Gezien de titels van recente boeken (De laatste manager) en documentaires (Het Einde van de Manager), is het einde voor de manager nabij. Zoals auteur Paul Verburgt (Minimal Management) onlangs nog in een interview betoogde, is er minder management nodig, omdat er steeds meer flexibiliteit is in de arbeidsverhoudingen, werknemers in Nederland nog nooit zo hoog zijn opgeleid en de jongere werknemers zelf verantwoordelijkheid willen dragen. Verburgt: ‘Weg met al die managers! Leer een vak, doe eens normaal...’
Maar is dit geen wishful thinking? Zoals een collega bij de Universiteit van Amsterdam laatst opmerkte: ‘Als ik zo’n documentaire over Het Einde van de Manager zie, dan vind ik dat soort ideeën mooi, maar om me heen zie ik het niet gebeuren.’ En dat is precies het punt dat Rutger Bregman maakt in een recent stuk op De Correspondent.
Bregman noemt een aantal statistieken van het CBS die boekdelen spreken. Nederland heeft inmiddels meer dan 2,5 miljoen managers. Het aantal ‘algemeen directeuren’ is tussen 2004 en 2014 met 63 procent gestegen. En de snelst groeiende beroepsgroep tussen 1996 en 2014 waren ‘managers zorginstellingen’. Uit een ander onderzoek waaruit Bregman put blijkt dat we Europees Kampioen zijn, gemeten in het aantal managers. Met andere woorden: hoezo is het einde van de manager in zicht?
Is de rol van managers dan wellicht veranderd? Zijn managers tegenwoordig minder autoritair en zijn ze misschien meer coaches die werknemers ‘in hun kracht’ zetten?
Het antwoord van Bregman: nee. ‘Uit de CBS-cijfers blijkt dat de manager niet alleen in opmars is, maar ook dat de zelfstandigheid van werknemers op haar retour is. Op alle vragen naar autonomie – "Kunt u zelf beslissen hoe u uw werk uitvoert?," "Kunt u zelf uw werktempo bepalen?" en "Moet u in uw werk zelf oplossingen bedenken om bepaalde dingen te doen?" – werd in de afgelopen jaren minder vaak met "ja" geantwoord.’ En wie het minst zelfstandig waren van alle leeftijdscategorieën? Twintigers en dertigers met flexibele contracten, die volgens auteurs als Verburgt juist zo graag zelf verantwoordelijkheid dragen.