vennoot overblijft 114
4.2.4 Ontbinding door faillietverklaring van de vennootschap 115
4.2.5 Ontbinding door de rechter in de gevallen die de wet bepaalt 115
4.2.6 Omzetting in een naamloze vennootschap of een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid 115
4.2.7 Voortzetting van de vennootschap na een akkoord 116
4.3 Verlenging van de vennootschap voor bepaalde tijd aangegaan 116
4.4 Relatieve ontbinding van de vennootschap 118
4.4.1 Ontbinding door een overeenkomst tussen vennoten 118
4.4.2 Ontbinding door de dood, het onbekwaam worden, het faillissement van een van de vennoten of het ophouden te bestaan van de rechtspersoon 118
4.4.3 Ontbinding door het aanbreken van een tijdstip 119
4.4.4 Ontbinding door opzegging aan of door de andere vennoten 119
4.4.5 Ontbinding door de rechter in de gevallen die de wet bepaalt 120
4.4.6 Ontbindende voorwaarde leidt niet tot relatieve ontbinding 120
4.4.7 Gevolgen van het onbekwaam worden van een vennoot 121
4.5 Opzegging en de norm van redelijkheid en billijkheid 121
4.6 Ontbinding van de vennootschap door de rechter 122
4.6.1 Rechterlijke ontbinding wegens gewichtige redenen (artikel 7:820 lid 1 BWA) 123
4.6.2 Rechterlijke ontbinding op andere gronden (artikel 7:820 lid 1 BWA) 124
4.6.3 Rechterlijke ontbinding in geval van vernietigingsgronden (artikel 7:820 lid 4 BWA) 125
4.6.4 Rechterlijke ontbinding heeft geen terugwerkende kracht, schadevergoeding, onvoorziene omstandigheden en dwingend recht 125
4.7 Uittreden van vennoten 126

5 Voortzetting 129
5.1 Inleiding 129
5.2 Uittreden van een vennoot 130
5.2.1 Uitreden algemeen 130
5.2.2 Verbondenheid aan schulden van de vennootschap 130
5.2.3 Verschil tussen oude en nieuwe schulden 132
5.2.4 Goederenrechtelijke gevolgen van uittreden 134
5.2.5 Verblijvens-, toedelings- en overnemingsbedingen 135
5.2.6 Uitkering waarde economische deelgerechtigdheid 136
5.3 Toetreding en opvolging 136
5.4 Voortzetting van de onderneming 140
5.4.1 Artikel 7:831a BWA 140
5.4.2 Openbare vennootschap wordt commanditaire vennootschap of andersom 142
5.5 Omzetting in een naamloze vennootschap of een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid 142
5.5.1 Vereisten voor de omzetting 142
5.5.2 Gevolgen van de omzetting 143
5.5.3 Redelijkheid en billijkheid 145

6. Vereffening en verdeling 147
6.1 Inleiding 147
6.2 De vereffenaars 148
6.2.1 Benoeming en ontslag van vereffenaars 148
6.2.2 Bevoegdheden en verplichtingen van vereffenaars 150
6.3 De vennootschappelijke gemeenschap na ontbinding 151
6.4 Aansprakelijkheid voor verbintenissen van de ontbonden vennootschap 152
6.5 Vereffeningsprocedure; vereffening, verdeling en afwikkeling 153
6.5.1 De oproeping van schuldeisers 153
6.5.2 Het aanzuiveren van verliezen en de aangifte tot faillietverklaring 154
6.5.3 De uitkering van het liquidatiesaldo 155
6.5.4 Het afleggen van rekening en verantwoording door de vereffenaar 157
6.5.5 De uitkering van de economische deelgerechtigdheid 157
6.5.6 Einde van de vereffening 158
6.5.7 Vernietiging van toedelingen, uitkeringen en verdelingen; artikel 7:831b BWA 158

Bijlage I Aruba 161
Bijlage II Curaçao 179
Bijlage III Sint Maarten 195

Jurisprudentieregister 213
Artikelenregister 217
Trefwoordenregister 219
Serielijst SNAAR 223