'Echte urgentie richt zich op cruciale kwesties en niet op volle agenda's.' Een mooie binnenkomer van John Kotter! Want met dit ene zinnetje zegt hij heel veel. Zo stelt hij in 'A Sense of Urgency' dat het niet gaat om 'heel hard te werken' (valse urgentie). Daarnaast merkt hij op dat het tijd wordt om de weekagenda van managers en medewerkers kritisch onder de loep te nemen.
Organisaties balanceren volgens Kotter tussen 'zelfgenoegzaamheid' en 'valse urgentie'. In het eerste geval is er tevredenheid met de huidige status quo en doet men er alles aan om deze te handhaven. In het tweede geval wordt er weliswaar veel energie verbruikt, met overvolle agenda's, maar zijn de activiteiten niet afgestemd op de doelen van de organisatie. Valse urgentie is een gevaarlijke sluipmoordenaar omdat veel organisaties een cultuur hebben waarin mensen beloond worden wanneer ze veel en lang werken.
Kotter stelt dat de culturen van veel organisaties onvoldoende uitgerust zijn om het gevoel van urgentie te benutten en te benadrukken. Maar daar zal verandering in komen, aldus de auteur. 'Wat kunnen organisaties doen om de urgentie te verhogen?', is de centrale vraag die hij uitvoerig behandelt. Kotter benadrukt dat een 'hoofd-hart-strategie' de beste resultaten oplevert.
Hij vindt namelijk dat organisaties te veel ratio gebruiken en te weinig emotie benutten om mensen in beweging te krijgen. Maar, zo stelt de auteur, 'Emoties hebben een sterkere invloed op acties dan gedachten!'
Natuurlijk zijn dat geen nieuwe inzichten en feitelijk gezien komt Kotter nergens in het boek met iets nieuws. Wat het boek echter zeer aantrekkelijk maakt, is dat het speelveld is afgebakend tot het begrip 'urgentie' en dat er geen 'zware theorieën' worden ingezet om het gelijk van de auteur te ondersteunen.
Kotters opvattingen over urgentie vertonen opvallend veel overeenkomsten met de opvattingen van Stephen R. Covey. Wie kent niet de 'belangrijkheid-urgentie-matrix' van Covey in 'De zeven eigenschappen van effectief leiderschap'? Diens boodschap daarbij is dat mensen vooral hun heil moeten zoeken in het kwadrant 'Niet urgent-belangrijk'. Deze boodschap vertoont grote overeenkomsten met die van Kotter. Beide auteurs stellen dat het gaat om 'de goede dingen doen'.
Opvallend daarbij is dat waar de één spreekt over 'belangrijkheid' de ander het heeft over 'urgentie', maar in essentie bedoelen ze hetzelfde. Maar er is ook een belangrijk verschil: Covey focust met zijn belangrijkheid op de lange termijn en Kotter met zijn urgentie op de korte termijn.
Kotter legt ook een link met zijn vorige bestseller 'Onze ijsberg smelt!' waarin hij de pinguïn NeeNee opvoert. Kotter onderscheidt deze groep urgentiemoordenaars van de sceptici in organisaties. Eén van de verschillen is dat een scepticus terugkijkt in onvrede omdat kwesties nooit goed zijn opgelost, terwijl een NeeNee zich aan het verleden vast klampt. Kotter is heel duidelijk over deze groep: probeer ze af te leiden door ze een andere opdracht te geven of maak hun gedrag inzichtelijk voor de grote groep zodat er sociale druk op hen wordt uitgeoefend.
Maar de belangrijkste aanbeveling is heel simpel en tegelijk eentje waar organisaties vaak geen raad mee weten: confronteer de NeeNees met hun gedrag en werk ze de organisatie uit. Niet wachten tot het eind van het jaar wanneer de NeeNee zijn beoordeling krijgt, maar het gesprek naar voren halen. Urgent gedrag vereist lef en geen volle agenda's.
Over Peter de Roode
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat.