Moderator Hella Hueck had geen gemakkelijke avond tijdens het openbare college van Mayer-Schönberger in De Rode Hoed. Vooral veel jongeren waren op de avond afgekomen: je hebt niet iedere dag de kans op een veelgeprezen professor uit Oxford aan het werk te zien. Maar de van oorsprong Oostenrijkse wetenschapper, hoogleraar Internet Governance en Regulation, kreeg het van zijn coreferenten flink voor zijn kiezen. Niet alleen van schrijver en filosoof Maxim Februari maar ook van de chief technical officer (CTO) van de gemeente Amsterdam, Ger Baron. Toen Mayer-Schönberger Februari ervan beschuldigde het boek niet goed te hebben gelezen, greep Hueck in: het moest geen catfight worden, zei ze. Maar ze gaf de twee critici alle ruimte om kritiek te uiten op het gemak waarmee Mayer-Schönberger bepaalde stappen oversloeg, zoals de privacy van de consument, het eigendom van de data en de algoritmes, die ten grondslag liggen aan de big data-revolutie.
Toch had Mayer-Schönberger een punt. De kritiek van Februari en Baron focuste eigenlijk op een ander onderwerp dan hij in zijn boek bespreekt. In het kort: volgens hem zullen data de rol die geld en vooral prijs spelen overnemen als belangrijkste indicator in de markt. Hij ziet de prijs van diensten en goederen niet alleen als de hoeveelheid geld die betaald moet worden, maar ook als drager van informatie over de waarde ervan. Geen wonder dat juist de bedrijven die het goed doen in de huidige economie, zoals Amazon, Google en Airbnb, zijn vormgegeven als marktplaatsen: hoe meer informatie, hoe beter zij kunnen inschatten hoe hun klanten zich gedragen. En juist op marktplaatsen is veel meer informatie beschikbaar dan in de traditionele, hiërarchisch gestructureerde bedrijven. Daar is de informatiestroom veel conservatiever georganiseerd.
Mayer-Schönberger is geen voorstander van de marktmacht van de techreuzen: integendeel. Hij pleit voor zorgvuldige regulering en voor het delen van – geanonimiseerde – data om de marktmacht van de grote partijen te beperken. Hij is zelfs een groot voorstander van het basisinkomen als vangnet voor werknemers die de boot gaan missen in deze big datarevolutie, die hij als de werkelijke digitale revolutie beschouwt. Maar de opkomst van het gebruik van big data ziet hij als onomkeerbaar. De feiten lijken hem daarin gelijk te geven: miljoenen mensen hebben er geen enkel bezwaar tegen dat bedrijven hun digitale sporen gebruiken om hun businessmodellen te vervolmaken. Facebook is onverminderd populair, ook in Nederland kent Uber talloze klanten en zelfs een traditionele bank als ING is aan het experimenteren met de data die zij tot hun beschikking hebben. Big data worden breed ingezet om onvolkomenheden in markten te ondervangen, stelt hij, anders zou Uber helemaal geen klanten hebben.
Maar wanneer fundamentele vragen over het gebruik van big data ter sprake komen, zoals op deze avond, dan blijkt dat er nog steeds veel weerstand bestaat tegen het gebruik van big data. Vragen over wie eigenaar is van de data, over de black box van de algoritmes en over de privacy, zorgden voor verwarring in de discussie. Maxim Februari, die in zijn onlangs verschenen roman Klont onderzoek doet naar de betekenis van data voor de mens, beschouwt deze vragen als fundamenteel politiek, niet als een economisch vraagstuk. En Ger Baron, de CTO van de gemeente Amsterdam, is eveneens terughoudend. De gemeente zou veel uitgebreider gebruik kunnen maken van big data, zei Baron. Op basis van de data zou bijvoorbeeld voorspeld kunnen worden welke burgers financieel in de problemen komen, nog voordat zij het zelf weten. Maar wanneer de gemeente op basis van die gegevens zou gaan handelen, zou zij de privacy van de burgers moeten schenden, en dat gaat eigenlijk iedereen te ver. Niet dat de techreuzen, de superbedrijven, zich daar veel van aantrekken. De datarevolutie is al veel verder gevorderd dan de meeste onder ons beseffen.
(Binnenkort op Managementboek.nl een interview met Viktor Mayer-Schönberger over zijn nieuwe boek, De Data-economie.)
Over Hans van der Klis
Hans van der Klis is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.