We leven in een wereld die razendsnel verandert. Het is een van de aannames achter de VUCA-wereld (Volatile, Uncertain, Complex en Ambiguous) die menig auteur heeft doen betogen dat organisaties hierop moeten inspelen. Onlangs deed Margriet Sitskoorn in haar bestseller IK2 – De beste versie van jezelf nog uit de doeken hoe iemand zich staande kan houden in een wereld die zo snel verandert: door zijn of haar prefrontale cortex te trainen.
Maar verandert onze wereld echt zo snel? Absoluut niet, betoogt Robert J. Gordon, professor in sociale wetenschappen, in zijn nieuwe boek The Rise and Fall of American Growth. Na een stormvloed aan technologische innovaties die een groot effect hadden op ons leven (de wasmachine, de auto) zijn we sinds 1970 in een tijd van technologische stagnatie terechtgekomen.
Gordon schrijft dat ‘ontwikkelingen sinds 1970 zich veelal beperken tot een smal gebied van menselijke activiteiten die vooral te maken hebben met entertainment, communicatie en het verzamelen en verwerken van informatie. Voor alle andere dingen waar mensen om geven – eten, kleding, onderdak, vervoer, gezondheid en werkomstandigheden binnen- en buitenhuis – is de vooruitgang vertraagd na 1970, zowel kwalitatief als kwantitatief.’