We zijn suckers voor verhalen. Filosoof Rolf Dobelli wijdt zelfs een heel hoofdstuk in zijn boek De kunst van het heldere denken aan onze ontembare honger naar een verhaal. Als bijvoorbeeld een brug instort, zijn we volgens Dobelli bovenmatig geïnteresseerd in het persoonlijke verhaal van de chauffeur die precies op dat moment over de brug reed, terwijl veel minder aandacht uitgaat naar de verklaring van het ongeluk. Vandaar dat journalisten zich massaal storten op het verhaal van het slachtoffer, in plaats van het uitpluizen van de constructiefout die ervoor zorgde dat de brug bezweek. Het is een les die onlangs werd onderschreven na een analyse van meer dan 500 TED-spreekbeurten: wees scheutig met persoonlijke anekdotes, want grafieken en cijfers zijn bewezen slaapmiddelen.
Hoe vertel je nu een goed verhaal? Door de eeuwen heen zijn er verschillende pogingen gedaan om de plotten van goede verhalen – van het Oude Testament tot The Sopranos – te categoriseren. Een van de bekendste pogingen was het boek van Christopher Booker dat zeven basale plotten onderscheidde: het monster overwinnen (Beowulf, Dracula), van vodden naar rijkdom (Assepoester, Great Expectations), de zoektocht (Iliad, Lord of the Rings), reis en terugkeer (Odyssey, Gone with the wind), comedy (Mr. Bean, Bridget Jones Diary), tragedie (Bonnie and Clyde, Romeo and Juliet), en hergeboorte (Beauty and the beast, Despicable me). En de meest hilarische uiteenzetting was zonder twijfel die van fictieschrijver Kurt Vonnegut, zie dit fragment uit zijn spreekbeurt over hoe ieder plot in een simpele grafiek gevat kan worden.
Inmiddels hebben ook computers zich in de strijd geworpen. Matthew Jockers van de universiteit van Nebraska analyseerde met een algoritme de archetypische plotvormen van verhalen en kwam, net als Booker, tot zes ‘of soms zeven’ basale plotten. Die ambiguïteit komt doordat het algoritme willekeurig verhalen pakt uit een database van 50.000. ‘Negen van de tien keer zijn er zes plotten, terwijl er in tien procent van de gevallen ook zevende plot is.’ Wat die plotten precies zijn, heeft Jockers nog niet bekend gemaakt.
Voor de verhalenverteller die moeite heeft een plot te kiezen, maakt Booker het nog makkelijker. Er is zelfs maar een overkoepelend plot dat succes heeft, stelt hij. Het scenario begint met de hoofdpersoon die wordt uitgedaagd, waarna hij enig succes heeft wat bijdraagt aan de illusie van onoverwinnelijkheid. Dan is er een stadium van frustraties waarin de held de eerste confrontatie met de vijand aangaat en zijn illusie van onoverwinnelijkheid verliest. Deze lijn wordt doorgezet tot het climax van het plot waarin alle hoop lijkt te zijn verloren. Uiteindelijk overwint de held toch zijn demonen tegen alle verwachtingen in.
Voor de financieel georiënteerde verhalenverteller heeft Vonnegut een gouden tip: volg het plot van Assepoester. ‘Dit verhaal zie je overal terugkomen. Mensen houden ervan en er zit geen copyright op.’ En: ‘Elke keer als dit opnieuw wordt verteld, verdient er iemand een miljoen dollar. Het staat u vrij dit te doen.’