Dienen en leiden, het lijken twee uitersten. Hoe kunnen die in één persoon verenigd worden?
Er staat een streepje tussen beide woorden om aan te geven dat ze elkaar in evenwicht houden. Beide begrippen zijn gelijkwaardig. Een dienend-leider weet waar hij heen wil en luistert onderweg ook naar de mensen met wie hij onderweg is. Het zijn leiders die mensen willen helpen in hun ontwikkeling, een heldere visie uitdragen en het aandurven anderen daarin verantwoordelijkheden te geven en zelf te nemen.
Er is in Nederland nog weinig geschreven over dienend- leiderschap. Waar komt het vandaan, wie heeft het concept bedacht?
De eerste die er over ging schrijven was de Amerikaan, Robert Greenleaf. Hij publiceerde in 1970 zijn boek De dienaar als leider. Hij zag dat Amerika in een leiderschapscrisis verkeerde en zocht de oorzaak daarvan bij het bedrijfsleven. Hij zag dat leiders niet in staat waren hun mensen te dienen en ze daardoor niet konden leiden. Hij kwam tot het inzicht dankzij de novelle ‘Reis naar het Morgenland’ van Herman Hesse. Daarin maakt een groep mensen een mythische reis, georganiseerd door ‘Het Verbond’. Een van hen is Leo, een soort klusjesman die anderen ondersteunt, een luisterend oor biedt en de vrolijke noot in het gezelschap is. Alles gaat goed, totdat Leo verdwijnt. De groep valt uit elkaar want zonder dienaar redt de groep het niet. Veel later ontdekt de schrijver van het verhaal dat Leo de hoogste leider van ‘Het Verbond’ was. Degene die hij aanzag voor de dienaar bleek de leider te zijn. Via Herman Hesse kwam Greenleaf zo tot het inzicht dat een grote leider in de eerste plaats een dienaar is.
U zegt dat deze vorm van leidinggeven niet een manier van doen is, maar een manier van zijn. Is het dan wel aan te leren? Of moet je er voor in de wieg gelegd zijn?
Het is een houding die je kunt ontwikkelen. Dienend-leiders zijn bereid zichzelf te leren kennen en open te staan voor anderen. Het zijn mensen die zichzelf vragen durven te stellen als; wie ben ik als mens, wat wil ik bijdragen aan de samenleving en aan mijn bedrijf. Dienend-leiders stralen rust uit, luisteren naar anderen om te weten te komen wat hen drijft en hoe ze dat kunnen inzetten om samen hun doel te bereiken. En ze vragen zich af wat hun bedrijf of organisatie daar aan kan bijdragen.
Dat klinkt alsof alleen ervaren, levenswijze mensen echt goede dienend-leiders kunnen zijn.
Levenswijs ja, maar juist jonge mensen staan tegenwoordig erg open voor deze manier van leidinggeven. Zij zijn op een andere manier bezig met leiderschap dan vorige generaties. Ze beschikken over veel informatie, hebben te maken met schaarste, vervuiling, et cetera. Daardoor zijn juist jongeren veel bewuster met de wereld bezig en ze denken na over welke rol ze daar zelf in willen spelen.
We leven in een crisis, er vallen ontslagen, veel bedrijven gaan failliet. Vraagt dat niet juist om harde leiders, mensen die moeilijke beslissingen durven te nemen?
Het gaat niet om hardheid maar om helderheid en betrokkenheid. Leiders die geen rekening houden met hun medewerkers, hun klanten of omgeving zijn helemaal niet effectief. Zij lopen een veel groter risico op saboterende werknemers, een hoog ziekteverzuim, en het verliezen van talent. Dat kost allemaal veel geld. Het is dus een misvatting dat hard en rücksichtlos leidinggeven meer oplevert. Dienend-leiderschap is aantoonbaar effectiever.
Toch klinkt de term ‘dienend-leiderschap’ nog een beetje alsof het voor watjes is.
Alleen mensen die doelen stellen waar anderen zich voor in willen zetten, zijn echte leiders. Dienend-leiders luisteren omdat ze willen weten wat er nodig is om hun rol goed te vervullen en hun doel te bereiken. Zo beschikken ze over meer informatie en kunnen daardoor krachtiger optreden. Dat doen ze vanuit een heldere visie waar ze zelf helemaal achter staan. Voorbeeldgedrag is daarbij essentieel en daar moet je sterk voor zijn en zeker geen watje.
U heeft als een van de eersten in Nederland een boek over dit onderwerp geschreven. Is Echte leiders dienen daarmee hét handboek voor dienend-leiderschap geworden?
Een andere auteur die met dit onderwerp bezig is, is Henk Jan Kamsteeg. Hij schreef in de vorm van een novelle, terwijl ik het onderwerp vanuit de wetenschap belicht en daarbij praktijkvoorbeelden geef zodat de lezer er direct mee aan de slag kan. Het dient ter inspiratie, is bedoeld als reflectie en wil de lezer laten nadenken over de vraag; wat betekent dit nou voor mij.
Zijn alle branches en bedrijven geschikt voor het dienend leiderschap?
In principe wel. Zolang er leiders zitten die op een betekenisvolle en verantwoorde manier een bijdrage willen leveren aan de ontwikkeling van de maatschappij en de ontwikkeling van anderen.
Hoe kan dat als je bijvoorbeeld bij een wapenfabriek werkt, of frisdrank maakt waar een ongezonde hoeveelheid suiker in zit?
Het gaat om de intentie dat je op verantwoorde en betekenisvolle wijze bij wilt dragen aan de groei van anderen. Je kunt een wapen dragen en bij de Marechaussee werken want wapens beschermen ook en zijn preventief. Frisdranken kunnen het plezier en saamhorigheid op een feestje verhogen. Benadruk je dat plezier en wijs je je klanten er op dat teveel suiker ongezond is, of denk je alleen aan je eigen omzetcijfers? Daarin zit het verschil. Een goed voorbeeld vind ik AkzoNobel, dat onder andere verf en coatings maakt die schadelijk kunnen zijn voor het milieu. Zij zijn zich daar bewust en werken daarom zo duurzaam mogelijk. Daarbij benadrukken ze de positieve kanten van hun werk: verf voegt kleur toe aan de omgeving, waardoor mensen trots zijn en er minder criminaliteit voorkomt. Ook maakt verf gebouwen weersbestendiger en dus duurzamer.
Wie is voor u hét ultieme voorbeeld van een dienend leider?
Ik heb afgeleerd om namen te noemen. Maar in het algemeen zijn dienend-leiders mensen die bereid zijn om van iedereen te leren en zichzelf kwetsbaar op durven stellen. Ze zorgen dat medewerkers zich prettig voelen omdat ze weten dat dat betere prestaties oplevert. Het zijn mensen die niet dominant aanwezig zijn en toch het verschil weten te maken.