Allianties vs zelf ontwikkelen Harbison en Pekar stellen: 'Wij zijn er van overtuigd dat allianties de centrale, essentiële en permanente motor zijn voor de groei en winstgevendheid van ondernemingen. In dit tijdperk van samenwerking kunnen ondernemingen alleen door samenwerking de benodigde capaciteiten en middelen verkrijgen om te winnen in een telkens sterk veranderende wereldmarkt. Ontwikkelen op eigen kracht is een optie die slechts enkele ondernemingen zich nog kunnen permitteren.' Een belangrijke constatering die ondernemers en topbestuurders ertoe zou moeten leiden zich beter en structureler te oriënteren en te organiseren op het ontwikkelen van strategische allianties.
Allianties als middel voor groei
Omdat dit boek over allianties gaat, geeft het de schijn dat dit de enige remedie is voor versnelde groei. In de inleiding had ik hier een wat meer plaatsbepalende opmerking over verwacht. De schrijvers tippen slechts kort de nieuwe agenda voor de chief executives aan: sturen op groei, een tweede generatie business process redesign en de nieuwe organisatie. Wat hiermee precies wordt bedoeld maken ze niet duidelijk.
Wel duidelijk is dat veel ondernemingen zich momenteel in de schemerzone bevinden van de 'oude' en de 'nieuwe' wereld van strategische oriëntatie. Na een lange periode van verplatten, herstructureren en re-engineeren is de rek uit het behalen van rendement voor kostenverlaging. Gelukkig maar, want de mogelijkheden voor resultaatverbetering via de weg van groei zijn veel interessanter en geven bovendien meer voldoening, ambitie en motivatie. William Stasior, de chairman van Booz.Allen & Hamilton slaat wat mij betreft de spijker op zijn kop: 'CEO's dienen hun kernrol steeds meer te richten op het bepalen van een stimulerende visie op de toekomst. De stoutmoedigste onder hen zullen een scenario selecteren en hun onderneming conform hiermee verbouwen. De ratio van de huidige business portfolio's staat dan ter discussie. Dat op belangrijke onderdelen van de nieuw te bouwen portfolio's allianties een plaats hebben lijdt geen twijfel.'
Samenvatting per hoofdstuk
Het eerste hoofdstuk geeft inzicht in de mogelijkheden en voorwaarden van strategische allianties. Als belangrijkste redenen voor allianties worden genoemd: toegang tot markten, toegang tot technologie en vaardigheden, verlaging van risico's en schaalvoordelen. Deze en andere redenen worden mede aan de hand van praktijkvoorbeelden toegelicht.
In Hoofdstuk 2 komen de statistieken van het onderzoek aan de orde. Hieruit blijkt dat de resultaten enorm verbeteren naarmate ondernemingen actiever zijn op het gebied van allianties. Allianties blijken ook een beter resultaat te geven dan fusies of overnames.
Hoofdstuk 3 behandelt de leerervaringen in termen van de belangrijkste uitgangspunten, de best practices en de valkuilen.
Hoofdstuk 4 beslaat vier cases van wereldformaat, die echter voor diegenen met een gedegen MBA-opleiding niet nieuw zijn (Harvard business cases).
Hoofdstuk 5 gaat in op een 8-stappenplan zoals Booz.Allen & Hamilton dat aanbeveelt. Elk onderdeel bestaat uit checklists en best practices. Voor 1 stap is een voorbeeld uitgewerkt. Hoewel er mijns inziens veel bruikbare voorbeelden en checklists inzitten, zou ik niet aanraden een en ander automatisch toe te passen.
Hoofdstuk 6 is het leukste en prettigst leesbare hoofdstuk en gaat in op de culturele verschillen in doelen en aanpakken van Noord-Amerikaanse versus Europese, Zuid-Amerikaanse en Aziatische bedrijven.
Hoofdstuk 7 gaat over de 'governance pyramid', een handige checklist voor de juridische aspecten. Het laatste hoofdstuk behandelt manieren om alliantievaardigheden te institutionaliseren. Ontwikkelen en doorvoeren De grootste toegevoegde waarde van 'smart Alliances' vind ik de checklists en do en don'ts.
Voor multinationals is Hoofdstuk 6 een absolute must. De schema's zijn helaas niet altijd even relevant en in sommige gevallen in ieder geval voor mij onbegrijpelijk. Ik had daar meer van verwacht. Samenvattend gaat het boek over het ontwikkelen en doorvoeren van strategische allianties. Harbison en Pekar leveren hiertoe een belangrijke bijdrage.