Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Interview

Rudy Vandamme

‘Genoeg van het navelstaren’

Rudy Vandamme schreef al een flink aantal boeken over coachen en ontwikkeling. In zijn nieuwste boek De vork komen al zijn kennis en ervaring samen in een methodiek voor persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling. ‘Het is een perfect model. Er is geen speld tussen te krijgen’, zo zegt hij zelf.

Linda Huijsmans | 23 maart 2010 | 4-5 minuten leestijd

U begint uw boek met vraagtekens te zetten bij ontwikkelen. ‘Het ontwikkelingsvirus’ noemt u dat. Op z’n zachtst gezegd is dat nogal opvallend voor een coach en auteur van onder andere het Handboek ontwikkelingsgericht coachen.

Ik zet vooral vraagtekens bij het idee van ontwikkelen en veranderen. Het idee dat we altijd maar vooruit moeten, en dat verandering per definitie goed is, dat stel ik ter discussie. De verandering op zich geeft ons leven geen zin. We moeten beter gaan kijken naar die ontwikkelzucht en vraagtekens plaatsen bij hoe we daar mee omgaan.

Wat is het idee achter De vork?

Ik wil het begrip ontwikkeling herdefiniëren. We vliegen momenteel uit de bocht, vind ik. Behalve coach ben ik ook filosoof. Met ‘De vork’ heb ik een methode ontwikkeld die simpel en eenvoudig is in gebruik, en tegelijkertijd een idee belichaamt. Met dit boek wil ik de professional bereiken die openstaat voor de wereld, zich daar wellicht zorgen over maakt maar geen tijd heeft voor zware academische studies. Het zijn praktische mensen die om instrumenten vragen. Ik vergelijk het graag met het kernkwadrant van Daniel Ofman. Daar ligt een complex idee aan ten grondslag dat niet makkelijk even uit te leggen is, maar die hij simpelweg indeelt in kernkwaliteit, valkuil, allergie en uitdaging. Daarmee wordt het een eenvoudig te hanteren instrument.

Leg eens uit hoe ziet ‘De vork’ eruit?

Hij bestaat uit vier sporen. Voor een volwaardige ontwikkeling moeten die tegelijkertijd gevolgd moeten worden. Multitracking dus, in plaats van een eendimensionale focus. Het eerste spoor gaat over doen, en is heel concreet. Welke acties en projecten wil je realiseren. De tweede tand van de vork gaat over zelfsturing en over leren. Daarbij gaat het om voortdurende reflectie en bewustwording van patronen. Dat is het hoe. Het derde spoor gaat over identiteit, de eigenaar van het project. Hoe profileert een persoon of de organisatie zich? De vragen die je je daarbij stelt is hoe je je ontwikkelt en hoe het project waar je aan gaat werken daaraan bijdraagt. Hier ga je merken dat ontwikkelen om het ontwikkelen, of veranderen alleen maar omdat het moet, zinloos is. Het vierde spoor heb ik als laatste toegevoegd en dat gaat over het grotere geheel. Ik heb veel ervaring met coachen en dat is vaak heel navelstaarderig. Ik en met mij vele anderen zijn dat pure individualisme zat. We worden ook bewogen door de ecologie, de maatschappij, kortom de wereld om ons heen. Dat vierde spoor opent de ogen, daarin liggen de grote antwoorden op de zinsvragen.  Vragen over je passie, je motivatie.

U vergelijkt het model met het kernkwadrant van Ofman. Heeft u hetzelfde gebruik voor ogen als zijn model?

Het model is af en gaat nu op reis. Iedereen die dat wil gebruikt het en past het toe. Een van de voordelen is dat het, net als Ofmans model, gemakkelijk in gebruik is en gemakkelijk uit te leggen is. Dat is belangrijk want mijn cliënten zijn vaak docenten en hulpverleners. Mijn informatie moet dus ook door hen opnieuw overdraagbaar zijn.

Is het net zo gemakkelijk in gebruik?

Iemand vergeleek het met het Enneagram waar negen persoonlijkheidstypes in onderscheiden worden. Dat is simpel en overzichtelijk maar ook verdiepend en verrijkend. Je kunt er creatief mee aan de slag. Het vorkmodel is buitengewoon simpel en het laat zich gemakkelijk ‘hertekenen’. Het zal nooit een drie- of een vijfvingerige vork worden, maar je kunt er wel een driedimensionaal model van maken bijvoorbeeld. Nu het in gebruik is werken alle gebruikers er aan verder.

Dat vierde spoor klinkt wat abstracter. Is dat ook zo makkelijk toe te passen?

Het model is een samenvoeging van wie ik ben en hoe ik denk, maar het sluit aan bij wat mensen zoeken. Er is behoefte aan die vierde dimensie die iedereen op zijn eigen manier invult. Je kunt het als een spiritueel aspect zien maar eigenlijk is het een algemene menselijke behoefte om zin te geven aan hun projecten door het te kaderen in de ontwikkeling van het geheel waarvan ze een deel zijn.

Voor wie is het boek, en dus de methode, bedoeld?

Voor professionals binnen en buiten organisaties. Managers, leidinggevende, architecten, advocaten, ceo’s, noem maar op. Voor iedereen die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van zichzelf of van zijn organisatie en genoeg heeft van het navelstaren. Mensen die hun eigen blik willen verruimen maar zich ook maatschappelijke verantwoordelijk voelen. Wie het model van ‘De vork’ gebruikt kadert zichzelf en zijn ontwikkeling in een groter geheel in. Wat mij betreft is het model helemaal doordacht en klaar. Er is geen speld tussen te krijgen.

Over Linda Huijsmans

Linda Huijsmans is freelance journalist.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden