Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Interview

Danny Mullenders

‘Een vorm van kuddegedrag is niet onhandig’

Wie opveert bij korte casestudy’s zoals je die vaak in managementboeken tegenkomt, kan zijn hart ophalen in het nieuwe boek van assessment- en ontwikkelingspsycholoog Danny Mullenders. In ‘Daarom doen ze dat’ heeft hij er ruim tachtig verzameld, om te laten zien waarom mensen doen wat ze doen. Mullenders: ‘Ik denk dat ik iets kan verduidelijken als ik beschrijf hoe de interactie tussen twee mensen verloopt.’

Hans van der Klis | Mirjam van der Linden | 23 oktober 2023 | 7-10 minuten leestijd

In de meeste managementboeken gebruiken auteurs hun korte casestudy’s om een bepaalde bewering of theorie te illustreren, maar Danny Mullenders heeft het in zijn nieuwe boek Daarom doen ze dat radicaal anders aangepakt. In tachtig columnachtige verhalen, onderverdeeld in vijf hoofdthema’s, behandelt de psycholoog evenzoveel gedragsvormen, en probeert hij uit te leggen wat er achter hun gedrag schuilgaat. Het resultaat is een bonte verzameling verhalen, die vaak herkenning oproepen. Esther, die volgens haar leidinggevende ‘paars’ is en daarom op coaching moet, Jerry, die zijn eigen kwaliteiten altijd maar bagatelliseert, David, die twijfelt tussen authenticiteit en strategisch opereren, Lien, die beledigd is als haar ideeën door anderen worden gepikt. En niet te vergeten Danny zelf, die zijn coachees en de mensen die hij aan een assessment onderwerpt zo goed mogelijk probeert bij te staan en op een nieuw spoor zet.

Joep Schrijvers

Als zijn eigen rol ter sprake komt, bekent Mullenders dat hij zichzelf aanmerkelijk prominenter heeft opgevoerd dan in zijn eerste boek, Laat je niet kiezen. ‘Dat komt eigenlijk door Joep Schrijvers. Bij de lancering van mijn eerste boek hield hij een speech. Hij vond het een fantastisch boek, zei hij, maar ik voelde wel dat hij overdreef. Hij was een beetje provocatief. Want na alle lof zei hij: maar waar is Danny? Danny beschrijft alleen de mensen die bij hem op de bank liggen. Die observatie raakte me. Joep had me door. Ik weet dat het een trend is op LinkedIn, jezelf opvoeren in je verhalen, maar daar gaat het me niet om. Ik denk echt dat ik iets kan verduidelijken als ik beschrijf hoe de interactie tussen twee mensen verloopt. Want als ik met een cliënt praat, of met iemand die een assessment ondergaat, dan breng ik ook iets aan tafel. Als psycholoog zet je jezelf in als instrument van beïnvloeding. Irvin D. Yalom heeft eens gezegd dat het effect van een coaching of een therapie voor minimaal de helft afhankelijk is van de manier waarop die coach of die therapeut zichzelf inbrengt. En dan hebben we het niet over een rugzakje met technieken en methoden.’

Inlevingsvermogen

Eigenlijk had Mullenders een wat steviger, theoretischer boek willen maken dan een bundeling van tachtig casestudy’s. ‘Mijn vorige boek telde ook 99 verhalen. Dit keer had ik iets willen maken met een kop en een staart. Maar op de een of andere manier kreeg ik het niet uit mijn vingers. Ik deelde wel al enkele jaren verhalen op LinkedIn en elke keer kreeg ik goede reacties. Normaal gesproken begint het met een bijzonder verhaal dat ik te horen krijg, waarna ik denk: even opschrijven, dit moet ik vasthouden. Wat zegt de literatuur er eigenlijk over? Wat heb ik eerder gehoord met betrekking tot deze thematiek? En dan wordt het al snel een verhaaltje. En voor ik het wist, had ik er weer veertig geschreven. Maar wat de verhalen verbindt? Uiteindelijk heb ik er een coauteur bijgehaald, Tjomme Reeringh, en nadat hij de verhalen had gelezen, zei hij: dit gaat over inlevingsvermogen. Je kijkt voorbij het gedrag en probeert te ontdekken waarom mensen doen wat ze doen. Verrek, zei ik, je hebt gelijk. Dat is de rode draad.’

Toch ziet Mullenders zichzelf niet als ‘superanalytisch’. Eerder als enthousiast. ‘Je moet in de rol van coach of psycholoog wel iets bewerkstelligen. Je bekijkt iemands context, de omgeving, je probeert te ontdekken wat iemands gedrag veroorzaakt. Je moet snappen hoe iemand in elkaar zit. Dat doe je met je ratio. Maar tegelijkertijd probeer je contact te maken. Je moet als coach of als degene die het assessment afneemt ook iets op het emotionele vlak doen. Anders zit je daar als een robot en kun je jezelf niet soepel inzetten.’

Die emotionele connectie maakt het werk interessant, vertelt Mullenders. Bijvoorbeeld als hij bij een assessment een negatief advies moet geven. ‘Vaak willen mensen die baan heel graag, maar soms kom je nu eenmaal op een punt dat je moet zeggen: sorry, dat gaat niet werken. Het kost mij niet veel moeite om dat uit te spreken of om het geaccepteerd te krijgen door de ander. Uiteindelijk is dat volgens mij beter voor beide partijen. Ik heb liever dat die kandidaat nog eens terugkomt, om te gaan kijken wat voor type baan wel geschikt is voor hem. Misschien kun je dat beschouwen als een vorm van maatschappelijk werk, maar dat kan mij ook voldoening geven.’

Tegelijk kan die emotionele connectie ook spannend zijn, zegt Mullenders. Zeker als hij mensen coacht bij wie grote problemen naar boven komen, of mensen die disfunctioneel gedrag vertonen. ‘Soms gaat het om een probleem dat voortkomt uit een karaktertrek. Dat kun je vaak met een training verhelpen. Maar soms is disfunctioneel gedrag ook te wijten aan heftige gebeurtenissen uit het verleden. Dat gaat vaak heel diep. Misschien kan ik wel iets voor zo’n persoon betekenen, maar eigenlijk hoort dat niet bij mijn werk. Dat is meer iets voor de geestelijke gezondheidszorg. Helaas is die echt overbelast, dus soms probeer je wel iets te doen.’

Lachspiegels

Mullenders is kritisch over de meeste psychologische tests. DISC, Insights Discovery, MBTI? Hij veegt ze met een elegante zwaai van tafel. Te weinig voorspellende waarde, vindt hij. Ja, ze bieden ons een spiegel, maar die lijkt – zegt hij in navolging van Max Wildschut – nog het meest op een lachspiegel. ‘Ik heb in de praktijk ondervonden dat de Big Five Test nog steeds de beste is. Die zegt het meest over wie iemand nu is en wie iemand later zal zijn’, zegt hij. ‘Opmerkelijk genoeg is die van Jordan B. Peterson een van de betere Big Five Tests. Peterson is natuurlijk een omstreden figuur, met zijn colleges op YouTube waarin hij zich nog wel eens discriminerend uitlaat. Toch heeft hij wel inhoud. Hij is goed op de hoogte van het werk van filosofen, psychologen en psychiaters. Op zijn website Understandingmyself.com is een hele goede Big Five Test te vinden, die je voor een paar tientjes kunt downloaden. Dat is een heel betrouwbare, valide test, die ik graag gebruik.’

Wat je ook van Peterson vindt, ook in zijn boek 12 Rules For Life staan zinnige dingen over hoe je in het leven zou moeten staan, vindt Mullenders. ‘Vergelijk jezelf met de persoon die je gisteren was, niet met de waardeloze persoon die je vandaag bent, schrijft hij. Oftewel: blijf bij jezelf, vergelijk jezelf niet voortdurend met anderen. Hij heeft dat wel een beetje genuanceerd, we zijn immers onderdeel van een sociale context. Je ontkomt er vaak niet aan om naar anderen te kijken, alleen al door alle performancemanagementsystemen waarmee we te maken hebben. Maar als je zelfbeeld te zwaar beïnvloed wordt door anderen, blijft er vaak weinig van jezelf over, stelt hij. In zulke denkbeelden kan ik me wel vinden.’

NietZsche

Peterson is zeker niet de enige denker door wie Mullenders zich laat inspireren. Hij noemt de Vlamingen Damiaan Denys, Dirk De Wachter en Paul Verhaeghe. ‘Denys ziet de eenzaamheid van de moderne mens bijvoorbeeld als een uiting van het doorgeschoten individualisme. Die gedachtegang begrijp ik helemaal. Als je zo graag je unieke zelf wilt zijn, ben je toch bezig met jezelf af te zetten tegen anderen. Dat zie ik ook terug in de woke-beweging. Als jij er zo aan hecht om te bepalen hoe jij je identificeert, ontneem je anderen de kans om zich daar een mening over te vormen. “Ik vertel hoe het in elkaar zit en jij hebt daar niets over te zeggen.” Dat werkt heel polariserend. De vraag is bovendien hoe productief het is. De meeste mensen willen ook gewoon aardig gevonden worden. Dan is een bepaalde vorm van kuddegedrag niet onhandig. Zo hebben wij ons evolutionair gezien ontwikkeld, het is een overlevingsstrategie. Dat neemt niet weg dat sommige mensen meer aanleg voor kuddegedrag hebben dan anderen.’

Uiteindelijk hangt dat natuurlijk ook van onze persoonlijke ontwikkeling af, zegt Mullenders. Het mooiste verhaal uit de bundel vindt hij zelf het stuk over de filosoof Nietzsche en diens metafoor voor menselijke groei. ‘Nietzsche onderscheidt vier fasen in de menselijke groei: de eerste is die van het schaap, waarin we onderdeel zijn van de kudde. We beginnen als harde werkers en we willen ons verhouden tot onze collega’s. Dan komt de fase van de kameel, waarin we het idee hebben dat we de last van de anderen dragen. Vervolgens komt de fase van de leeuw, waarin we ons willen onderscheiden en ons beter willen voordoen dan anderen. En dan kom je op een kruispunt, alsof je in een midlifecrisis zit en denkt: is dit het nou? Dan realiseer je je dat je de meeste voldoening haalt uit het naleven van je eigen waarden. Volgens Nietzsche is dat de fase waarin je jezelf kunt zijn en zonder angst kunt genieten van je werk, zoals je vroeger als kind ook kon. Niet iedereen is in staat die stappen te zetten, maar ik denk dat dat het positieve gevoel dat we daar uit kunnen halen, toch wel het doel zou moeten zijn.’

Over Hans van der Klis

Hans van der Klis is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden