Toeval of niet, het begrip Rijnland is ongeveer net zo oud als het bestaan van Managementboek. Het is 1991 als de Fransman Michel Albert in zijn boek Capitalisme contre Capitalisme voor het eerst het begrip Rijnlands Kapitalisme lanceert en Rijnland als fenomeen in de jaren erna aan populariteit wint. In het denken van Albert is er aan de ene kant van het spectrum het kapitalisme gebaseerd op solidariteit: Rijnland. Aan de andere kant vinden we de Angelsaksische wereld. Kapitalisme waarin het individu centraal staat. Het is stakeholdervalue versus shareholder value. In de wereld van het Rijnlands denken staat vakmanschap centraal, is er minder hiërarchie, meer zelfsturing en wordt de organisatie gezien als gereedschap voor vakmensen, dicht bij de leefwereld (chaos). In het Angelsaksisch denken gaat het vooral over efficiënt produceren, de top bepaalt, geld verdienen als hoofddoel en de mens is een hulpmiddel van de organisatie. Peters: ‘We noemen hem of haar gemakshalve dan ook een human resource.' Het verschil tussen Rijnland en Anglo-Amerikaans is als Van der Valk versus McDonalds. Bij McDonalds is er een strakke structuur. Veel variatie in bestelling en bediening is er niet. Wel een restaurant, maar er werkt geen enkele kok. Bij Van der Valk is het een keur aan gasten, een waslijst aan wensen waar bediening en keuken met koks constant moeten schakelen om de klant tevreden te stemmen. Uiteraard zijn er ook hier structuren, maar de organisatie is er voor de gasten in plaats van dat ‘de organisatie' alles en iedereen dicteert. Jaap Peters beschouwt Rijnland als een organisatie waar men de dagelijkse chaos als een gegeven beschouwt, er mee leert omgaan en waarbij kleine veranderingen nu eenmaal grote gevolgen kunnen hebben. Peters: ‘Een Rijnlandse organisatie is geen euro's spuwende fruitmachine. Dat zijn Angelsaksische bedrijven wel die veel meer volgens wetmatigheden werken, strak gestuurd zijn en waar weinig ruimte is voor eigen inbreng. En daarom is dat model ook niet geschikt voor bijvoorbeeld onderwijs, wijkteams, (jeugd)zorg, politie, gemeenten etc. Door dat wel te doen, creëer je overbelaste organisaties ‒ intensieve menshouderijen ‒ zonder werkplezier met veel stress en een giga ziekteverzuim.'
Karakteristieken
Hoewel het begrip Rijnland pas voor het eerst in 1991 werd gebezigd, bestaat het Rijnlands denken al eeuwen. Jaap Peters: ‘De Romeinen hadden al wetgeving waar de geest van de wet (de bedoeling) belangrijker was dan de letter van de wet. En die geest kan overal anders zijn, vandaar dat er meerdere wegen naar Rome leiden. In de negentiende eeuw ageerden de sociale en politieke filosofie al tegen het hebzuchtige individualisme en het laissez-faire kapitalisme van de industriële revolutie. Zo riep Bismarck, niet toevallig Duits (Rijnlands) de verplichte sociale zekerheid in het leven. En in Nederland hebben we de verzorgingsstaat gebouwd.' Zowel Rijnlands als Angelsaksisch denken bestaat daarbij zelden in een pure vorm. Je ziet aan beide kanten van de plas mengvormen. Amerikanen die Rijnlands werken, Europese bedrijven met sterke staaltjes focus op aandeelhouderswaarde. Toch kunnen we redelijk goed het wederzijdse DNA ontrafelen. Rijnlands werken is vooral de lange termijn meenemen in je beslissingen. Angelsaksische organisatie willen die gevolgen op de lange termijn nog wel eens uit het oog verliezen. De Rijnlandse stijl kenmerkt zich door sociale zekerheid en spaarzin. In de Rijnlandse politiek wordt voorzichtig omgegaan met privatisering van overheidstaken. De Duitse econoom Wilhelm Röpke verwoordde het als volgt: ‘We moeten naar een economisch humanisme waarbij centralisering, standaardisering, overorganisatie en groot, groter, grootst nooit de juiste weg kunnen zijn.'
