In mijn jarenlange werk als coach leerde ik mezelf vooral om te vertragen. Want ik ontdekte dat vertragen een belangrijk aandeel levert aan verrijking en verdieping van de coaching. Maar dat lukte me soms maar heel moeilijk, wanneer ikmezelf in de weg zat, bijvoorbeeld door sterk op resultaat gericht te zijn. Vanuit een sterke taakgerichtheid, ging ik meer letten op tempo dan op kwaliteit.
Valkuil
Dit kwam niet uit de lucht vallen. Het gebeurde me vooral als ik me door de cliënt (de coachee) liet verleiden tot sterke focus op tempo en succes. Daar ben ik bleek gevoelig voor. Door zelfreflectie kwam ik erachter dat ik deze valkuil niet moest omzeilen door het inzetten van een andere procedure of techniek. Het bleek zinniger om te oefenen in een andere grondhouding. Sleutelwoord daarin bleek ‘vertragen’, oftewel ‘slow coaching’.
Slow coaching
Wie dit op internet als zoekterm invoert, zal snel merken dat er meestal onder wordt verstaan dat aan drukke en gestresste managers geleerd wordt om wat trager in hun leven en werk te staan. Maar dat is niet wat ik bedoel: het gaat mij erom, dat de coach zelf zijn werktempo vertraagt. Dat brengt hem al snel op het spoor van thema’s op bestaansniveau, zowel bij de cliënt als bij hemzelf.
Bestaansniveau
Daaronder versta ik onder andere levensthema’s, beschermingsstrategieën om de eigen binnenwereld buiten schot te houden en existentiële thema’s als onmacht, angst en prestatiedwang. De coach nodigt de cliënt het snelst en het sterkst uit tot werken op dit persoonlijke niveau, wanneer hij als coach durft te werken met zulke persoonlijke thema’s van zichzelf. Met andere woorden: je bent als coach een belangrijk instrument, misschien zelfs het belangrijkste instrument. Dit kun je inzetten in je werk als coach. Zo heb je impact als persoon. Je beperkt die impact wanneer je een rem zet op je eigen ontwikkeling, je eigen grenzen niet verlegt en je eigen binnenwereld niet herkent.
Persoonlijke ontwikkeling als coach
Anders gezegd: jouw werk als coach wordt rijker en dieper wanneer je je tijdens de coaching bewust bent van je eigen binnenwereld (gevoelens, stemmingen, gedachten, intuïties, e.d.) en daarmee durft te werken. Dan zal je ook merken dat je eigen persoonlijke ontwikkeling zich verdiept en verrijkt. Daar gaat dit boek over: de wisselwerking tussen je ontwikkeling als coach en je persoonlijke ontwikkeling.
Jezelf als instrument
Tijdens tientallen gesprekken met a.s. coaches aan het eind van een jarenlange coachopleiding, merkte ik telkens weer dat de studenten met de hogere eindcijfers mensen waren die verdieping konden aanbrengen door het inzetten van zichzelf als persoon. De a.s. coaches met lagere eindcijfers zochten de verdieping door inzet van methoden en technieken. Niet verkeerd hoor, maar minder effectief en met minder diepgang als resultaat.
Dubbel instrumentarium
Elke coach beschikt over een dubbel instrumentarium: enerzijds methoden en technieken, anderzijds zijn eigen persoon. Van deze twee is de eigen persoon het belangrijkste instrument, want deze bepaalt of de ingezette methoden en technieken effectief zijn.
In dit boek Rijker coachen focus ik op de eigen werkstijl en authenticiteit van de coach en op zijn vermogen tot zelfinzicht en zelfreflectie. Ik laat zien wat ervoor nodig is om meer op bestaansniveau te durven werken. Bovendien geef ik praktische tips en stof tot nadenken over jezelf als coach. Daarbij komen ook onderwerpen als zingeving, omgaan met transities en zijdeurinterventies aan bod.
Jan Remmerswaal (1945) is sociaal-psycholoog. Als opleider, trainer, docent en adviseur is hij de afgelopen dertig jaar betrokken geweest bij een groot aantal opleidingen en cursussen in het Hoger Onderwijs (zowel universitair onderwijs als Hbo) en binnen bedrijfsgerichte opleidingen. Hij is de auteur van Rijker coachen.