Modernisering burgerlijk bewijsrecht

1 Inleiding 9
1.1 Aanleiding voor het advies 9
1.2 Samenstelling en werkwijze expertgroep 10
1.3 Begrenzing adviezen 10
1.4 Inhoudelijke uitgangspunten 11
1.5 Indeling van het advies 13

2 Aandachtspunten en uitgangspunten 15
2.1 De context van de modernisering van het bewijsrecht 15
2.1.1 Vijf relevante rechtsontwikkelingen 15
2.1.2 Het uitgangspunt voor de advisering 17
2.2 Schets van de problematiek 17
2.2.1 Doel van informatiegaring en bewijsrecht 17
2.2.2 Eerste aandachtspunt: taakverdeling tussen partijen en rechter 18
2.2.3 Tweede aandachtspunt: omvang van de taak van de rechter 19
2.2.4 Derde aandachtspunt: onderlinge verhouding tussen partijen bij informatieverzameling 20
2.2.5 Vierde aandachtspunt: informatieverzameling vóór de procedure 21
2.3 Uitgangspunten voor optimalisering van de informatiegaring en bewijslevering 23
2.3.1 Inleiding 23
2.3.2 Eerste uitgangspunt: preprocessuele bewijsverzameling 23
2.3.3 Tweede uitgangspunt: beperktere mogelijkheden voor bewijsverrichtingen tijdens de procedure 25
2.3.4 Derde uitgangspunt: medewerkingsplicht van partijen 26

3 Het inzagerecht 29
3.1 Inleiding 29
3.2 Achtergronden van het inzagerecht 29
3.2.1 Huidige wettelijke regeling 29
3.2.2 Relatie tot andere informatie- en mededelingsplichten in het bewijsrecht 30
3.2.3 Informatieverzameling voorafgaand aan versusinformatieverzameling tijdens de procedure 34
3.2.4 Aan art. 843a Rv verwante inzageregelingen 36
3.2.5 Relatie tot het bewijsbeslag 37
3.2.6 Internationaal perspectief 38
3.2.7 Arbitragerecht 41
3.3 Ontwikkelingen in de rechtspraak over het inzagerecht van art. 843a Rv 41
3.3.1 De in de rechtspraak gestelde eisen 41
3.3.2 In welke procedures inzage kan worden gevorderd 43
3.4 Het inzagerecht in het wetsvoorstel 33 079 43
3.5 Een gemoderniseerd inzagerecht 47
3.5.1 Algemene uitgangspunten 47
3.5.2 Toetsingscriteria inzagerecht gelijktrekken met criteria voor andere voorlopige bewijsverrichtingen 49
3.5.3 Eerste eis: bepaaldheid van de bescheiden 51
3.5.4 Tweede eis: voldoende belang 52
3.5.5 Derde eis: geen strijd met de goede procesorde 54
3.5.6 Vierde eis: geen misbruik van bevoegdheid 54
3.5.7 Vijfde eis: zwaarwegende belangen 57
3.5.8 Geen eis van aannemelijkheid van het bestaan van een ‘rechtsbetrekking’ 58
3.5.9 Geen eis van relevantie 58
3.6 Enkele beschouwingen en aanbevelingen met betrekking tot de plaats van het inzagerecht in het bewijsrecht 59
3.6.1 Eenheid van criteria, gedifferentieerde toepassing 59
3.6.2 De verhouding art. 19 lid 2 Rv en het inzagerecht 59
3.6.3 Het inzagerecht en art. 21 Rv 60
3.6.4 Het inzagerecht en art. 22 Rv 60

4 Bewijsbeslag, getuigenbewijs, deskundigenbewijs en schriftelijk bewijs 63
4.1 Inleiding 63
4.2 Bewijsbeslag 64
4.2.1 Inleiding 64
4.2.2 Wettelijke grondslag voor het bewijsbeslag 64
4.2.3 Bewijsbeslag en inzagerecht 65
4.2.4 Eisen voor het leggen van bewijsbeslag 66
4.2.5 Plaats van een nieuwe regeling van het bewijsbeslag in de wet 69
4.3 Getuigenbewijs en deskundigenbewijs 69
4.3.1 Getuigen en deskundigen horen op de zitting 69
4.3.2 Schriftelijke getuigenverklaringen 71
4.3.3 Joint statement van deskundigen 76
4.4 Schriftelijk bewijs 77
4.4.1 Algemeen 77
4.4.2 Proces-verbaal van constatering 78

5 Omgaan met vertrouwelijke informatie 79
5.1 Inleiding 79
5.2 Gewichtige redenen 80
5.3 Beoordeling van de aanwezigheid van gewichtige redenen 81
5.4 Gevolgtrekkingen 86
5.5 Een moderne regeling voor geheimhouding van stukken: een stappenplan 87
5.6 Positie van de rechter na kennisneming van vertrouwelijk bewijsmateriaal 89

6 Aanbevelingen 91

Bijlage 95