Een boek over framing kan natuurlijk niet beginnen zonder een goede toelichting op wat een frame precies is. Een frame is een mentaal model, over hoe we naar de wereld kijken. Het zijn voorstellen van de werkelijkheid, ze worden gebruikt om de wereld inzichtelijk te maken. Feitelijk betreft het je zienswijze, het perspectief waarmee je naar zaken kijkt.
Doorbraken
Als je frame niet past, kun je een ander frame gebruiken of een nieuw frame verzinnen. Dit is echter vrij lastig, mensen zijn van nature niet gewend/bereid te veranderen. Veel uitvindingen, ontdekkingen en doorbraken zijn gedaan doordat wetenschappers van frame veranderden en daardoor nieuwe toepassingen konden bedenken.
Verbeteringen in de wereld hebben vaak een framewisseling als oorzaak. Daarom vinden de schrijvers Cukier, Mayer-Schönberger en de Véricourt het erg belangrijk dat we als mensheid goed worden in het kunnen schakelen tussen frames en in het bedenken van nieuwe frames. Daarmee kunnen we ons onderscheiden ten opzichte van computers.
Plooien
Het doel van frames is om je bij nieuwe problemen of gewijzigde omstandigheden te voorzien van nieuwe opties. Frames focussen je gedachten, waardoor ze de cognitieve druk in je hersenen verlagen. Je kunt meer doen op routine en je mentale inspanning focussen. Om framing goed te doen, zijn drie elementen van belang: oorzakelijk denken, counterfactuals creëren en je verbeelding voor een specifiek doel in te perken en te plooien.
Oorzaak en gevolg
Oorzakelijk denken is belangrijk bij het framen om de gevolgen van bepaalde acties te kunnen doorgronden. Oorzaak en gevolg maakt de wereld inzichtelijk. Dit causaal denken heeft ons in staat gesteld om ons door de eeuwen heen te ontwikkelen. Causaal denken maakt de wereld verklaarbaar, mits je de juiste verklaring vindt. En deze verklaring moet ook geaccepteerd worden door de rest van de samenleving. De auteurs noemen enkele mooie voorbeelden in de gezondheidszorg. De verklaring voor het feit dat het desinfecteren van je handen doden kon voorkomen was in eerste instantie zo onlogisch, dat men er na de dood van de initiator weer mee stopte. Waarna het dodenaantal weer opliep.
Counterfactuals
Counterfactuals zijn hypothetische scenario’s, denkbeeldige alternatieven van de werkelijkheid. Het zijn manieren om verder te kijken dan de werkelijkheid die ons omringt. Counterfactuals maak je geconcentreerd en doelgericht, je denkt bewust aan zaken als ‘hoe zou het kunnen zijn’. Counterfactuals helpen ons beter causaal te denken, je gaat verbanden en afhankelijkheden zien. Beperkingen zijn de lijm die het mentale model bij elkaar houdt, zodat je op een gestructureerde en bewuste manier kunt denken: wat nou als? Beperkingen kaderen je denkrichting en geven focus. Het zijn regels en restricties die je counterfactual denken op een specifieke manier vormgeven. Daarbij is wel het advies om zachte beperkingen (plooibaar en meegaand) aan te passen en niet te tornen aan harde beperkingen, zoals dat twee plus twee vier is. Een tweede advies is om die beperkingen consistent door te voeren (niet te laten conflicteren met andere beperkingen) en zachtjes bij te stellen, dus niet radicaal te wijzigen.
De auteurs stellen dat er eigenlijk maar één slecht frame bestaat: het frame dat andere frames uitsluit. Oftewel je moet altijd een open mind houden voor andere zienswijzen en perspectieven.
Herkaderen
Een heel hoofdstuk is gewijd aan herkaderen, dat je van frame kunt wisselen. Herkaderen is in principe bijzonder, omdat je normaal gesproken binnen één frame blijft, tenzij het tegendeel wordt bewezen. Wanneer het wel lukt om te herkaderen, dan levert dat nieuwe zienswijzen en opties op. Je vergroot de kans dat herkaderen lukt door veel ideeën op te doen, veel te lezen, veel te zien, oftewel je cognitieve spier te trainen. Hoe breder je kennis, hoe beter je in staat bent om te herkaderen. De auteurs onderbouwen hun verhaal met voorbeelden uit het verleden.
Computers
Framing is inderdaad iets wat computers niet kunnen, tenminste: voor zover ik weet. Het vermogen tot framing is kortom belangrijk. We zullen het moeten cultiveren en laten groeien, en er zo voor zorgen dat we voor blijven op computers. Daarom is het jammer dat het boek weinig praktische handreikingen doet over hoe je je framingvermogen kunt vergroten. Op de laatste 5 pagina’s van het boek krijgen we een kort stappenplan, maar daarin ontbreken concrete handvatten. Wel worden hele concrete voorbeelden gegeven, zoals bijvoorbeeld het ontstaan van de MeToo-beweging, waarbij verandering van perspectief heeft geleid tot een andere zienswijze.
Over Jan Hoogstra
Jan Hoogstra heeft meer dan 25 jaar ervaring als IT-adviseur en IT-auditor bij grote accountants- en adviesbureaus. Tijdens zijn loopbaan heeft hij veel opdrachten gedaan op het gebied van informatiebeveiliging en optimalisering van de inzet van IT. Jan is directeur bij CognoSense, dat gespecialiseerd is in de menselijke kant van IT.