Credits voor Anglo-Amerikaans
Uiteraard is het onzin om daarmee het Angelsakische model helemaal geen credits te geven. Voor beide systemen geldt dat er positieve en negatieve kanten zijn. Het negatieve van Angelsaksisch denken is een groeiende kloof tussen rijk en arm en het verlies van de menselijke maat. Voor het Rijnlands model geldt weer dat er veel overlegstructuren zijn, minder ondernemerschap en starre arbeidssystemen. Kijk naar de Europese Unie en zie wat een gedrocht er is gebouwd op de fundamenten van een eindeloze overlegstructuur. Het Angelsaksische model slaagt er bijvoorbeeld goed in om veel te innoveren en snel te groeien omdat er veel individueel ondernemerschap mogelijk is. De grote leading company's in de wereld van nu (Facebook, Google, Amazon, Tesla) komen ook uit de Angelsaksische wereld. De Anglo-Amerikaanse wereld is ook veel duidelijker dan de Rijnlandse. Er is volstrekt helder wat de doelen zijn (de grootste, de beste, de rijkste). Deze wereld is transparant, meetbaar en iedereen kent zijn of haar verantwoordelijkheden. Avontuur wordt enthousiast ontvangen. Het is hard, maar je kunt er ook schathemeltje rijk worden. Maar er zijn vaak wel wat kwaliteitsproblemen (Tesla en Boeing). Zet daar nog wat negatieve kanten van Rijnland tegenover: veel bevoogding, gesloten systemen en een jonge generatie die lijdt onder de traagheid van senioren die ze sloom en dus saai vinden. In Angelsaksische landen zijn de kosten van toezicht daarentegen weer enorm. 12 tot 14 procent van het personeel is druk met management & control (cockpits, dashboards, scorecards, spreadsheets, reviews, planningen, afvinklijstjes). In Europa is het aandeel van managers in de beroepsbevolking nog maar 2 tot 6 procent. Peters: ‘Het Rijnlands gedachtegoed heeft altijd een tussenweg proberen te zoeken en gevonden tussen "het harde kapitalisme" uit Amerika en het centralistische "big brother is watching you" van het communisme.'
Gruwelijke dingen
Het woord superieur neemt Jaap Peters niet in de mond, desondanks is hij een fervent aanhanger van het Rijnland model. Het was collega Matthieu Weggemans die Peters een inzicht gaf dat hem nu jaren later nog steeds houvast biedt. Jaap Peters: ‘Weggemans vergeleek de chaos van Rijnland versus de planning & control van het Angelsaksisch denken, met intensieve en biologische veeteelt. Hij had gelijk. De biologische boerderij is een gemengd bedrijf waar input output is. De mest van de varkens beland weer op het land. Er is -in zekere mate ‒ sprake van een kringloop. Op een intensieve boerderij draait het alleen om output: winst. Er is sprake van uitputting van grondstoffen. Het dier is slechts een gebruiksvoorwerp waar je naar believen het hele bedrijfskundig discours op los kunt laten, zonder rekenschap te geven van de consequenties voor het dier zelf; een soort animal resource management. Dat zie je ook bij Angelsaksisch georiënteerde bedrijven, systems first!'
Waar staan we nu na 25 jaar Rijnland? Wat heeft het denken ons gebracht? Peters is keihard over de excessen die het Angelsaksisch denken de laatste decennia ons heeft opgeleverd. ‘De Angelsaksische wereld is een nieuwe vorm van slavernij. De mens staat er ten dienste aan de organisatie. En qua grondstoffen is de wereld dankzij het aandeelhoudersdenken helemaal naar de kloten geholpen. Kijk om je heen. Kijk naar het plastic in zee. Ben van Beurden van Shell die zegt (6 februari 2016-red): ik ben niet door de aandeelhouders in de wereld gezet om de olie in de grond te houden. Het is een intensieve veehouderij, een heilloze weg.' Peters ziet de excessen die mede veroorzaakt zijn door het Anglo-Amerikaans denken, ook in de zorg in Nederland. De problemen in bijvoorbeeld de jeugdzorg komen volgens hem voort uit het eindeloos verticaal proberen te organiseren van zorg. Peters: ‘Kijk naar Buurtzorg Nederland en zie dat daar zonder hiërarchie en decentrale sturing, wel resultaten worden geboekt. Door de teams in de voorste linie zelf te laten organiseren loopt het daar zonder veel bureaucratie gesmeerd. In het hele sociale domein in Nederland staat niet de mens centraal, maar het systeem.'
De gruwelijkheden van Taylor
Peters verwijst naar het eerste managementboek in de VS, van de hand van Frederic Taylor: The Principles of Scientific Management. Peters: ‘Daar staan gruwelijke dingen in.' In the past the man has been first, in the future the system must be first.' ... Je moet mensen initiatief afpakken.... Denken en doen moet gesplitst worden... Taylor had het over de natuurlijke luiheid van mensen....Medewerkers haalden niet het maximale rendement uit hun -beperkte- mogelijkheden... Peters: ‘De mens moest vooral efficiënt zijn. Een weldenkend mens zou vandaag de dag nooit Angelsaksisch moeten willen denken.' Al had Taylor volgens Peters ook wel weer goede intenties. ‘Hij stelde ook dat de kloof tussen arm en rijk niet te groot moest worden en ondernemers medewerkers goed moesten betalen als het hen ook goed ging.' Sjoemelsoftware bij Volkswagen is ook echt een Angelsaksisch fenomeen, meent Peters. ‘Misschien is Volkswagen een Duits en dus Rijnlands bedrijf, maar het kon gebeuren door een blinde focus op aandeelhouderswaarde. Typisch Angelsaksisch. Daar zie je dus dat het Angelsaksisch denken verweven is geraakt met Rijnland. Kijk naar de stikstofdiscussie en de opwarming van de aarde. We zijn de boel aan het uitputten.'
Doodlopende weg
Toch is - ondanks alle negatieve gevolgen zoals Peters die aangeeft en inmiddels maatschappelijk ook wel erkend worden - het Rijnlands denken de laatste 25 jaar wereldwijd niet dé dominante speler geweest. Zeker in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw floreerde het Angelsaksisch denken. De economie groeide, burgers gingen zelfs aandelen kopen en aandeelhouderswaarde was veel meer dan menselijkheid, het adagium. De kredietcrisis begin deze eeuw zorgde volgens Peters voor een eerste early warning. ‘Het financiële systeem was zo "briljant" dat het zichzelf naar de knoppen heeft geholpen. Zelfs de meest fervente aanhangers van het kapitalisme van Milton Friedman zeggen inmiddels dat er iets niet meer klopt. Het besef begint langzaam door te dringen dat het Angelsaksisch denken een doodlopende weg is.' Op de vraag of dat proces van Angelsaksisch naar Rijnlands niet erg langzaam gaat, zegt Peters: ‘Ja, men leert niet zo snel. In het Anglo-Amerikaanse denken gaan ze uit van een kostprijs van een product dat je kunt zien. Maar de echte kostprijs is ook wat je niet kunt zien. De plasticsoep in de oceaan bijvoorbeeld. Rijnlanders rekenen die mee.' En de Tesla dan? Dat is een milieuvriendelijke elektrische auto en een product van Angelsaksisch denken. Zo slecht is het toch allemaal niet? Peters: ‘Is de Tesla echt duurzaam? Wat gaan we doen met de accu's straks? Hoe wordt grondstof voor accu's gewonnen? Daar kun je best vraagtekens bij zetten of het allemaal wel zo duurzaam is.'
Pamflet 181 CEO's
Peters vindt een bevestiging van het gegeven dat er een kantelmoment ten faveure van Rijnland aan zit te komen, in het feit dat 181 CEO's in Amerika na een rondetafelconferentie een pamflet (State of the purpose of a corporation) hebben ondertekend waarin ze vragen om meer stakeholdervalue. ‘Since 1978, Business Roundtable has periodically issued Principles of Corporate Governance. Each version of the document issued since 1997 has endorsed principles of shareholder primacy - that corporations exist principally to serve shareholders. With today's announcement, the new Statement supersedes previous statements and outlines a modern standard for corporate responsibility.' De Amerikaanse droom krijgt rafelrandjes zei de CEO van JP Morgan Chase bij de ondertekening van het pamflet. Bernie Sanders maakt shareholder value zelfs onderdeel van zijn verkiezingscampagne tegen Donald Trump. De Club van Rome, de film van Al Gore, Greta Thunberg.... Allemaal signalen voor Peters dat Rijnland het op termijn gaat winnen van Angelsaksisch denken. En toch... In het laatste boek van Jeroen Smit wordt beschreven hoe de Rijnlander Paul Polman graag Unilever wil omtoveren tot een duurzaam bedrijf. Maar als de aasgieren van het grote geld het op Unilever hebben gemunt omdat er meer aandeelhouderswaarde in zit, moet Polman noodgedwongen terugvallen op het dienen van de aandeelhouder. Onderdelen afstoten, aandelen inkopen en overnames doen, de corebusiness van een CEO. Nederlandse pensioenfondsen belijden met de mond dat ze aandelen willen van duurzame bedrijven, maar tegelijkertijd daalt de dekkingsgraad en moeten ze noodgedwongen ook aandelen kopen van meer Angelsaksische georiënteerde bedrijven omdat die veel meer sturen op aandeelhouderswaarde. Voilà, een schitterend ongeluk. Rijnland misschien moreel superieur, maar uiteindelijk niet maatgevend. Peters: ‘Het duurt me ook te lang. Rijnland is er in de 28-jaar van zijn bestaan nog niet in geslaagd wereldwijd dominant te worden. Rijnland heeft de wereld nog niet veranderd. Maar dat gaat komen. Het aandeelhouderswaardedenken gaat vanzelf naar de haaien. Die ontwikkeling kan niemand stoppen.'
Managementboek bestaat 25 jaar. We vroegen tien experts wat er in hun vakgebied veranderd is in die 25 jaar. En waar het naartoe gaat. Tien verhalen over 25 jaar management, van Rijnland tot projectmanagement, en van marketing tot veranderen. Jaap Peters beet het spits af. Volgende maand: Joep Schrijvers over 25 jaar Leiderschap.